Hof is voornemens aan de deskundige de volgende vragen voor te leggen.
I. Wat is op het moment van uw onderzoek de waarde in verhuurde staat (als beleggingsobject) van:
a. het cafépand met zaal, bovenwoning en ondergrond, open plaats en verdere aan- en onderhorigheden, staande en gelegen aan de [pand 2] , te [plaats] ;
b. het cafépand met bovenwoning en ondergrond, erf en verdere aan- en onderhorigheden, staande en gelegen aan de [pand 1] te [plaats] ;
c. het cafépand met friture, zaal en woonhuis, een en ander met ondergrond, erf, tuin en verdere aan- en onderhorigheden, staande en gelegen aan de [pand 3] te [plaats] , gemeente Meersen;
d. het cafépand met zaal, ondergrond, erf en verdere aan- en onderhorigheden, staande en gelegen aan de [pand 4] te [plaats] ;
II. Kunt op basis van de door partijen aan u te verstrekken gegevens vaststellen welke hypotheekschulden op dit moment op de genoemde panden rusten? Zijn dat de in rechtsoverweging 11.3.5 van het tussenarrest van 27 maart 2012 genoemde kredieten die zijn verstrekt onder de rekeningnummers [bankrekeningnummer 1] , [bankrekeningnummer 2] , [bankrekeningnummer 3] en [bankrekeningnummer 4] ? Wat is de hoogte van de op elk van de panden rustende hypotheekschuld en wat is, rekening houdend met die schuld, de overwaarde van elk van de panden?
III. Heeft u voor het overige nog opmerkingen waarvan u het zinvol acht dat het hof daar kennis van neemt?