ECLI:NL:HR:2008:BC1369
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Verschoningsrecht van de apotheker en de doorzoeking ter inbeslagneming
In deze zaak gaat het om de vraag of het verschoningsrecht van een apotheker kan worden doorbroken in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. De Hoge Raad behandelt een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank Leeuwarden, waarin de klagers, een apotheker en zijn apotheek, zich verzetten tegen de inbeslagname van documenten die onder hun verschoningsrecht vallen. De klagers stellen dat de inbeslaggenomen recepten en medicatielijsten niet het voorwerp zijn van het strafbare feit waarvan zij worden verdacht en dat hun verschoningsrecht dient ter bescherming van de vertrouwelijkheid van de relatie tussen apotheker en patiënt.
De Hoge Raad oordeelt dat het verschoningsrecht van de apotheker niet absoluut is en dat er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn waarin het belang van de waarheidsvinding prevaleert. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de samenleving moet kunnen vertrouwen op de onkreukbaarheid van apothekers en dat het maatschappelijk belang om fraude te bestrijden zwaar weegt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inbeslaggenomen documenten kunnen dienen om de waarheid aan het licht te brengen en dat de recepten geanonimiseerd zullen worden, waardoor het verschoningsrecht zoveel mogelijk wordt gerespecteerd.
De Hoge Raad concludeert dat de rechtbank op juiste gronden heeft geoordeeld dat de inbeslagname van de documenten gerechtvaardigd is en dat het beroep in cassatie moet worden verworpen. De beslissing van de rechtbank om het klaagschrift van de klagers ongegrond te verklaren, wordt bevestigd.