ECLI:NL:GHDHA:2024:1568

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
11 september 2024
Publicatiedatum
11 september 2024
Zaaknummer
22-002037-21
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelname aan terroristische organisatie en opruiing tot terroristische misdrijven via sociale media

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 11 september 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die werd beschuldigd van deelname aan de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS) en het opruien tot terroristische misdrijven. De verdachte werd verweten dat zij in verschillende Telegramgroepen, waaronder Greenb1rds, berichten en video’s heeft gedeeld die de gewapende jihad en terroristische activiteiten verheerlijken. De tenlastelegging omvatte onder andere het medeplegen van deelname aan een terroristische organisatie, het trainen in het plegen van terroristische misdrijven, en het opruien tot het plegen van oorlogsmisdrijven. Het hof sprak de verdachte vrij van het onder 5 tenlastegelegde, omdat niet bewezen kon worden dat haar gedragingen een aanranding van de persoonlijke waardigheid opleverden. Echter, de verdachte werd wel schuldig bevonden aan de andere tenlastegelegde feiten. Het hof legde een gevangenisstraf van 48 maanden op, met aftrek van voorarrest, en gelastte ter beschikking stelling met verpleging van overheidswege. De verdachte werd ook onderworpen aan een maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking, gezien de ernst van de feiten en het risico op herhaling.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002037-21
Parketnummers: 09-748012-19 en 09-748012-19-P
Datum uitspraak: 11 september 2024
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 29 juni 2021 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans gedetineerd in P.I. [naam PI] te [plaats PI].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-748012-19 onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde en het in de zaak met parketnummer 09-748012-19-P tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren met aftrek van voorarrest. Voorts is ten aanzien van haar de terbeschikkingstelling (hierna: TBS) met verpleging van overheidswege gelast en is beslist omtrent de inbeslaggenomen voorwerpen, zoals vermeld in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsvrouw verzocht haar cliënt niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven partiële vrijspraken.
Het hof overweegt als volgt.
Gelet op het bepaalde in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan de verdachte alleen hoger beroep instellen van gevoegde zaken waarin hij niet van de gehele tenlastelegging is vrijgesproken. Het hof is van oordeel dat deze situatie zich in de onderhavige zaak niet voordoet, zodat ook de gedachtestreepjes waarvan de verdachte in eerste aanleg is vrijgesproken aan het oordeel van het hof onderworpen zijn.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen met parketnummers 09-748012-19 en 09-748012-19-P. De dagvaardingen zijn op de terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit arrest gehecht.
De in dit arrest genoemde bijlagen maken deel uit van dit arrest.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-748012-19 onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde en het in de zaak met parketnummer 09-748012-19-P tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5,5 jaren en dat aan de verdachte daarnaast ongemaximeerde TBS met dwangverpleging zal worden opgelegd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak ten aanzien van feit 5
Toetsingskader
Het verbod op aanranding van de persoonlijke waardigheid, door vernederende en onterende behandeling, zoals ten laste gelegd onder feit 5, is ook in gemeenschappelijk artikel 3 van de Geneefse Conventies van 1949 vastgelegd. Dit verbod is herbevestigd in de Aanvullende Protocollen en wordt beschouwd als geldend internationaal gewoonterecht. De Geneefse Conventies noch de Aanvullende Protocollen geven echter een definitie van aanranding van de persoonlijke waardigheid. [1]
Het hof zal ten aanzien van aanranding van de persoonlijke waardigheid door vernederende en onterende behandeling de lijn volgen die eerder in de jurisprudentie is uiteengezet en daarbij specifiek op misdrijven gepleegd tegen overleden personen ingaan.
Voor de vaststelling of de verweten gedragingen kunnen worden gekwalificeerd als het oorlogsmisdrijf aanranding van de persoonlijke waardigheid, dient volgens de ICC Elements of Crimes aan de volgende vereisten te zijn voldaan:
The perpetrator humiliated, degraded or otherwise violated the dignity of one or more persons.
The severity of the humiliation, degradation or other violation was of such degree as to be generally recognized as an outrage upon personal dignity.
Such person or persons were either
hors de combat, or were civilians, medical personnel or religious personnel taking no active part in the hostilities.
The perpetrator was aware of the factual circumstances that established this status.
The conduct took place in the context of and was associated with an armed conflict not of an international character.
The perpetrator was aware of factual circumstances that established the existence of an armed conflict. [2]
Welke specifieke gedragingen als aanranding van de persoonlijke waardigheid kunnen worden aangemerkt, wordt echter niet nader gedefinieerd. De ernst van de vernedering, onterende behandeling of andere schending van de menselijke waardigheid, dient derhalve van geval tot geval te worden beoordeeld aan de hand van objectieve criteria. In dit verband is van doorslaggevende betekenis of de vernedering zo intens is geweest dat bij ieder redelijk denkend persoon diepe verontwaardiging en woede zou oproepen. Doch is niet vereist dat het slachtoffer blijvende of langdurige gevolgen van aanranding ondervindt. [3]
Net als wrede of onmenselijke behandeling kan aanranding van de persoonlijke waardigheid bestaan uit één geïsoleerde handeling, maar ook het gevolg zijn van een combinatie of ophoping van verschillende handelingen, die los van elkaar als niet wrede of onmenselijke behandeling zou worden gekwalificeerd. Het hof volgt hetgeen door het ICTY in de Aleksovski zaak is bepaald:
"The seriousness of an act and its consequences may arise either from the nature of the act per se or from the repetition of an act or from a combination of different acts which, taken individually, would not constitute a crime within the meaning of Article 3 of the Statute. The form, severity and duration of the violence, the intensity and duration of the physical or mental suffering, shall serve as a basis for assessing whether crimes were committed.” [4]
In de Al-Hassan zaak heeft de ICC recentelijk vastgesteld dat aanranding van de persoonlijke waardigheid mede kan bestaan uit het publiekelijk voltrekken van lijfstraffen. In deze zaak werden gevangenen blootgesteld aan ernstige vernedering doordat zij onder meer in het openbaar werden gegeseld of gedwongen amputaties moesten ondergaan. De ICC overwoog in dat verband dat: “
the very public nature of the floggings intensified the associated humiliation and disgrace inflicted upon the victims by members of Ansar Dine/AQIM.” [5]
De publieke schaamte en vernedering die met dergelijke lijfstraffen gepaard gaan, worden weerspiegeld in de schok die dit onder de burgerbevolking te weeg heeft gebracht. [6]
Ten aanzien van de slachtoffers geldt dat het verbod op aanranding van de persoonlijke waardigheid, in het bijzonder vernederende en onterende behandeling, ook gedragingen gepleegd jegens overleden personen omvat. [7] Voorbeelden zijn verminkingen van dode lichamen, het herbegraven van overledenen om misdrijven te verhullen, het afsnijden van lichaamsdelen als trofeeën en het blootstellen van een lijk aan publieke vertoning. [8]
Voor aanranding van de persoonlijke waardigheid is geen bijzonder oogmerk vereist, zoals dat bijvoorbeeld wel bij marteling het geval is. Wel moet de verdachte hebben kunnen inzien dat het slachtoffer zich redelijkerwijze vernederd zou kunnen voelen ten gevolge van zijn of haar gedraging. [9]
Het hof heeft slechts die elementen van aanranding van de persoonlijke waardigheid, door vernederende en onterende behandeling uit de jurisprudentie aangehaald die relevant zijn voor de beoordeling van hetgeen aan de verdachte in de onderhavige zaak is tenlastegelegd. Het hof benadrukt dat het geen limitatieve opsomming van elementen van het misdrijf betreft.
