Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
€ 1468,-, bestaande uit kosten bezwaarfase van € 488,- (1 punt voor het indienen van het (aanvullend) bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting, waarde per punt € 244 en wegingsfactor 1) en kosten beroepsfase van € 980,- (1 punt voor het (aanvullend) beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, waarde per punt € 490,- en wegingsfactor 1).
à€ 42,-.’.
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Overwegingen
5.De beslissing
- vernietigtde uitspraak van de Rechtbank,
- verklaarthet tegen de uitspraken van de Heffingsambtenaar ingestelde beroep gegrond,
- vernietigtde uitspraken van de Heffingsambtenaar,
- bepaaltdat de vastgestelde waarde van de onroerende zaak wordt verminderd tot € 200.000 en dat de aanslag onroerende zaakbelastingen dienovereenkomstig wordt verminderd,
- gelastdat de Heffingsambtenaar aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank betaalde griffierecht ten bedrage van € 45 vergoedt,
- gelastdat de griffier van het Hof aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van € 123 vergoedt, en
- veroordeeltde Heffingsambtenaar in een tegemoetkoming van de kosten van het bezwaar, van het geding bij de Rechtbank en van het geding bij het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op (in totaal) € 2.222.