Uitspraak
1.hij op of omstreeks 4 mei 2019 in de gemeente ’s-Gravenhage, [slachtoffer 1] opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, immers heeft hij, verdachte, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, gestoken en/of gesneden in het hoofd en/of in het (boven)lichaam van voorgenoemde [slachtoffer 1] , ten gevolge waarvan voorgenoemde [slachtoffer 1] is overleden;
2.hij op of omstreeks 7 mei 2019 in de gemeente Heerlen, [slachtoffer 2] opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, immers heeft hij, verdachte, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, gestoken in het (boven)lichaam van voorgenoemde [slachtoffer 2] , ten gevolge waarvan voorgenoemde [slachtoffer 2] is overleden;
3.hij op of omstreeks 7 mei 2019 in de gemeente Heerlen, [slachtoffer 3] opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, immers heeft hij, verdachte, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, gestoken in het (boven)lichaam van voorgenoemde [slachtoffer 3] , ten gevolge waarvan voorgenoemde [slachtoffer 3] is overleden.
1.hij op 4 mei 2019 in de gemeente ’s-Gravenhage, [slachtoffer 1] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, immers heeft hij, verdachte, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen met een mes, gestoken en gesneden in het hoofd en in het (boven)lichaam van voorgenoemde [slachtoffer 1] , ten gevolge waarvan voorgenoemde [slachtoffer 1] is overleden;
2.hij op 7 mei 2019 in de gemeente Heerlen, [slachtoffer 2] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, immers heeft hij, verdachte, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen met een mes, gestoken in het (boven)lichaam van voorgenoemde [slachtoffer 2] , ten gevolge waarvan voorgenoemde [slachtoffer 2] is overleden;
3.hij op 7 mei 2019 in de gemeente Heerlen, [slachtoffer 3] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, immers heeft hij, verdachte, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen met een mes, gestoken in het (boven)lichaam van voorgenoemde [slachtoffer 3] , ten gevolge waarvan voorgenoemde [slachtoffer 3] is overleden.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Op te leggen sanctie
De benadeelde partijen
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan de nabestaanden bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) jaren.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij
van overheidswegezal worden verpleegd.
€ 20.000,00 (twintigduizend euro)ter zake van
immateriële schade.
€ 20.000,00 (twintigduizend euro)als vergoeding voor
immateriële schade.
de gijzelingop ten hoogste
69 (negenenzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro)ter zake van
immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro)als vergoeding voor
immateriële schade, te
vermeerderen met de wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
de gijzelingop ten hoogste
64 (vierenzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
7 mei 2019.
€ 28.498,08 (achtentwintigduizend vierhonderdachtennegentig euro en acht cent)bestaande uit
€ 8.498,08 (achtduizend vierhonderdachtennegentig euro en acht cent) aan materiële schadeen
€ 20.000,00 (twintigduizend euro)aan immateriële schade,te
vermeerderen met de wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 28.498,08 (achtentwintigduizend vierhonderdachtennegentig euro en acht cent)bestaande uit
€ 8.498,08 (achtduizend vierhonderdachtennegentig euro en acht cent) aan materiële schadeen
€ 20.000,00 (twintigduizend euro) aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
de gijzelingop ten hoogste
94 (vierennegentig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
7 mei 2019.
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, te
vermeerderen met de wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro)als vergoeding voor
immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
de gijzelingop ten hoogste
64 (vierenzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
7 mei 2019.
af.
€ 20.000,00 (twintigduizend euro) ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 20.000,00 (twintigduizend euro)als vergoeding voor
immateriële schade, vermeerderen met de wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
de gijzelingop ten hoogste
69 (negenenzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
7 mei 2019.