Beoordeling door het hof
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat ten tijde van de tenlastegelegde feiten er geen sprake meer was van een gewapend conflict in Syrië en/of Irak, dat de slachtoffers niet langer beschermd werden door internationaal humanitair recht doordat zij reeds enkele jaren voordat de verdachte de video’s deelde zijn overleden, en dat de ernst van de gedragingen die aan de verdachte ten laste worden gelegd niet voldoende is om te kunnen spreken van vernederende of onterende behandeling die de persoonlijke waardigheid aantast. De raadsvrouw betwist bovendien dat er – in het bijzonder gelet op de geografische afstand tussen de verdachte enerzijds en het conflict anderzijds – voldoende nexus bestond tussen het destijds aanwezige gewapende conflict en het delen van de video’s, en er sprake is van medeplegen.
Het Openbaar Ministerie heeft daarentegen betoogd dat er in 2019 nog steeds sprake was van een langdurig niet-internationaal gewapend conflict tussen de (Syrische en) Irakese regeringstroepen en IS. De slachtoffers zijn gevangengenomen personen aan wie derhalve op elk moment in de video’s bescherming toekomt en verdachte was van deze beschermde status op de hoogte. Het geheel van gedragingen van de verdachte is bovendien van zodanige aard en ernst zijn dat zij zich als pleger schuldig heeft gemaakt aan het oorlogsmisdrijf aanranding van de persoonlijke waardigheid. De vereiste nexus is tenslotte, in de optiek van het Openbaar Ministerie, niet gebonden aan landsgrenzen, maar dient te worden bezien in het licht van nieuwe digitale ontwikkelingen.
Het hof oordeelt als volgt.
Met de rechtbank en het OM, stelt het hof vast dat de verdachte op 25 en 26 september 2019 twee video’s, die officiële publicaties van IS zijn, heeft verspreid in een Telegramgroep met 80 gelijkgestemde leden die op grote schaal beeldmateriaal van IS deelden waarin gruwelijk geweld tegen andersgelovigen wordt verheerlijkt en aangeprezen. Bij de eerste video heeft de verdachte de tekst “like roasted chicken” toegevoegd.
In video 1 is te zien hoe vier mannen in oranje overalls aan handen en voeten geketend aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof levend in brand worden gestoken. Nadat de mannen zijn verbrand, worden hun verkoolde lichamen in beeld gebracht terwijl zij nog steeds aan de stellage hangen. Bij de video is een Arabisch bijschrift geplaatst waarvan de vertaling luidt:
Dit is kwelling voor de vijanden van Allah de Verhevene. Verspreid en deel hem #verbranding van de_islam_vijanden.
Video 2 toont een zittende man, gekleed in camouflagekleding met de Irakese vlag op de borst. Er wordt tegen hem gezegd dat hij nooit zal worden aanvaard en moet kiezen tussen de kogel of het mes. Nadat er zwart-wit foto’s van het slachtoffer in het leger worden getoond, wordt hij tweemaal in het hoofd geschoten, terwijl zijn handen op zijn rug zijn gebonden. Ondertussen wordt er "Allahu akbar" geroepen en is er een Arabischtalige nashid (lied) te horen. Het bijschrift bij de video is in het Arabisch en bevat emoticons van lachende gezichtjes en een mes. In het bijschrift wordt gesteld: "jij bent een rafidi", gevolgd door een emoticon van een mes.
De door IS gepleegde executies die in deze twee video’s te zien zijn, zijn buitengewoon gruwelijk en sadistisch van aard. De slachtoffers bevinden zich in gevangenschap en zijn daarmee aan de grillen van hun beulen overgeleverd. In de video’s is te zien hoe zij worden ingelicht over hun naderende dood, waarna de mannen in de oranje overalls een zeer pijnlijke dood sterven en de man in de camouflagekleding genadeloos wordt geëxecuteerd. Het leidt geen enkele twijfel dat de handelingen van de IS-strijders in beide video’s oorlogsmisdrijven betreffen van de wreedste soort.
De manier waarop de slachtoffers in deze twee video’s worden gedood, kan zowel worden aangemerkt als het oorlogsmisdrijf moord, alsook aanranding van de persoonlijke waardigheid. Het feit dat de mannen in de oranje overalls aan handen en voeten geketend in een stresspositie aan een stellage zijn opgehangen, waarna het vuur bewust vanaf een afstand werd aangestoken zodat zij dit zouden zien aankomen, is er niet alleen op gericht de slachtoffers te doden maar ook te onteren. De man in camouflagekleding wordt voor de onmogelijke keuze gesteld op welke wijze hij zal worden gedood om hem zo nog verder te vernederen. Beide executies zijn bovendien gefilmd, gemonteerd tot IS-propagandafilm, en vervolgens op het internet verspreid via het officiële mediakanaal van IS. De slachtoffers zijn duidelijk herkenbaar in beeld, waardoor het goed voorstelbaar is dat ook hun nabestaanden met deze gruwelijke beelden zullen zijn geconfronteerd. De schok die dergelijke executies – niet alleen in Syrië en Irak, maar wereldwijd – te weeg hebben gebracht, is tekenend voor de ernstige wijze waarop de menselijke waardigheid van de slachtoffers is aangetast.
Deze specifieke gedragingen kunnen de verdachte echter niet worden verweten en maken dan ook geen deel uit van de tenlastelegging. Zij heeft de executies immers niet gefilmd, is niet in de video’s te zien (anders dan in een eerdere zaak waar het hof over oordeelde [10] ), was niet aanwezig op het moment dat deze oorlogsmisdrijven werden gepleegd en had ook geen wetenschap van het feit dat deze werden voltrokken. Ook heeft zij geen enkele betrokkenheid gehad bij de montage van de videobeelden tot oorlogspropaganda of de aanvankelijke verspreiding ervan.
De verdachte staat terecht voor de verdere verspreiding van deze videobeelden en het bericht dat zij bij een daarvan heeft geplaatst. Hoewel dit bijschrift buitengewoon verwerpelijk is en getuigt van een respectloze houding ten opzichte van de overleden slachtoffers, is daarmee niet tevens gezegd dat sprake is geweest van een “aanranding van de persoonlijke waardigheid, in het bijzonder vernederende en onterende behandeling” als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder c WIM. De lat daarvoor ligt hoger. Het hof licht dit toe.
Oorlogsmisdrijven behoren tot de ernstigste categorie misdrijven in de strafrechtspleging. In de Nederlandse wetgeving komt dit onder meer tot uitdrukking in de ruime rechtsmachtregeling, het feit dat geen sprake is van verjaring, [11] en de hoge strafmaxima. Dit maakt dat gewaakt moet worden voor een te ruime toepassing.
