Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
belanghebbende,
de Heffingsambtenaar,
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
vernietigtde uitspraak van de Rechtbank, voor zover die de zaak met rechtbankkenmerk 11/357 betreft,
verklaarthet bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond, voor zover die de zaak met rechtbankkenmerk 11/357 betreft,
vernietigtde uitspraken op bezwaar betreffende de beschikking 2009 en de aanslag 2009,
wijzigtde beschikking 2009 in dier voege dat de waarde van de onroerende zaak per de waardepeildatum 1 januari 2008 en naar de toestand op 1 januari 2009 wordt vastgesteld op € 2.000.000,
bepaaltdat de aanslag 2009 wordt verminderd overeenkomstig de nader vastgestelde waarde voor de onroerende zaak,
gelastdat de Heffingsambtenaar aan belanghebbende vergoedt het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht van in totaal € 764,
veroordeeltde Heffingsambtenaar in de kosten van het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal € 3.724, en
wijstde gemeente ’s-Hertogenbosch aan als de rechtspersoon die de proceskosten moet vergoeden.