Over de werkwijze inzake de urenregistratie heeft de directeur van [het uitzendbureau] in het kader van het onderzoek door de Inspectie SZW verklaard:
“A: wij maken een planning daar zetten we op wie er gaat werken. De klant geeft zelf aan welke dagen de werknemer gewerkt heeft en de werktijden of uren. De klant geeft met een kruisje op de planning aan op welke dagen de werknemer gewerkt heeft. Dat gebeurd vaak achteraf, eind van de week of begin van de volgende week. (…) Bij [belanghebbende] is het zo dat hij alles zelf regelt; zoals het verlof van het personeel van [het uitzendbureau] werkzaam bij [belanghebbende]. Ik maak een planning en deze geef ik door aan [belanghebbende]. [Belanghebbende] vult zelf de dagen en gewerkte uren in in deze planning. Daar staat niet op als ze met verlof zijn of ziek zijn. Ik betaal van de werknemers de uren uit die vermeld staan op deze planning.
(…)
V: Hoeveel uren bedraagt volgens u het aantal gewerkte uren van deze personen in week 34 van 2015?
A:ik kan u berekening waarin u aangeeft dat het 56 uren zijn volgen. Deze rekenmethode hebben wij ook min of meer toegepast.
V: Hoe kunt u dan verklaren dat u deze werknemers volgens loonstrook 34 van 2015 voor 40 uur heeft verloond?
A: ik krijg een urendeclaratie van mijn klant, dus [belanghebbende], aangeleverd. Daar ga ik van uit.
V: Wij, arbeidsinspecteur (…), kunt u vertellen dat wij dit bijna wekelijks hebben geconstateerd dat de verloonde uren vermoedelijk afwijken van de totaal gewerkte uren. Dit blijkt uit de rittenregistraties van alle auto's die op de planning voorkomen. Wat kunt u hierover verklaren?
A: dat is mij nu ook gebleken en uw redenatie kan ik wel volgen.
(…)
V: Uit de door ons ontvangen bescheiden van [het uitzendbureau] is gebleken dat in week 37 van 2015 op de planning stonden 46 personen om te werk gesteld te worden bij [belanghebbende]. Uit de urenstaat blijkt dat er slechts 12 weknemers werkzaam zijn geweest bij [belanghebbende]. Tevens blijkt uit de rittenadministratie dat er 7 auto's hebben gereden naar [belanghebbende]. En blijkt dat er 4 personen met eigen vervoer hebben gereden naar [belanghebbende]. Hoe kunt u verklaren dat er met 7 auto's van [het uitzendbureau] is gereden en maar in totaal 8 werknemers hiervan zijn verloond als bestuurder of meerijder?
A: [I] heeft mij daarover aangesproken. Het is niet normaal dat er 7 auto's van ons rijden met in totaal voor 8 personen. Mijn conclusie is dat er mensen van ons gewerkt hebben bij [belanghebbende] en niet op de aangeleverde urendeclaratie zijn doorgegeven door [belanghebbende]. Het is uitermate onwaarschijnlijk dat er maar 8 personen zouden hebben gewerkt van ons bij [belanghebbende].
(…)
V: Een voormalig werknemer van [het uitzendbureau], (…), die onder andere in de onderzoeksperiode contactpersoon was bij [belanghebbende], verklaarde aan ons, (…) dat hij signalen aan [J] en [K] heeft afgegeven dat er meer uren gewerkt werden door de uitzendkrachten dan 40 uur per week. Zowel doordeweeks als op zaterdagen werden er meer uren gewerkt. Volgens zijn verklaring kreeg hij als antwoord van [J] en [K] dat daarover afspraken gemaakt waren met [belanghebbende]. Ook had hij doorgegeven dat de verloning van week 37 niet klopte. Wat is uw reactie hierop?
A: ik heb dat bij [J] neergelegd en hem gevraagd dat hij met [belanghebbende] hierover moest praten. [J] heeft mij teruggekoppeld dat hij met [belanghebbende] heeft gesproken en dat zij hebben verklaard dat zij een rustige week hebben gehad. Ik heb met [belanghebbende] geen afspraken gemaakt en deze ook niet schriftelijk vastgelegd. (…).”