Uit de jurisprudentie van het ICTY komt naar voren dat er sprake moet zijn van
ernstigevernederende of onterende behandeling wil dit het oorlogsmisdrijf aanranding van de persoonlijke waardigheid opleveren. Voorbeelden hiervan betreffen gedwongen naaktheid, verkrachting en ander seksueel geweld, slechte detentieomstandigheden, het dienen als menselijk schild of het gedwongen aanleggen van loopgraven. [12] Hoewel, naar het oordeel van het hof, ook het verspreiden van videobeelden op sociale media met denigrerend onderschrift een factor is die kan bijdragen aan de bevinding dat de menselijke waardigheid van de slachtoffers in concreet geval ernstig is aangetast, wordt in de onderhavige zaak de vereiste ondergrens voor een oorlogsmisdaad niet bereikt. Het hof weegt in zijn oordeel mee dat de verdachte geen andere, bijkomende verwijten kunnen worden gemaakt. Ook het feit dat de videobeelden al wijd verspreid waren via het officiële mediakanaal van IS en dat de verdachte deze beelden pas enkele jaren nadat de slachtoffers werden geëxecuteerd heeft gedeeld in een besloten Telegramgroep met 80 gelijkgestemde leden, doet in enige mate af aan de ernst van de gedragingen van de verdachte.
Ten slotte overweegt het hof dat ook de belangen van nabestaanden een rol kunnen spelen bij de vraag of sprake is van aanranding van de persoonlijke waardigheid. Zoals reeds overwogen, is het mogelijk dat familieleden van de slachtoffers de beelden zullen hebben gezien. Echter, niet aannemelijk is geworden dat dat zou zijn gebeurd door toedoen van de verdachte die de beelden heeft gedeeld in een besloten Telegramgroep bestaande uit IS-sympathisanten.
De conclusie is dat de beschreven gedragingen respectloos zijn, maar in dit geval niet opleveren “aanranding van de persoonlijke waardigheid”.
Conclusie
Gelet op het voorgaande acht het hof het onder 5 tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen en zal het hof de verdachte daarvan vrijspreken.
Bij die stand van zaken laat het hof een bespreking van het vereiste van een nexus achterwege.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 09-748012-19 onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde en het in de zaak met parketnummer 09-748012-19-P tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 09-748012-19:
1.
zij
op één of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 1 januari 2019 tot en met 10 oktober 2019 te [pleegplaats], althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,heeft deelgenomen aan een
of meerorganisatie
(s), te weten Islamitische Staat (IS),
dan wel Islamic State of Iraq and al-Sham (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and the Levant (ISIL), althans een aan voornoemde organisatie(s) gelieerde Jihadistische strijdgroep, althans (een) organisatie(s) die de gewapende jihadstrijd voorstaat/voorstaan,welke organisatie
(s)tot oogmerk
had(den) en/ofheeft
/hebbenhet plegen van terroristische misdrijven, te weten:
A. het opzettelijk brand stichten en
/ofeen ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en
/ofgevaar voor zwaar lichamelijk letsel en
/oflevensgevaar voor een ander te duchten is
en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht),
(te
)begaan met een terroristisch oogmerk
(zoals bedoeld in artikel 176a van het Wetboek van Strafrecht)en
/of
B. doodslag
(te
)begaan met een terroristisch oogmerk
(zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht)en
/of
C. moord
(te
)begaan met een terroristisch oogmerk
(zoals bedoeld in artikel 289 jo. 83 van het Wetboek van Strafrecht)en
/of
D. de samenspanning en/of opzettelijke voorbereiding van en/of bevordering tot eerder vermelde misdrijven (zoals bedoeld in artikel 176a en/of 289a en/of 96 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht) en/of
E. het voorhanden hebben van een of meerdere wapens en/of munitie van de categorieën II en/of III
(zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie) (te
)begaan met een terroristisch oogmerk en
/ofmet het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken
(zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of lid 5 van de Wet wapens en munitie);
EN
zij
op één of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 1 januari 2019 tot en met 10 oktober 2019 te [pleegplaats], althans in Nederland
en/of Irak en/of Syrië, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, heeft deelgenomen aan een
of meerorganisatie
(s), te weten Islamitische Staat (IS),
dan wel Islamic State of Iraq and al-Sham (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and the Levant (ISIL), althans een aan voornoemde organisatie(s) gelieerde Jihadistische strijdgroep, althans (een) organisatie(s) die de gewapende jihadstrijd voorstaat/voorstaan,welke organisatie
(s)tot oogmerk
had(den) en/ofheeft
/hebbenhet plegen van
(oorlogs
)misdrijven, te weten:
A. aanslagen op het leven of lichamelijke geweldpleging, in het bijzonder het doden op welke wijze ook
(zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 sub a Wet Internationale Misdrijven)en
/of
B. aanranding van de persoonlijke waardigheid, in het bijzonder vernederende en onterende behandeling
(zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 sub c Wet Internationale Misdrijven),
van personen die (toen) niet (meer) rechtstreeks aan de vijandelijkheden deelnamen, te weten burgers en
/ofpersoneel van strijdkrachten die de wapens hadden neergelegd en
/ofpersonen die buiten gevecht zijn gesteld door ziekte en/of verwonding en/of gevangenschap en/of enig andere oorzaak, in geval van een niet-internationaal gewapend conflict op het grondgebied van Irak en
/ofSyrië, in strijd met het bepaalde in gemeenschappelijk artikel 3 van de Verdragen van Geneve van 12 augustus 1949;
2.
zij
op één of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 1 januari 2019 tot en met 10 oktober 2019 te [pleegplaats], althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,meermalen,
althans eenmaal (telkens),zich en/of
(een)ander
(en
), opzettelijk
gelegenheid, middelen en/ofinlichtingen heeft verschaft en
/ofheeft getracht te verschaffen, en
/ofkennis
en/of vaardighedenheeft verworven en/of
(een)ander
(en
)heeft bijgebracht tot het plegen van een terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf ter voorbereiding en
/ofter vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, te weten
- het opzettelijk brand stichten en
/ofeen ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en
/ofgevaar voor zwaar lichamelijk letsel en
/oflevensgevaar voor een ander te duchten is
en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht),
(te
)begaan met een terroristisch oogmerk
(zoals bedoeld in artikel 176a van het Wetboek van Strafrecht)en
/of;
- doodslag
(te
)begaan met een terroristisch oogmerk
(zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht)en
/of;
- moord
(te
)begaan met een terroristisch oogmerk
(zoals bedoeld in artikel 289 jo 83 van het Wetboek van Strafrecht),
immers heeft
/hebbenverdachte
en/of haar mededader(s) meermalen, althans eenmaal (telkens),
A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende jihadstrijd met een terroristisch oogmerk gevoerd door de
(terroristische
)organisatie Islamitische Staat (IS)
, dan wel Islamic State of Iraq and al-Sham (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and the Levant (ISIL), althans een aan voornoemde organisatie(s) gelieerde Jihadistische strijdgroep, althans (een) organisatie(s) die de gewapende jihadstrijd voorstaat/voorstaan,eigen gemaakt en
/of
B. één
of meerTelegramgroep
(en)beheerd en
/of gevolgd en/ofbezocht en (vervolgens)
van/in deze groep
(en)één
of meer één of meer (digita
al
e)bestand
en (zoals documenten en/of filmpjes en/of afbeeldingen)inhoudende
informatie betrekking hebbend op het jihadistisch gedachtegoed en/of over onthoofdingen en/ofaanwijzingen en
/ofinstructies over/voor (ondersteuning
en/of aanmoedigingvan) de gewapende jihadstrijd
gedownload en/of opgeslagen en/ofvoorhanden gehad en
/ofgedeeld
en/of verspreid en/of laten delen en/of laten verspreiden, welk
(e)bestand
(en)bestond
(en)uit:
- een (Engelstalige) tekst met als titel: "Take Precautions 7, Traps on the path of Jihad" waarin wordt ingegaan op verschillende mogelijkheden tot actie, en de bijbehorende gevaren voor de persoon (door profiel 'GB' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4)
, pagina 589 en 594) en
/of
- een training/handleiding voor het uitvoeren van aanslagen met messen (op 30 september 2019 gedeeld door een medebeheerder in Telegramgroep GreenB1rds ID 1461845631 (TG7), pagina 586) en/of
C.
