2.2.De Gemeente heeft in het kader van de uitvoering van de forensenbelasting met een aantal exploitanten van recreatieterreinen afspraken gemaakt over de heffing van de forensenbelasting vanaf belastingjaar 2010. Die afspraken zijn vastgelegd in convenanten. Het tussen de Gemeente en [A] gesloten convenant (hierna: het convenant) behelst, onder meer, het volgende:
“
DE ONDERGETEKENDEN:
Burgemeester en wethouders en de heffingsambtenaar van de gemeente Oisterwijk ,
ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door
wethouder van financiën, handelend ter uitvoering van het besluit van het college
en de heffingsambtenaar, hierna te noemen “Gemeente”,
De Exploitant van het recreatieterrein [A] B.V., ten deze
rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer [E] en mevrouw [F]
, hierna te noemen “Exploitant”
Gezamenlijk te noemen “Partijen”;
Met ingang van 2009 is in Oisterwijk de forensenbelasting ingevoerd. Het
gemeentebestuur van Oisterwijk heeft besloten om met ingang van 2010 de
forensenbelasting op een praktischer wijze te heffen. Ten behoeve van de uitvoering
en de relatie met de toeristenbelasting vinden partijen het gewenst om een aantal
uitgangspunten vast te leggen.
Het is wenselijk langdurige afspraken te maken over de hoogte van de
forensenbelasting in relatie tot de toeristenbelasting.
Daarnaast is het wenselijk dat de Exploitant in het kader van de doelmatige
uitvoering van de forensenbelasting zoals bedoeld in artikel 64 van de Algemene wet
inzake rijksbelastingen de belastingplicht voor de forensenbelasting overneemt van
de eigenaren van de gemeubileerde woningen op het recreatieterrein van de
Exploitant. Het is immers voor de Gemeente zeer lastig om alle adressen te
achterhalen van deze eigenaren en de verhuur- en gebruikstatus bij te houden. Het
overnemen van de belastingplicht betreft uitsluitend de vakantieonderkomens op
vaste jaar- en seizoensplaatsen (stacaravans, chalets, eenvoudige vakantiehuisjes,
géén toercaravans) waarvoor geen WOZ-waarde wordt vastgesteld. De Exploitant
kan de heffing vervolgens zelf verrekenen met de eigenaren van de
vakantieonderkomens.
EN KOMEN HIERBIJ HET VOLGENDE OVEREEN
De Gemeente
1 De Gemeente zal het vaste bedrag per gemeubileerde woning van de
forensenbelasting dat wordt geheven voor objecten waarvoor geen WOZ
waarde is of wordt vastgesteld, zoals bedoeld in de verordening op de heffing en
invordering van forensenbelasting, gelijk stellen aan het forfaitaire tarief van een
jaarplaats voor de toeristenbelasting, zoals dit is vastgelegd in de verordening op
de heffing en invordering van toeristenbelasting. Hierdoor worden de eigenaren
van deze woningen die belastingplichtig zijn voor de forensenbelasting niet
zwaarder belast dan op basis van de forfaitaire heffing van toeristenbelasting zou
geschieden.
2 Het college van B&W zal geen voorstellen doen om de forensenbelasting voor de
in punt 1 genoemde objecten voor de belastingjaren 2010 tot en met 2019,
verder te verhogen dan het forfaitaire tarief van een jaarplaats voor de
toeristenbelasting.
3 Het college van B&W zal ieder jaar een voorstel doen aan de gemeenteraad om
het tarief voor het jaar na het komende belastingjaar vast te stellen. Hierdoor
wordt bereikt dat de exploitanten vroegtijdig op de hoogte zijn van eventuele
tariefwijzigingen.
4 De Exploitant verklaart, gelet op het bepaalde in artikel 64 van de Algemene wet
inzake Rijksbelastingen, voor de op zijn complex gelegen gemeubileerde
woningen en vakantieonderkomens op vaste jaar- en seizoensplaatsen (zoals
stacaravans, chalets, eenvoudige vakantiehuisjes) waarvoor geen WOZ-waarde
is of wordt vastgesteld, de belastingplicht voor de forensenbelasting over te
nemen van de individuele eigenaren. Hier staat geen vergoeding tegenover.
5 De exploitant zal een gedetailleerde afdracht doen van de door hem
ontvangen bedragen forensenbelasting en toeristenbelasting, zodat blijkt voor
hoeveel kampeermiddelen het vaste bedrag dan wel het forfait wordt betaald.
Als de exploitant hef bedrag van de forensenbelasting niet of niet geheel heeft
ontvangen van een of meer gemeubileerde woningen op zijn terrein, en
vermoedt dat het niet betaalde bedrag niet vrijwillig zal worden betaald, zal hij
de heftingsambtenaar daarvan in kennis stellen, zodat deze de invordering bij de
eigenaar van de gemeubileerde woning kan overnemen. Dit geldt uitsluitend
voor degenen die de forensenbelasting niet betalen, terwijl ze wel de huur voor
de ondergrond van de gemeubileerde woning aan de exploitant betalen.
Betalingen die worden gedaan op een factuur worden als eerste te zijn gedaan
op de standplaatshuur.
6 Partijen stellen vast dat de heffingsmaatstaf en het belastingtarief voor de
forensenbelasting zal worden toegepast conform het daarover bepaalde in de
Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting.
7 De Exploitant verklaart de administratieve kosten die verbonden zijn aan de
verrekening van de forensenbelasting met zijn klanten, voor eigen rekening te
nemen.
8 De Exploitant zal jaarlijks bij wege van voorlopige aanslag een voorlopige
betaling doen van de forensenbelasting over het belastingjaar. Deze betaling
betreft 85% van de vermoedelijke forensenbelasting van het belasting en zal bij
de gemeente zijn gedaan vóór eind november van het belastingjaar.
9 Partijen verklaren dit convenant te hebben ondertekend nadat zij beide
voldoende in de gelegenheid zijn gesteld zich over de gevolgen van dit
convenant te beraden.
10 Het sluiten van dit convenant heeft tot gevolg dat de partijen dit in beginsel niet
in rechte kunnen aantasten. Exploitant kan ter zake van de inhoud van de
onderhavige overeenkomst derhalve geen gebruik meer maken van het recht
van bezwaar en beroep. Met ondertekening van dit convenant verklaren
partijen uitdrukkelijk dat zij deze consequentie volledig hebben begrepen en
aanvaard.
11 Dit convenant is van kracht gedurende 10 jaar, te beginnen in 2010.
De verplichtingen van de Exploitant jegens de Gemeente eindigen indien de
Exploitant zijn bedrijf overdraagt aan een ander of zijn bedrijf beëindigt. De
Exploitant brengt hiervan de Gemeente en de eigenaren van de objecten als
bedoeld in artikel 1 zo snel mogelijk na de overeenkomst van ter zake van de
bedrijfsoverdracht of bedrijfsbeëindiging op de hoogte.
12 Indien er zich overigens ontwikkelingen voordoen, waardoor het voor één of
beide partijen gewenst is om bepalingen bij te stellen, toe te voegen of te
schrappen, dan wel het hele convenant te herzien, treden de Gemeente en de
Exploitant hierover met elkaar in overleg. In het negende jaar treden partijen in
overleg om tot een nieuw convenant op dit punt te komen. De Gemeente zal
hiertoe de Exploitant uitnodigen voor een gesprek.
Dit convenant kan worden aangehaald als: “Convenant uitvoering
Forensenbelasting gemeente Oisterwijk ”.