Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 november 2010 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, wonende te Z, tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, alsook de daarbij opgelegde boetebeschikkingen. De uitspraak van het Gerechtshof, gedateerd 14 augustus 2009, had betrekking op de zaak met nummer 04/02221. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO). Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder verdere inhoudelijke behandeling heeft afgedaan, wat gebruikelijk is in gevallen waar de rechtsvraag niet voor verdere behandeling in aanmerking komt. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de eerdere beslissing van het Gerechtshof, waarmee de navorderingsaanslagen en de boetes in stand zijn gebleven. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de toepassing van belastingrecht en bestuursrecht in het kader van navorderingsaanslagen en boetes verduidelijkt.