één of meer website(s) en/of social media kana(a)l(en), waarop één of meer (digitale) bestanden (zoals documenten en/of filmpjes en/of afbeeldingen) inhoudende informatie (wordt gedeeld) over (instructie(s) voor) het maken/vervaardigen van explosieven bezocht en/of (vervolgens)informatie over (instructie
(s
)voor) het maken
/vervaardigenvan explosieven gedownload en
/ofopgeslagen en
/of gedeeld en/of verspreid en/ofvoorhanden gehad, welk
(e
)bestand
(en
)bestond
(en
)uit:
- een (Engelstalige) instructie voor het maken van explosieve stoffen, te weten TATP en
/ofLood Azide en
/ofeen (Arabische) instructie voor het maken en prepareren van een bomgordel; (aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen Huawei tablet
, pagina 807 en 835 e.v.);
3.
zij
op één of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 1 januari 2019 tot en met 10 oktober 2019 te [pleegplaats], althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,meermalen,
althans éénmaal, (telkens)in het openbaar, bij geschrift en/ of afbeelding, heeft opgeruid tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag, terwijl datgeen waartoe wordt opgeruid
-
(een
)terroristisch misdrij
(f
)(ven)dan wel (een) misdrij(f
)(ven)ter voorbereiding
of vergemakkelijkingvan een terroristisch misdrijf inhoudt,
door het
(mede
)beheren en
/ofvolgen van
(verschillende
)Telegramgroepen
(telkens)onder de naam Greenb1rds en het in deze groepen plaatsen van
deberichten en
/ofafbeeldingen en
/ofvideo's
, te weten:
- een video waarop te zien is hoe vier mannen in oranje overalls met kettingen aan handen en voeten aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof in brand worden gestoken. Op de achtergrond is een IS-vlag zichtbaar. Onder de video zijn twee teksten geplaatst; een Engelse en een Arabische. De Arabische tekst luidt (vertaald):
Dit is kwelling voor de vijanden van Allah de Verhevene. Verspreid en deel hem #verbranding van de_islam_vijanden. De Engelse tekst (daaronder) luidt: Like roasted chicken.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589/590, 595 en 646),en
/of
- een (Engelse) tekst en een aantal afbeeldingen/posters. De tekst wordt voorafgegaan door een afbeelding van een bebloede hand. De tekst eronder gaat in op het vergieten van bloed van de "polytheïsten" (mushrikin). In de tekst wordt gesteld dat het voor de gelovige moslim is toegestaan om dit bloed te vergieten. In de tekst wordt ook gesproken over het gijzelen van personen in "de landen van ongeloof". Gijzelingen zijn niet bedoeld om te onderhandelen met de ongelovigen, zo wordt gesteld, maar om een bloedbad te veroorzaken tot men zelf wordt gedood. Volgens de tekst is de enige taal die de ongelovige (kafir) verstaat de taal van het geweld: "the language of killing, stabbing and slitting throats, chopping off heads, flattering them under trucks, and burning them alive 'until they give the jizya while they are in a state of humiliation'". De tekst vervolgt met nog enkele citaten uit de Koran waarin de plicht tot het doden van de ongelovigen wordt benoemd en het bloedvergieten wordt gerechtvaardigd. De tekst wordt gevolgd door vijf (5) afbeeldingen/posters: afbeeldingen met (Engelstalige) teksten. Één van die afbeeldingen/posters (de vierde) met aanhef "O you Muwahedeen", is gericht aan aanhangers van ISIS die niet in staat zijn om uit te reizen. Deze aanhangers en "soldaten van het kalifaat" in Amerika, Europa, Rusland, Australië, Canada en "alle delen van de wereld" worden opgeroepen om een plan te maken en in actie te komen. Deze aanhangers moeten zoveel mogelijk ongelovigen doden als ze kunnen. Een andere afbeelding/poster (de vijfde) met aanhef "Kill your crusader neighbor", roept de ware monotheïst (muwahid) op om de "kruisvaardersbuurman" en zijn familie te doden door ze op te hangen of hun kelen open te snijden, en hun huizen in brand te steken.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1341208786 (TG5), pagina 596 t/m 600), en
/of
- een video met bijschrift. In de video is een logo van de IS-vlag te zien. De video toont een zittende man, gekleed in camouflagekleding met de Irakese vlag op de borst. De man wordt in het hoofd geschoten, terwijl zijn handen op zijn rug zitten. Ondertussen wordt er "Allahu akbar" geroepen en is er een Arabischtalige nashid (lied) te horen. Het bijschrift bij de video is in het Arabisch en bevat emoticons van lachende gezichtjes en een mes. In het bijschrift wordt gesteld: "jij bent een rafidi", gevolgd door een emoticon van een mes.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gepost op 25 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4) en tevens aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen Huawei tablet, pagina 607 en 738),en/of
- (een) oorlogsmisdrij(f)(ven) inhoudt, te weten
aanranding van de persoonlijke waardigheid, in het bijzonder vernederende en onterende behandeling, van personen die (toen) niet (meer) rechtstreeks aan de vijandelijkheden deelnamen, te weten burgers en/of personeel van strijdkrachten die de wapens hadden neergelegd en/of personen die buiten gevecht zijn gesteld door ziekte en/of verwonding en/of gevangenschap en/of enig andere oorzaak, in geval van een niet-internationaal gewapend conflict op het grondgebied van Irak en/of Syrië, in strijd met het bepaalde in gemeenschappelijk artikel 3 van de Verdragen van Geneve van 12 augustus 1949,
door het (mede) beheren en/of volgen van (verschillende) Telegramgroepen (telkens) onder de naam Greenb1rds en het in deze groepen plaatsen van de berichten en/of afbeeldingen en/of video's:
- een video met bijschrift. In de video is te zien is hoe vier mannen in oranje overalls met kettingen aan handen en voeten aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof in brand worden gestoken. Op de achtergrond is een IS-vlag zichtbaar. Het bijschrift bij de video is een Arabische tekst die luidt (vertaald):Dit is kwelling voor de vijanden van Allah de Verhevene. Verspreid en deel hem #verbranding van de_islam_vijanden. (door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589/590, 595 en 646),en/of
- een bericht bij voornoemde video waarop te zien is hoe vier mannen in oranje overalls met kettingen aan handen en voeten aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof in brand worden gestoken, te weten:Like roasted chicken.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589/590, 595 en 646),en/of
- een video met bijschrift. In de video is een logo van de IS-vlag te zien. De video toont een zittende man, gekleed in camouflagekleding met de Irakese vlag op de borst. De man wordt in het hoofd geschoten, terwijl zijn handen op zijn rug zitten. Ondertussen wordt er "Allahu akbar" geroepen en is er een Arabischtalige nashid (lied) te horen. Het bijschrift bij de video is in het Arabisch en bevat emoticons van lachende gezichtjes en een mes. In het bijschrift wordt gesteld: "jij bent een rafidi", gevolgd door een emoticon van een mes.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gepost op 25 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4) en tevens aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen Huawei tablet, pagina 607 en 738);
4.
