ECLI:NL:GHSHE:2011:2128
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Etten
- A. den Hartog Jager
- J. Bochove
- Rechtspraak.nl
Verdeling van gemeenschap tussen broers en afrekening van onroerende zaken
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure over de verdeling van een gemeenschap tussen broers en de afrekening van onroerende zaken. De zaak is ontstaan uit een eerder vonnis van de rechtbank Maastricht, waarbij de broers in een geschil verwikkeld waren over de eigendom en het beheer van onroerend goed. De appellant, vertegenwoordigd door mr. Ph.C.M. van der Ven, heeft in zijn memorie van grieven elf grieven aangevoerd en verzocht om vernietiging van de eerdere vonnissen. Tevens heeft hij een incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis ingesteld, alsook een vordering tot zekerheidstelling. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. J.R.G. Smulders, heeft deze vorderingen bestreden en geconcludeerd tot afwijzing.
Het hof heeft in zijn beoordeling de eerdere arresten en de argumenten van beide partijen in overweging genomen. Het hof oordeelde dat de appellant niet voldoende nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die een schorsing van de tenuitvoerlegging rechtvaardigden. De appellant stelde dat de rechtbank in eerste aanleg niet alle relevante feiten had overwogen, maar het hof concludeerde dat de door hem aangevoerde omstandigheden niet als nieuw konden worden aangemerkt. Het hof benadrukte dat de kans van slagen van het hoger beroep niet relevant is voor de beoordeling van de incidentele vorderingen.
Uiteindelijk heeft het hof de incidentele vorderingen van de appellant afgewezen en hem veroordeeld in de kosten van het incident. De hoofdzaak is verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van de geïntimeerde, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden. Het arrest is uitgesproken op 10 mei 2011 door de rechters M. van Etten, A. den Hartog Jager en J. Bochove.