ECLI:NL:GHSHE:2019:2370
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Erfrechtelijke geschillen tussen mede-erfgenamen over administratieve gegevens en bescheiden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een erfrechtelijke kwestie. De appellant, vertegenwoordigd door mr. G.G.J. van Kooten, heeft de procedure aangespannen tegen twee geïntimeerden, [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2], die werden bijgestaan door mr. A.B. Noordhof. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarin de betrokken partijen zijn aangespoord om administratieve gegevens en bescheiden te overleggen. De appellant heeft in zijn akte van 19 maart 2019 twee vorderingen ingediend, waarvan de tweede vordering betrekking heeft op de hoofdelijke veroordeling van de geïntimeerden tot betaling van de proceskosten. Het hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerden niet tijdig voldeden aan het verstrekken van de gewenste informatie, wat heeft geleid tot nodeloos gemaakte proceskosten in hoger beroep. Het hof heeft geoordeeld dat de appellant met het hoger beroep de beschikking heeft gekregen over de benodigde gegevens en bescheiden, en heeft het vonnis van de kantonrechter van 26 november 2015 bekrachtigd, met veroordeling van de geïntimeerden in een deel van de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 9 juli 2019.