zij
op één of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 1 januari 2019 tot en met 10 oktober 2019 te [pleegplaats], althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,meermalen,
althans éénmaal, (telkens) één of meergeschrift
(en
)en
/ofafbeelding
(en
), waarin tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag wordt opgeruid, terwijl datgeen waartoe wordt opgeruid
-
(een
)terroristisch misdrij
(f
)(ven)dan wel
(een
)misdrij
(f
)(ven)ter voorbereiding
of vergemakkelijkingvan een terroristisch misdrijf inhoudt,
heeft verspreid en/of om verspreid te worden, in voorraad heeft gehad, terwijl zij, verdachte,
en/of haar mededader(s)wist
(en) of ernstige reden had(den) om te vermoedendat in
het/de geschrift
(en
)en
/ofde afbeelding
(en
)zodanige opruiing voorkomt,
immers heeft
/hebbenzij, verdachte
,en/of haar mededader(s) (telkens) (verschillende
)Telegramgroepen
waaronder groepenonder de naam GreenB1rds (mede) beheerd en/of gevolgd en/of bezocht en in deze groep
(en
)de volgende berichten en
/ofafbeeldingen en
/ofvideo's geplaatst en/of gedeeld,
althans deze berichten en/of afbeeldingen en/of video's in voorraad heeft gehad:
- een video waarop te zien is hoe vier mannen in oranje overalls met kettingen aan handen en voeten aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof in brand worden gestoken. Op de achtergrond is een IS-vlag zichtbaar. Onder de video zijn twee teksten geplaatst; een Engelse en een Arabische. De Arabische tekst luidt (vertaald):
Dit is kwelling voor de vijanden van Allah de Verhevene. Verspreid en deel hem #verbranding van de_islam_vijanden.De Engelse tekst (daaronder) luidt:
Like roasted chicken.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589/590, 595 en 646),en
/of
- een (Engelse) tekst en een aantal afbeeldingen/posters. De tekst wordt voorafgegaan door een afbeelding van een bebloede hand. De tekst eronder gaat in op het vergieten van bloed van de "polytheïsten" (mushrikin). In de tekst wordt gesteld dat het voor de gelovige moslim is toegestaan om dit bloed te vergieten. In de tekst wordt ook gesproken over het gijzelen van personen in "de landen van ongeloof". Gijzelingen zijn niet bedoeld om te onderhandelen met de ongelovigen, zo wordt gesteld, maar om een bloedbad te veroorzaken tot men zelf wordt gedood. Volgens de tekst is de enige taal die de ongelovige (kafir) verstaat de taal van het geweld: "the language of killing, stabbing and slitting throats, chopping off heads, flattering them under trucks, and burning them alive 'until they give the jizya while they are in a state of humiliation'". De tekst vervolgt met nog enkele citaten uit de Koran waarin de plicht tot het doden van de ongelovigen wordt benoemd en het bloedvergieten wordt gerechtvaardigd. De tekst wordt gevolgd door vijf (5) afbeeldingen/posters: afbeeldingen met (Engelstalige) teksten. Één van die afbeeldingen/posters (de vierde) met aanhef "O you Muwahedeen", is gericht aan aanhangers van ISIS die niet in staat zijn om uit te reizen. Deze aanhangers en "soldaten van het kalifaat" in Amerika, Europa, Rusland, Australië, Canada en "alle delen van de wereld" worden opgeroepen om een plan te maken en in actie te komen. Deze aanhangers moeten zoveel mogelijk ongelovigen doden als ze kunnen. Een andere afbeelding/poster (de vijfde) met aanhef "Kill your crusader neighbor", roept de ware monotheïst (muwahid) op om de "kruisvaardersbuurman" en zijn familie te doden door ze op te hangen of hun kelen open te snijden, en hun huizen in brand te steken.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1341208786 (TG5), pagina 596 t/m 600),en
/of
- een video met bijschrift. In de video is een logo van de IS-vlag te zien. De video toont een zittende man, gekleed in camouflagekleding met de Irakese vlag op de borst. De man wordt in het hoofd geschoten, terwijl zijn handen op zijn rug zitten. Ondertussen wordt er "Allahu akbar" geroepen en is er een Arabischtalige nashid (lied) te horen. Het bijschrift bij de video is in het Arabisch en bevat emoticons van lachende gezichtjes en een mes. In het bijschrift wordt gesteld: "jij bent een rafidi", gevolgd door een emoticon van een mes.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gepost op 25 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4) en tevens aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen Huawei tablet, pagina 607 en 738),en
/of
- twee video's, waarbij de eerste video opent met beelden van mannen op een heuvel, die geboeid en met blinddoeken worden geleid door gewapende mannen. Hierop volgen beelden van de geboeide mannen terwijl ze op de grond zitten, en volgt een explosie op de plek waar ze zitten. De explosie wordt vanuit verschillende hoeken in beeld gebracht, en deels vertraagd afgespeeld. Tevens is in de video's een IS vlag te zien en klinkt er een Arabische toespraak
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 25 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 606)en
/of
- een video met het Arabische onderschrift (vertaald): "De legendes van de Islamitische Staat in Mosul". Op de video is een IS vlag te zien. De video toont een compilatie van (dronebeelden van) autobomaanslagen. Er worden aanslagen getoond in Mosul en vervolgens toont de video strijders die in geprepareerde voertuigen stappen en de namen en foto's van martelaren die de aanslagen hebben uitgevoerd. Een vertellende stem roemt de daden van deze 'martelaren' en vertelt over de beloningen die zij zullen ontvangen in het hiernamaals. Op de achtergrond klinken anasheed (religieus gezang)
(door profiel 'GB' gedeeld op 27 september 2019 in Telegramgroep Greenb1rds met ID 1475042602 (TG6), pagina 629)en
/of
- een (Engelstalig) bericht waarin de vraag wordt gesteld waar de mannen zijn die "deze Umma" (Islamitische gemeenschap) verdedigen. De tekst stelt dat men de ongelovigen moet doden, bijvoorbeeld door hen te overrijden of door hen met een mes te steken. Het bericht bevat een oproep aan de jeugd om "op te staan" tot de strijd, ook al is het maar om één ongelovige te doden
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 21 juni 2019 in Telegramgroep met ID 9823321015 (Telegram chat 7), en op 27 juni 2019 in Telegramgroep met ID 9968790827 (Telegram chat 11), pagina 525/526 en 497)en/of
