Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
- 2009: In dit jaar waren de aardappelprijzen erg slecht, waardoor geen goede opbrengsten zijn gerealiseerd;
- 2010: Op gronden die belanghebbende had verkocht werden aardappelen geteeld en midden in het teeltseizoen eiste de koper de grond op en heeft hij de grond omgeploegd. Hierdoor is een grote partij oogst en pootgoed/pootaardappels verloren gegaan;
- 2011: Doordat de koper in 2010 de grond heeft omgeploegd is de pootaardappel verloren gegaan en hierdoor is de oogst van 2011 ook beïnvloed. In 2011 is vervolgens pootgoed bij een derde aangekocht. Dit resulteerde, in combinatie met een verkeerd ras, in een zeer slechte oogst. De slechte aardappeloogst die resteerde is in 2012 vervolgens in de schuur weggerot;
- 2012: De aardappeloogst is niet goed verlopen en er wordt geïnvesteerd in een combine in het zicht van de teeltwisseling;
- 2013: In dit jaar vindt de teeltwisseling plaats. Belanghebbende beschikte over een machinepark dat aanvankelijk onvoldoende was afgestemd op graanteelt, waardoor hogere kosten zijn gemaakt. In dit jaar heeft belanghebbende circa 30 hectare grond in eigendom en wordt circa 15 hectare gepacht;
- 2014: Vanwege de onteigeningsprocedure en het feit dat de koper nog niets met de gronden heeft gedaan, verslechtert de gezondheidstoestand van belanghebbende;
- 2015: Belanghebbende investeert in nieuwe activa (een tractor) voor een bedrag van circa € 58.000. Daarnaast pacht belanghebbende 19,67 hectare grond tegen een naar eigen zeggen te hoge pachtprijs en zorgt daarbij voor de nodige grondverbeteringen. Na dit jaar heeft belanghebbende niet meer de mogelijkheid om het areaal te pachten en heeft hij dus onnodig geïnvesteerd in de grond;
- 2016: Vanaf 2016 begint belanghebbendes gezondheidstoestand te verbeteren en krijgt hij meer grip op de zaken. In het kader van vruchtwisseling kan belanghebbende zijn cultuurgrond ruilen met derden, waarbij hij 1 hectare voor 1,35 à 1,5 hectare kan ruilen;
- 2017: Als gevolg van zaaizaad met onvoldoende kiemkracht is het graangewas in dit jaar slecht opgekomen. Er is opnieuw ingezaaid, maar omdat dit herinzaaien te ver in het groeiseizoen plaatsvond, bleef de oogst achter;
- 2018: Dit is het eerste jaar waarin belanghebbende weer winst maakt. In dit jaar beginnen de graanprijzen te stijgen en bedraagt de winst circa € 4.000;
- In de jaren 2019 tot en met 2022 stijgen de winsten verder.
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank;
- verklaart het tegen de uitspraak van de rechtbank ingestelde beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de navorderingsaanslag;
- vernietigt de rentebeschikking;
- bepaalt dat de inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht voor de behandeling van het beroep bij de rechtbank en het hoger beroep bij het hof van, in totaal, € 182 vergoedt;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij de rechtbank en het hof van in totaal € 3.348.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).