Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 25 januari 2010 met nummer PL2010027113-1, in wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende - kort en zakelijk weergegeven -: met als de op 25 januari 2010 tegenover die verbalisant afgelegde verklaring van aangever [betrokkene 1]:
Op 25 januari 2010 was ik werkzaam in snackbar "[A]" te Rotterdam. Omstreeks 02:45 uur waren vier klanten in de zaak. Twee klanten ken ik niet bij naam. Ik zal één van deze de "dader" noemen want hij heeft mij gestoken en de andere man noem ik de "oude man". Ik stond achter de balie. De dader en de oude man kwamen samen binnenlopen. Ik zag dat de dader aan een tafel en op een van de stoelen daarbij aan de rechterzijde van de snackbar ging zitten. Terwijl de dader mij aankeek, hoorde ik dat hij iets tegen mij zei in de Turkse taal. Ik verstond niet alles wat hij zei, maar ik hoorde iets van "moeder" en "ik neuk je moeder" of woorden van gelijke strekking. Ik zei tegen de dader dat hij alles tegen mij mocht zeggen, maar niets over mijn moeder. Opeens stond de dader op en schreeuwde in de Nederlandse taal dat hij niets over mijn moeder had gezegd. Ik zei tegen hem dat ik hem wel had verstaan. Ik zag dat hij boos werd en driftig met zijn armen stond te zwaaien. Ik hoorde dat hij diverse malen riep: "homo en klootzak." Ik liep hierop achter de balie vandaan. Ik zei dat hij weg moest gaan, omdat zijn eten op was. Op dat moment stonden de dader en ik een kleine meter van elkaar af voor de balie. De dader werd agressief en wilde steeds op mij afkomen. Ik hoorde dat hij naar mij schreeuwde. Ik hield steeds afstand van de dader. Opeens zag ik dat de dader iets in zijn rechterhand had. Ik kon niet zien wat het was. Ik zag dat hij met zijn gestrekte rechterarm op mij afkwam lopen. Opeens voelde ik bloed over mijn borst lopen. Ik draaide mij om en zag in de spiegel een snee aan de linkerzijde van mijn nek zitten. De snee was een centimeter of acht en bloedde erg. Ik was in één keer van de kaart en probeerde met mijn hand de wond dicht te duwen. Ik probeerde 112 te bellen met mijn mobiele telefoon. Dat ging niet gemakkelijk, want ik moest de dader tegenhouden. Ik ben met de ambulance meegegaan en in het EMC hebben ze de snee in mijn nek gehecht. Ik ben erg geschrokken en bang. Ik dacht ook echt dat ik dood zou gaan.
2. Het proces-verbaal van de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergeven -: als de op 31 augustus 2011 tegenover deze raadsheer-commissaris afgelegde verklaring van aangever [betrokkene 1]:
We liepen met z'n drieën in de zaak in rondjes. De verdachte wilde niet weg. Toen gebeurde het opeens dat hij mij stak in mijn nek. [betrokkene 2] hielp mij na de eerste keer dat ik was gestoken. De tweede keer probeerde ik het mes weg te halen en werd ik in mijn hand gestoken.
3. Een geschrift, zijnde een medische verklaring van de Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond d.d. 16 februari 2010 betreffende [betrokkene 1], opgemaakt en ondertekend door de forensisch arts L.C. Los, voor zover inhoudende - kort en zakelijk weergegeven -:
Letselbeschrijving en conclusies
Informatie SEH arts Erasmus MC over bezoek 25 januari 2010.
Objectieve bevindingen: wond van +/- 8 cm in de hals links tot in de onderhuid. Wond gehecht met 5 hechtingen. Genezingsduur: +/- 2 weken, blijvende littekens.
4. Een proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 25 januari 2010 met nummer PL2010027113-8, in wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend door twee daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende - kort en zakelijk weergegeven -: Met als relaas van deze opsporingsambtenaren:
Op maandag 25 januari 2009 (het hof begrijpt: 25 januari 2010) omstreeks 3.18 uur werden wij verbalisanten door de regionale politiemeldkamer Rotterdam-Rijnmond gestuurd naar de [a-straat 1] te Rotterdam. Aldaar is snackbar "[A]" gevestigd. Wij verbalisanten hebben in de snackbar fotografische opnamen gemaakt van een mes dat werd aangetroffen achter de toonbank. Wij hebben het mes in beslag genomen.
5. Een proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 8 februari 2010 met nummer PL2010027113-25, in wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende - kort en zakelijk weergegeven -: Met als relaas van deze opsporingsambtenaar:
Het op 25 januari 2010 in de snackbar [A] in beslag genomen mes betreft een zogenaamd zakmes/vissersmes van het merk "Walther" en is geheel van metaal. Het mes bestaat uit een metalen lemmet van 7,9 centimeter lang en 2,5 centimeter breed en heeft één snijkant. Het metalen handvat is 10,5 centimeter lang waarop een zogenaamde "centerpons", een stalen pen met een harde punt, aan de achterzijde is bevestigd. Het mes is enkelhandig te openen en te sluiten door middel van een ingebouwd veermechanisme.
6. Een proces-verbaal van bevindingen van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 26 januari 2010 met nummer PL2010027113-18, in wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend door twee daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende - kort en zakelijk weergegeven -: Met als relaas van deze opsporingsambtenaren:
Wij stelden een onderzoek in naar de opgenomen videobeelden van een steekincident in de snackbar [A] gelegen aan de [a-straat 1] te Rotterdam. Wij keken naar deze videobeelden. Wij zagen de beelden van een tweetal camera's namelijk VS-02 Camera 1 en VS-02 Camera 2. De beelden van beiden camera's werden naast elkaar afgespeeld. Wij zagen dat de starttijd van de veiliggestelde beelden 02.58.47 uur was.
02.58.47
Wij zagen op de beelden de ambtshalve bekende verdachte [verdachte], nader te noemen 'verdachte', en de aangever [betrokkene 1], nader te noemen 'aangever'. Verder zagen wij vier onbekende personen in de publieke ruimte en een medewerker van Snackbar [A] achter de toonbank. Wij zagen dat de verdachte samen met een kalende man eten bestelde bij aangever.