ECLI:NL:HR:2004:AO2786
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor schade door brand veroorzaakt door minderjarigen
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van eisers tot cassatie voor schade die is ontstaan door een brand, veroorzaakt door minderjarigen. De brand vond plaats op 17 november 1987 in een landbouwschuur die toebehoorde aan verweerder. De schuur brandde volledig af, en verweerder vorderde schadevergoeding van eisers, die hij aansprakelijk stelde voor de schade. De rechtbank te Rotterdam wees de vordering van verweerder af, maar het gerechtshof te 's-Gravenhage vernietigde dit vonnis en veroordeelde eisers tot betaling van een schadevergoeding van € 79.367,52, vermeerderd met wettelijke rente. Eisers gingen in cassatie tegen dit arrest van het hof.
De Hoge Raad oordeelde dat de eigenaar van een beschadigde zaak recht heeft op schadevergoeding die gelijk is aan de waardevermindering van het vermogensbestanddeel. In dit geval was de schadevergoeding gebaseerd op de herbouwwaarde van de schuur, die door de brand verloren was gegaan. De Hoge Raad bevestigde dat het hof terecht had geoordeeld dat verweerder recht had op vergoeding van de kosten van herbouw, ook al had hij de schuur niet daadwerkelijk herbouwd. De omstandigheden van het geval, zoals het gebruik van de schuur voor opslagdoeleinden en de afwezigheid van een gelijkwaardige vervangende schuur, waren van belang voor de beoordeling van de schadevergoeding.
De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep van eisers en bevestigde de beslissing van het hof, waarbij eisers in de kosten van het geding in cassatie werden veroordeeld. Dit arrest benadrukt de principes van schadevergoeding in het civiele recht, met name in gevallen van onrechtmatige daad en aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door derden.