Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
- De activiteiten bij de Kamer van Koophandel in [plaats 2] zijn ingeschreven.
- Hij geen mogelijkheid heeft gehad zijn raadgevend bureau in Oostenrijk te vestigen (onderdeel 2.3).
- Hij zich over de hele wereld profileert als Nederlandse ondernemer met een vestiging in Nederland.
- Bij de beoordeling of sprake is van een onderneming, de aard en omvang van de raadgevende activiteiten van belang zijn, zoals die blijken uit de jaarlijkse omzetten die worden behaald met die activiteiten.
- Het normaal is dat een startende onderneming aanloopverliezen heeft maar dat dit niet afdoet aan de kwalificatie onderneming.
- Belanghebbendes woonplaats ( [woonplaats] ) geen beletsel vormt om te concluderen tot een onderneming in Nederland.
4.5. (…) Afgezien van het geval dat de gedragslijn berust op een toezegging waarvan de belastingplichtige mocht menen dat zij ook voor het onderhavige jaar zou gelden, is voor in rechte te beschermen vertrouwen als hier bedoeld meer vereist dan de enkele omstandigheid dat de inspecteur gedurende een aantal jaren bij het regelen van de aanslag op een bepaald punt de aangifte heeft gevolgd. De gerechtvaardigdheid van het vertrouwen hangt af van de waardering van – voor zoveel nodig in onderlinge samenhang te beoordelen – omstandigheden die bij de belastingplichtige de indruk hebben kunnen wekken dat een door de inspecteur gedurende een aantal jaren betreffende dezelfde aangelegenheid gevolgde gedragslijn berust op een bewuste standpuntbepaling. Deze indruk is doorgaans niet gewettigd, indien de gedragslijn van de inspecteur voor de belastingheffing in het verleden geen of verhoudingsgewijs geringe gevolgen heeft gehad. Omstandigheden als vorenbedoeld kunnen onder meer zijn gelegen in de vaststelling van een aanslag in overeenstemming met een aangifte waarin de belastingplichtige de voor die aanslag van belang zijnde aangelegenheid uitdrukkelijk en gemotiveerd aan de orde had gesteld, in de vaststelling van een aanslag na raadpleging van bewijsstukken, na gehouden besprekingen of gevoerde correspondentie, dan wel in overeenstemming met eerder verstrekte, voor de toen op te leggen aanslag van belang zijnde inlichtingen, of in de tegemoetkoming aan een bezwaar betreffende dezelfde zich onveranderd voordoende aangelegenheid.”
- Hij in de woning niet beschikt over een uitgebreid kantoor of ontvangstkamer waar hij mensen kan ontvangen en dat het zelden voorkomt dat hij in de woning collega’s of klanten ontvangt.
- Hij in de woning alleen via zijn laptop werkzaam is voor de onderneming, net zoals hij dat overal ter wereld kan doen en ook doet, dat op zijn laptop al zijn documenten staan en via deze laptop werkt hij aan deze documenten, zodat hij niet fysiek aan de woning is gebonden.
- Hij zijn opdrachtgevers ontmoet op de vele internationale bijeenkomsten waaraan hij deelneemt en hij zijn werkzaamheden vaak buiten de woning uitoefent, bijvoorbeeld middels zijn laptop op een hotelkamer.
- Hij op afstand zijn contacten in het buitenland onderhoudt waarbij de locatie op zich niet zo van belang is.
- Ten aanzien van de opdracht van de [E] , betreffende de kerncentrale in [plaats 4] (in 2015), hij met zijn collega-experts heeft vergaderd in een nabijgelegen hotel in [plaats 2] .
- Hij (ook) in de woning verblijft in verband met zijn eigendom van in Nederland gelegen landbouw- en bospercelen en ‘om te genieten van het mooie Zeeland’.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- verklaart het incidentele hoger beroep gegrond;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).