- een video waarin zwart geklede personen met steekwapens of zwaarden in hun hand staan, achter personen geknield op de grond, in oranje kleding. Hun onderlichamen lijken deels in zakken te zitten. Dan is er een toespraak te horen van een man die onder andere spreekt over de straf voor degenen die samenwerken met de ongelovigen en samenspannen tegen de ongelovigen. Daarna is te zien dat elke persoon in het zwart de persoon oranje voor hem het hoofd afsnijdt. Dit wordt deels in slow-motion en met close-ups in beeld gebracht

(aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen Huawei tablet, pagina 943/944),

- (een) oorlogsmisdrij(f)(ven) inhoudt, te weten
aanranding van de persoonlijke waardigheid, in het bijzonder vernederende en onterende behandeling, van personen die (toen) niet (meer) rechtstreeks aan de vijandelijkheden deelnamen, te weten burgers en/of personeel van strijdkrachten die de wapens hadden neergelegd en/of personen die buiten gevecht zijn gesteld door ziekte en/of verwonding en/of gevangenschap en/of enig andere oorzaak, in geval van een niet-internationaal gewapend conflict op het grondgebied van Irak en/of Syrië, in strijd met het bepaalde in gemeenschappelijk artikel 3 van de Verdragen van Geneve van 12 augustus 1949,
heeft verspreid en/of om verspreid te worden, in voorraad heeft gehad,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat in het/de geschrift(en) en/of de afbeelding(en) zodanige opruiing voorkomt,
immers heeft/hebben zij, verdachte,en/of haar mededader(s) (telkens) (verschillende) Telegramgroepen onder de naam GreenB1rds (mede) beheerd en/of gevolgd en/of bezocht en in deze groep(en) berichten en/of afbeeldingen en/of video's geplaatst en/of gedeeld:
- een video met bijschrift. In de video is te zien is hoe vier mannen in oranje overalls met kettingen aan handen en voeten aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof in brand worden gestoken. Op de achtergrond is een IS-vlag zichtbaar. Het bijschrift bij de video is een Arabische tekst die luidt (vertaald):Dit is kwelling voor de vijanden van Allah de Verhevene. Verspreid en deel hem #verbranding van de_islam_vijanden. (door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589/590, 595 en 646),en/of
- een bericht bij voornoemde video waarop te zien is hoe vier mannen in oranje overalls met kettingen aan handen en voeten aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof in brand worden gestoken, te weten:Like roasted chicken.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen'gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589/590, 595 en 646),en/of
- een video met bijschrift. In de video is een logo van de IS-vlag te zien. De video toont een zittende man, gekleed in camouflagekleding met de Irakese vlag op de borst. De man wordt in het hoofd geschoten, terwijl zijn handen op zijn rug zitten. Ondertussen wordt er "Allahu akbar" geroepen en is er een Arabischtalige nashid (lied) te horen. Het bijschrift bij de video is in het Arabisch en bevat emoticons van lachende gezichtjes en een mes. In het bijschrift wordt gesteld: "jij bent een rafidi", gevolgd door een emoticon van een mes.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gepost op 25 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4) en tevens aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen Huawei tablet, pagina 607 en 738);
althans uitingen van gelijke aard en/of strekking die al dan niet in onderlinge samenhang een opruiend karakter hebben;
Zaak met parketnummer 09-748012-19-P:
zij
(op
één of meertijdstippen
)in
of omstreeksde periode van 1 september 2019 tot en met 10 oktober 2019 te [pleegplaats], althans in Nederland,
en/of Turkije,meermalen
, althans eenmaal, (telkens)in strijd met het krachtens artikel 2 en
/of3 van de Sanctiewet 1977 vastgestelde verbod van art. 2 Sanctieregeling terrorisme 2007-II heeft gehandeld doordat zij
rechtstreeks dan welmiddellijk middelen te weten:
- op
of omstreeks21 september 2019 een geldbedrag van 200 euro en
/of
- op
of omstreeks1 oktober 2019 een geldbedrag van 300 euro
al dan nietopzettelijk
via
een of meertussenperso
(o)n
(en
)aan [persoon 1] en
/of[persoon 2] ter beschikking heeft gesteld, terwijl [persoon 1] bij besluit van 24 maart 2017 en [persoon 2] bij besluit van 16 oktober 2017 door de Minister van Buitenlandse Zaken
is/zijn aangewezen als perso
(o)n
(en
)jegens wie de Sanctieregeling terrorisme 2007-II van toepassing is.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere overwegingen ten aanzien van feit 1
Het gewapend conflict in Syrië
Het hof heeft in eerdere uitspraken al vastgesteld dat er vanaf 2012 — dus ook in de tenlastegelegde periode - sprake was van een niet—internationaal gewapend conflict in Syrië tussen het Syrische regeringsleger en verschillende georganiseerde, gewapende groeperingen. [13] Nu dit door partijen niet is betwist, zal het hof voor het bestaan van het niet-internationaal gewapende conflict als zodanig volstaan met het verwijzen naar die eerdere uitspraken.
Syrië is een van de verdragsluitende partijen bij de Verdragen van Genève. Omdat in de tenlastegelegde periode sprake was van een niet—internationaal gewapend conflict op het grondgebied van Syrië, oordeelt het hof dat het internationaal humanitair recht van toepassing is.
Dat IS in de tenlastegelegde periode het oogmerk had terroristische misdrijven te plegen volgt uit de bewijsmiddelen en is overigens niet bestreden.
De verdachte heeft verklaard dat zij de gebeurtenissen in Syrië waaronder de oprichting van het kalifaat op televisie heeft gevolgd. Ook was zij op de hoogte van ‘al die groeperingen’ die tegen elkaar vochten. [14] In 2019 bezocht de verdachte de website Jihadology.com. Deze website had volgens de verdachte een bibliotheek waarin video’s van IS en Al-Qaida werden gedeeld. Ook nam de verdachte deel aan Telegram-groepen die over de Islam gingen, waaronder Greenb1rds. [15] De verdachte keek naar video’s over de gewapende strijd in Syrië. [16] Ook zag zij video’s van slachtingen. [17] Het hof is van oordeel dat de verdachte kennis had van het gewapend conflict in Syrië en dat zij op de hoogte was van de intensiteit van het conflict.
