ECLI:NL:HR:2000:AA8256

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 november 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R99/059HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H.J. Mijnssen
  • R. Herrmann
  • A.E.M. van der Putt-Lauwers
  • J.B. Fleers
  • P.C. Kop
  • W.H. Heemskerk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de ontvankelijkheid van vorderingen inzake afvalstoffenbelasting door het Eilandgebied Curaçao

In deze zaak heeft het Eilandgebied Curaçao een verweerschrift ingediend en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van eiser in zijn vorderingen. Het Gerecht in Eerste Aanleg heeft op 16 februari 1998 geoordeeld dat de aanslag niet tot verschuldigdheid leidt voor de periode voor 1 november 1996 en heeft het meer of anders gevorderde afgewezen. Eiser heeft hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, dat op 15 december 1998 het vonnis heeft bevestigd. Eiser heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld. Het Eilandgebied heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep en heeft de zaak laten toelichten door zijn advocaat, mr. J.H.M. van Swaaij. De Advocaat-Generaal Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op ƒ 575,-- aan verschotten en ƒ 3.000,-- voor salaris. De zaak betreft een geschil over de rechtmatigheid van de aanslag afvalstoffenbelasting en de ontvankelijkheid van de vorderingen van eiser.

Uitspraak

10 november 2000
Eerste Kamer
Rek.nr. R99/059HR
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser], wonende [te woonplaats], Nederlandse Antillen,
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. D. Koningen,
t e g e n
de openbare rechtspersoon HET EILANDGEBIED CURAÇAO,
gevestigd op Curaçao, Nederlandse Antillen,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. J.W.H. van Wijk.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 28 april 1997 ter griffie van het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, ingediend verzoekschrift heeft eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - zich in een procedure tegen verweerder in cassatie - verder te noemen: het Eilandgebied - gewend tot dat Gerecht en gevorderd:
primair: voor recht te verklaren dat de Eilandsverordening regelende de heffing en invordering van een afvalstoffenbelasting en van reinigingsrechten voor de dienstverlening door of vanwege de inzameldienst en tot wijziging van de Eilandsverordening leges, precariorechten en retributies Curaçao 1992, A.B. 1995, no. 48, onverbindend is, althans onverbindend voor zover betreft de heffing van afvalstoffenbelasting van bedrijfsafvalstoffen in de binnenstad, alsmede voor recht te verklaren dat het Eilandgebied onrechtmatig handelt/heeft gehandeld door op basis van onderhavige verordening [eiser] aan te slaan;
subsidiair: voor recht te verklaren dat de aanslag geheel dan wel gedeeltelijk niet tot verschuldigdheid leidt, althans dat het Eilandgebied onrechtmatig handelt/heeft gehandeld door [eiser] aldus aan te slaan.
Het Eilandgebied heeft een verweerschrift ingediend en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] in zijn vorderingen. Voor het overige heeft het Eilandgebied de vorderingen bestreden.
Het Gerecht in Eerste Aanleg heeft bij vonnis van 16 februari 1998 voor recht verklaard dat de aanslag niet tot verschuldigdheid leidt voor zover deze betrekking heeft op de periode voor 1 november 1996 en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba.
Bij vonnis van 15 december 1998 heeft het Hof het vonnis waarvan beroep bevestigd.
Het vonnis van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van het Hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Het Eilandgebied heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
Het Eilandgebied heeft de zaak doen toelichten door zijn advocaat en mr. J.H.M. van Swaaij, advocaat te ’s-Gravenhage.
De conclusie van de Advocaat-Generaal Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
Het middel faalt op de gronden uiteengezet in de conclusie van de Advocaat-Generaal Langemeijer.
4. Beslissing
de Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van het Eilandgebied begroot op ƒ 575,-- aan verschotten en ƒ 3.000,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H.J. Mijnssen als voorzitter en de raadsheren R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.H. Heemskerk op 10 november 2000.