Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,
24.Het verdere verloop van het geding
25.De verdere beoordeling
26.De uitspraak
geenantwoordakte appellant);
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een erfrechtskwestie. De appellant, vertegenwoordigd door mr. G.G.J. van Kooten, heeft de zaak aangespannen tegen twee geïntimeerden, vertegenwoordigd door mr. A.B. Noordhof. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarin verschillende aspecten van de zaak zijn behandeld, waaronder de verkoop van een 45-km wagen en de gevolgen van het overlijden van een van de geïntimeerden.
De procedure is gestart naar aanleiding van een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, dat op 26 november 2015 is gewezen. In het tussenarrest van 22 januari 2019 is het hof ingegaan op het overlijden van de tweede geïntimeerde en de gevolgen daarvan voor de procedure. Het hof heeft besloten om voort te procederen op naam van de oorspronkelijke procespartij, zonder rechtsopvolgers.
De appellant heeft in zijn antwoordakte producties overgelegd die volgens hem aantonen dat de 45-km wagen op 30 oktober 2014 is verkocht en dat er onduidelijkheid bestaat over de opbrengst van deze verkoop. De geïntimeerden hebben aangegeven niet op de hoogte te zijn van de verkoop en de opbrengst. Het hof heeft de geïntimeerden in de gelegenheid gesteld om te reageren op de nieuwe informatie die door de appellant is overgelegd, en heeft iedere verdere beslissing aangehouden. De zaak is verwezen naar de rol van 4 juni 2019 voor een akte aan de zijde van de geïntimeerden.