ECLI:NL:HR:2002:AD8763
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag inkomstenbelasting en piramidespel
In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1996, opgelegd aan de belanghebbende die deelnam aan een piramidespel. De belastingdienst had een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van f 39.703, maar na bezwaar werd dit bedrag verhoogd naar f 48.070. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop volgde cassatie bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelde dat de activiteiten van de belanghebbende in het piramidespel niet als een bron van inkomen konden worden aangemerkt. De Hoge Raad stelde vast dat de opbrengsten van piramidespelen doorgaans verliesgevend zijn voor de meeste deelnemers, en dat de kans op een positief resultaat sterk afhankelijk is van onvoorspelbare factoren. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en de navorderingsaanslag, en oordeelde dat de Staatssecretaris van Financiën de kosten van het geding moest vergoeden.
De uitspraak benadrukt dat de aard van piramidespelen zodanig is dat deelnemers doorgaans geen redelijkerwijs te verwachten voordeel behalen. De Hoge Raad concludeerde dat de werkzaamheden van de belanghebbende niet als zodanig konden worden aangemerkt, en dat de eerdere oordelen van het Hof en de Inspecteur onjuist waren. De zaak werd afgehandeld met een veroordeling van de Staatssecretaris in de proceskosten van de belanghebbende.