Mediastrategie van IS
IS(IL) is professioneel actief geweest op internet en sociale media in Syrië. Zo produceerde een aan IS(IL) gelieerde mediaorganisatie video’s van door IS(IL) gepleegde aanslagen en werden deze via sociale media verspreid. Video’s werden door IS(IL)gebruikt om hun ideologie te ‘verkopen’. [18] IS heeft een bijzonder succesvolle mediastrategie ontwikkeld. In officiële publicaties van IS werd de centrale rol van de media in de jihad benadrukt. Voor de online verspreiding van de publicaties was IS afhankelijk van leden en aanhangers. IS leunde bovendien zwaar op de inzet van ‘online supporters’. [19] Telegram was in de periode 2015 tot en met oktober 2018 het middelpunt van de online communicatiestrategie van IS-supporters. [20] Op Telegram werd (on)officiële IS propaganda verspreid, alsmede audioboodschappen, documenten, foto’s en werd oproepen tot actie. [21]
Verdachte op Telegram
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat zij zich veel bezig hield met Telegram groepen en dat zij op Telegram de accounts GB en NesmuMutawahideen heeft aangemaakt. Ook heeft zij verklaard berichten en andere
contentop Telegram te hebben doorgestuurd, onder meer in het telegramkanaal Greenb1rds.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de verdachte niet (langer) betwist dat er veel materiaal via haar Telegram accounts is verstuurd, maar dat zij gelet op het tijdverloop niet per bericht of bestand met zekerheid kan zeggen of zij dat heeft gedeeld. [22]
De stelling van de verdachte dat een ander toegang had tot haar Telegram accounts en daarop berichten heeft verstuurd is geheel niet onderbouwd. Ten aanzien van door de verdediging genoemde
chatwaarin GB reageert op NesmuMutawahiddeen (als gezegd beide in gebruik bij de verdachte) merkt het hof op dat dit haar verweer niet onverkort steunt nu de verdachte op dit Telegram kanaal – bijvoorbeeld ten behoeve van andere deelnemers – met GB kan hebben gereageerd op een door haarzelf met NesmuMutawahiddeen geplaatst bericht. Het hof zal aan dat verweer voorbij gaan.
Uit de bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van het hof dat de verdachte in meerdere Telegramgroepen, zoals Greenb1rds, berichten heeft gedeeld. Deze groepen ondersteunen de mediastrategie van IS. Gelet op haar eerder vermelde kennis van het conflict en de gewapende strijd alsmede haar actieve deelname aan de
chatsop Telegram, moet de verdachte daarvan hebben geweten.
De inhoud van deze berichten behelst lezingen van radicale sprekers, aansporingen tot het leveren van een financiële bijdrage aan de gewapende strijd en oproepen om deel te nemen aan de gewapende strijd. Met de verspreiding van deze berichten heeft de verdachte de mediastrategie van IS, die was gericht op het voeren van propaganda voor de door IS gevoerde gewapende strijd in Syrië, – en daarmee de organisatie zelf – opzettelijk ondersteund. Zij heeft aldus een bijdrage aan IS geleverd.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven.
Nadere overwegingen ten aanzien van feit 2
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft aan de hand van haar pleitaantekeningen vrijspraak bepleit voor feit 2. De verdediging heeft betwist dat de verdachte zich een streng extremistisch gedachtengoed heeft eigen gemaakt. De intentie van de verdachte met haar gedrag op social media was: aandacht krijgen en spanning zoeken. De raadsvrouw heeft daarnaast gesteld dat geen sprake is van opzet op het trainen van anderen of op het verwerven van bepaalde technieken. Tot slot heeft de raadsvrouw betoogd dat de verdachte niet nauw en bewust heeft samengewerkt met een ander, zodat van medeplegen geen sprake is.
Standpunt openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft aan de hand van zijn requisitoir aantekeningen geconcludeerd dat op basis van de uiterlijke verschijningsvorm van het handelen van de verdachte kan worden afgeleid dat de verdachte opzet heeft gehad op het trainen in het plegen van terroristische misdrijven. De verdachte heeft zich daarnaast beziggehouden met het beheren van Telegramgroepen met pro IS inhoud en het delen van jihadistisch en extremistisch materiaal. De advocaat-generaal heeft ook gesteld dat de verdachte al langere tijd de gewapende jihadstrijd van IS heeft voorgestaan. Het openbaar ministerie vraagt om gehele veroordeling voor feit 2, waarbij de verdachte wat betreft de handleiding ‘Knife Attacks’ moet worden aangemerkt als medepleger.
Juridisch kader
Het Hof heeft tot uitgangspunt genomen dat art. 134a Sr ziet op gedragingen die in enig verband staan met een terroristische training.
Dat verband komt reeds tot uitdrukking in art. 134a Sr voor zover daarin strafbaar is gesteld het zich verwerven of een ander bijbrengen van kennis of vaardigheden tot het plegen van een terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf.
Ten aanzien van de overige in art. 134a Sr strafbaar gestelde gedragingen, te weten: het zich of een ander opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen of trachten te verschaffen tot het plegen van een terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, moet worden aangenomen dat kwalificatie onder art 134a Sr niet mogelijk is indien een voldoende verband van die gedragingen met enige vorm van training – waaronder in overeenstemming met de hiervoor weergegeven wetsgeschiedenis in ruime zin te verstaan: 'het opdoen of overbrengen van kennis of zich of een ander bekwamen in vaardigheden of technieken' – voor terrorisme ontbreekt (HR 31 mei 2016, ECLI:NL:HR:2016:1011).
Het opzet van de dader dient gericht te zijn ‘op het inzetten van de verworven kennis of vaardigheden voor het plegen van een terroristisch misdrijf of een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking daarvan’ (
Kamerstukken II 2007/08, 31386, 3 (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31386-3.html), p. 9).
Beoordeling hof
Sub A: Eigen maken IS gedachtengoed
De verdachte heeft zich het radicaal extremistisch gedachtengoed van IS eigen gemaakt. De kennisname door de verdachte van informatie van het gedachtegoed van IS kan, gelet op het type materiaal dat geraadpleegd is en de frequentie van de raadpleging, worden aangemerkt als zelfstudie. Het steeds weer bekijken van nieuwe terreurpropaganda zal de verdachte verder hebben gesterkt in het al bij haar aanwezige extremistische gedachtegoed en door het bekijken van die propaganda zal de verdachte hierin telkens weer zijn aangemoedigd. In deze bestanden en video's wordt geweld tegen niet-gelovigen en afvalligen verheerlijkt en als legitiem voorgesteld.
Het hof acht bewezen dat de verdachte zich het radicaal extremistisch gedachtengoed (van IS) in de tenlastegelegde periode heeft ‘eigen gemaakt'. Dit wordt bevestigd door de OVC gesprekken die de verdachte thuis voerde met haar jonge kinderen en door het aantreffen van een kleine en grote IS-vlag tijdens een huiszoeking bij de verdachte.
Sub B: `Take precautions 7, Traps on the path of Jihad'
Het door de verdachte geplaatste bericht getiteld `Take
precautions, traps on the path of Jihad' is aan te merken als een training voor terrorisme, nu in deze post wordt gesproken over verschillende manieren waarop een moslim streeft goed te doen, bijvoorbeeld door uit te reizen en deel te nemen aan de `velden van de jihad' of door financiële ondersteuning en wordt gesproken over maatregelen die getroffen kunnen worden om niet te worden opgemerkt door inlichtingendiensten. Om een actie/aanslag te kunnen claimen wordt in het bericht geadviseerd een papier bij je te hebben waarop staat dat de actie/aanslag is uitgevoerd door een van de soldaten van het kalifaat.
De verdachte heeft dit bericht gedeeld in een Telegramgroep (TG4) met gelijkgestemden. Hierdoor heeft de verdachte zich welbewust blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat de leden uit de Telegramgroep kennisnamen van deze informatie met het oog op het plegen van een terroristisch misdrijf. De verdachte heeft hiermee zichzelf en anderen getraind in het plegen van terroristische misdrijven.
