ECLI:NL:HR:2006:AV9448
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Schending van het beginsel van hoor en wederhoor in klachtprocedure onder de Wet Bopz
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 mei 2006 uitspraak gedaan over een klachtprocedure onder de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). De verzoekster, die in een psychiatrisch ziekenhuis verbleef, had een klacht ingediend over de dwangbehandeling in de vorm van afzondering. De rechtbank had de klacht ongegrond verklaard, maar de verzoekster stelde beroep in cassatie in. De kern van de zaak draaide om de vraag of de rechtbank het beginsel van hoor en wederhoor had geschonden. De verzoekster was niet aanwezig bij een deel van de behandeling, waar informatie werd verstrekt door behandelaars zonder dat zij daarover kon reageren. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank niet had voldaan aan de vereisten van de Wet Bopz, die voorschrijft dat de betrokkene in de gelegenheid moet worden gesteld om te reageren op informatie die buiten haar aanwezigheid is ingewonnen. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de rechtbank en verwees de zaak terug voor verdere behandeling. Deze uitspraak benadrukt het belang van behoorlijke rechtspleging en het recht van de betrokkene om gehoord te worden in procedures die haar rechten aangaan.