Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de faillissementsaanvraag van A.G. Plastics N.V. tegen Budget Rolluiken. A.G. Plastics, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.T. van den Hout, had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant om Budget Rolluiken in staat van faillissement te verklaren. Dit verzoek was op 3 februari 2015 afgewezen door de rechtbank, die oordeelde dat hoewel aan de voorwaarden voor faillissement was voldaan, er sprake was van misbruik van bevoegdheid. De rechtbank stelde vast dat er geen baten van betekenis te verwachten waren die de kosten van de curator konden dekken, en dat het belang van A.G. Plastics niet opwoog tegen de nadelige gevolgen voor Budget Rolluiken.
In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld. Het hof oordeelde dat de vordering van A.G. Plastics summierlijk aannemelijk was en dat Budget Rolluiken verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen. Het hof benadrukte dat een faillissementsprocedure niet bedoeld is voor een uitgebreid feitenonderzoek, maar dat er voldoende gronden waren om de aanvraag te honoreren. Het hof verwierp de argumenten van Budget Rolluiken en concludeerde dat er geen sprake was van misbruik van bevoegdheid door A.G. Plastics. Het hof vernietigde de eerdere beschikking van de rechtbank en verklaarde Budget Rolluiken in staat van faillissement, benoemde een curator en gaf instructies voor de verdere afhandeling van de zaak.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van belangen in faillissementsprocedures en bevestigt dat een faillissementsaanvraag kan worden toegewezen indien aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, zelfs als er twijfels zijn over de baten voor de schuldeiser.