Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep van belanghebbende 1 gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de uitspraak op bezwaar van 30 oktober 2020 ten name van belanghebbende 1;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar van 30 oktober 2020 ten name van belanghebbende 1;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2015 ten name van belanghebbende 1 naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen op basis van een grondslag van € 75.205, met behoud van de overige elementen van de aanslag;
- verklaart het hoger beroep van belanghebbende 1 voor het overige ongegrond;
- bevestigt de uitspraak voor zover deze betrekking heeft op de uitspraak op bezwaar van 24 februari 2021;
- verklaart het hoger beroep van belanghebbende 2 ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank voor zover deze betrekking heeft op belanghebbende 2;
- bepaalt dat de inspecteur aan belanghebbende 1 het betaalde griffierecht voor de behandeling van het beroep bij de rechtbank van € 49 en het hoger beroep bij het hof van € 136, in totaal, € 185 vergoedt;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij de rechtbank en het hof van € 517,56.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).