ECLI:NL:HR:2002:AD5297
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A.J.A. van Dorst
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking inzake beklag door advocaat over doorzoeking en inbeslagneming
In deze zaak gaat het om een cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Roermond, waarbij een beklag van klager, een advocaat, gegrond is verklaard met betrekking tot de inbeslagneming van bepaalde bescheiden. Klager was betrokken in een gerechtelijk vooronderzoek naar vrouwenhandel, waarbij hij als raadsman van een verdachte optrad. De Rechter-Commissaris had op 23 maart 2000 een doorzoeking ter inbeslagneming uitgevoerd op het kantoor van klager, waarbij diverse voorwerpen in beslag zijn genomen. Klager heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat leidde tot de bestreden beschikking van de Rechtbank op 14 april 2000. De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank niet voldoende rekening heeft gehouden met het recht van klager om kennis te nemen van de op de zaak betrekking hebbende stukken, wat in strijd is met de beginselen van een behoorlijke procesorde. De Hoge Raad vernietigt de bestreden beschikking en wijst de zaak terug naar de Rechtbank te Roermond voor een nieuwe behandeling. De Hoge Raad benadrukt dat het verschoningsrecht van de advocaat niet absoluut is, maar dat in zeer uitzonderlijke omstandigheden het belang van de waarheidsvinding kan prevaleren. In dit geval was er sprake van een verdenking van ernstige strafbare feiten, wat de doorzoeking rechtvaardigde. De beslissing van de Rechtbank om het beklag gedeeltelijk gegrond te verklaren, wordt door de Hoge Raad niet in stand gehouden, omdat de procedure niet correct is verlopen.