Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Uitgangspunten in cassatie
3.Beoordeling van de middelen
Besluiten zijn samenhangend in de zin van artikel 8:41, lid 3, Awb wanneer zij niet alleen wat betreft de inhoud maar ook in tijd samenhangen, dat wil zeggen dat een voldoende nauw verband tussen de zaken bestaat zodat het proceseconomisch gerechtvaardigd is om ze als één te behandelen. Van inhoudelijke samenhang kan in dit verband worden gesproken indien voor de beoordeling van de bestreden besluiten met het oog op de toe te passen regelgeving dezelfde feiten en omstandigheden relevant zijn. [2] Van samenhang in de tijd is sprake als de bestreden besluiten tegelijkertijd zijn genomen of kort na elkaar, binnen de beroepstermijn van het eerst genomen besluit. [3] Wanneer het beroepschrift ziet op besluiten die zowel inhoudelijk als in de tijd samenhangen, moet toepassing worden gegeven aan artikel 8:41, lid 3, Awb. [4]
Verder geldt dat de beperking van griffierecht – anders dan voeging van zaken – niet een discretionaire bevoegdheid is. Indien aan de voorwaarden van artikel 8:41, lid 3, Awb is voldaan, dient de griffier te volstaan met het heffen van slechts eenmaal griffierecht. Een verzoek daartoe is niet vereist.
Worden al deze nota’s griffierecht betaald en komt de rechter daarna tot het oordeel dat artikel 8:41, lid 3, Awb van toepassing is, dan moet de griffier het ten onrechte geheven griffierecht terugbetalen en, wanneer daarom is verzocht, het renteverlies ter zake van het ten onrechte geheven griffierecht als geleden schade vergoeden. [5]