Sub B: ‘Knife attacks’
De inhoud van het bericht getiteld ‘Knife attacks' kan in beginsel worden aangemerkt als een training voor terrorisme, nu er onder meer concrete instructies gegeven worden welke messen geschikt zijn voor het plegen van een aanslag.
Niet de verdachte, maar een ander met Telegram-account met ID 825940942 (hierna: ID *0942) heeft dit bericht geplaatst in de Telegramgroep (TG7). Bij het ID-nummer van deze gebruiker staat ‘admin’ (zijnde een beheerder). Ook de verdachte was een beheerder van deze Telegramgroep.
Uit de bewijsmiddelen blijkt echter niet dat de gebruiker ID *0942 onderdeel uitmaakte van de admin-chat.
Evenmin zijn er bewijsmiddelen waaruit blijkt dat de verdachte daadwerkelijk kennis heeft genomen van het bericht in kwestie. Uit de enkele omstandigheid dat zij beheerder was van die Telegramgroep en eerder op
30 september 2019 om 15:31 uur in die Telegramgroep een bericht heeft gepost, kan niet worden afgeleid dat de verdachte ook kennis heeft genomen van een bericht dat ruim 4,5 uur later in die groep is geplaatst.
Er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat er tussen de verdachte en de gebruiker van het Telegram-account met ID *0942 sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking, zodat zij van dit gedachtestreepje zal worden vrijgesproken. De enkele omstandigheid dat de verdachte ook beheerder was, met daarbij behorende bevoegdheden, is daarvoor in het licht van het voorgaande onvoldoende.
Sub C: Handleidingen maken van explosieven en een bomgordel
Op de Huawei tablet van de verdachte is een instructie voor het maken van explosieven, meer specifiek lood azide (de instructie was afkomstig uit ‘The jihadist cookbook') en TATP is aangetroffen. In deze instructie zijn benodigdheden, verhoudingen en instructies opgenomen om TATP en lood azide te maken. Eveneens is op de Huawei tablet van de verdachte een instructie voor het maken van een bomgordel aangetroffen.
Deze instructies zijn aan te merken als een training met het oog op het plegen van een terroristisch misdrijf. Nu de verdachte zelf heeft verklaard dat zij deze instructies heeft gedownload en de instructies zijn aangetroffen op de Huawei tablet van de verdachte, moet zij daarvan hebben kennisgenomen. De verdachte heeft daarmee zichzelf getraind in het plegen van terroristische misdrijven.
Conclusie
Het hof stelt op grond van het vorenstaande — in onderling verband en samenhang bezien — vast dat de verdachte in de tenlastegelegde periode aanhanger was van een radicaal islamitische ideologie en dat zij zich schaarde achter de gewapende jihad, gevoerd door IS.
De verdachte hield zich bezig met het vergaren van kennis en informatie via aan IS gelieerde social media kanalen c.q. mediaplatforms over het nieuwste propaganda materiaal van IS. Op die manier heeft zij onder andere kennis verworven en/of inlichtingen verschaft over het doden van ongelovigen, het plegen van aanslagen, het maken van explosieven (zoals lood azide en TATP) en een bomgordel.
Op grond van het voorgaande en op basis van de uiterlijke verschijningsvorm kan dan ook worden afgeleid dat de verdachte opzet heeft gehad op het trainen in het plegen van terroristische misdrijven.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde feit heeft begaan.
Nadere overwegingen ten aanzien van feit 3 en 4
Uitleg van de tenlastelegging feiten 3 en 4
Onder de feiten 3 en 4 is tenlastegelegd de opruiing en verspreiding ter opruiing tot het plegen van een terroristisch misdrijf dan wel misdrijven ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf. In onderhavige zaak kan dan, zonder dat een en ander is geconcretiseerd in de tenlastelegging, onder meer worden gedacht aan opruiing tot deelname aan IS (door zich aan te sluiten bij de gewapende strijd), aanslagen te plegen (het doden van de `ongelovigen') en bijvoorbeeld het financieel ondersteunen van IS.
Onder de feiten 3 en 4 is ook tenlastegelegd de opruiing en verspreiding ter opruiing tot het plegen van (een) oorlogsmisdrijf, te weten de aanranding van de persoonlijke waardigheid. Het gaat hierbij om twee video's en één bijschrift. Bij de uitleg over de vraag welk type oorlogsmisdrijven hier precies mee wordt bedoeld heeft het hof acht geslagen op het onderstaande.
De rechtbank heeft in het vonnis waarvan beroep (p.70) overwogen: “De vraag die nu aan de rechtbank voorligt, is of deze video's waarvan één met onderschrift ook aan te merken zijn als opruiend tot het oorlogsmisdrijf aanranding van de persoonlijke waardigheid. Dit oorlogsmisdrijf ziet - zoals eerder overwogen - op de bescherming van de eer en waardigheid van eenieder die niet (meer) deelneemt aan de gewapende strijd. Zoals overwogen in hoofdstuk 6 is de rechtbank van oordeel dat de verdachte, door deze video's en bijschrift I te plaatsen in een Telegramgroep, de persoonlijke waardigheid van de slachtoffers in deze video's heeft aangerand en aldus een oorlogsmisdrijf heeft gepleegd.
Nu is de vraag of door het plaatsen van deze berichten de verdachte anderen ertoe heeft aangespoord hetzelfde te doen.
De advocaat-generaal heeft in hoger beroep in zijn requisitoir (p.58) het volgende naar voren gebracht: ”Door als beheerder video’s met bijschriften te verspreiden waarin door het oorlogsrecht beschermde personen ernstig worden vernederd, heeft de verdachte niet alleen aangegeven dat berichten van dergelijke gruwelijkheid in de Greenb1rds-groep(en) worden getolereerd,
maar ook de toon gezet voor de verdere berichtgeving door andere leden.
Het hof legt dit onderdeel van de tenlastelegging aldus uit dat het oorlogsmisdrijf waartoe wordt opgeruid er dus uit moet bestaan dat anderen, net als de verdachte onder feit 5 wordt verweten, berichten/video’s/afbeeldingen op digitale wijze plaatsen of delen, waardoor de persoonlijke waardigheid van door oorlogsrecht beschermde personen wordt aangerand.
De verdediging is blijkens haar schriftelijk pleidooi ook uitgegaan van die uitleg van de tenlastelegging.
Inhoudelijk over feiten 3 en 4
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie acht bewezen dat de verdachte diverse extremistische en jihadistische video’s, afbeeldingen en tekstberichten, al dan niet voorzien van bijschrift, in verschillende Telegramgroepen heeft verspreid en/of in voorraad heeft gehad ter verspreiding. Anders dan de rechtbank, is het Openbaar Ministerie echter van mening dat de verdachte wel degelijk de onthoofdingsvideo die op haar Huawei-tablet is aangetroffen in de map “Telegram > Telegram Documents” in voorraad had met de intentie deze verder te verspreiden.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 3 en 4 ten laste gelegde. De verdediging heeft primair aangevoerd dat het de verdachte aan opzet ontbrak, nu de verspreiding van het digitale materiaal evenals haar rol in de Telegramgroepen zijn ingegeven vanuit onderliggende psychische problematiek en niet vanuit oprechte interesse voor de ideologie. Subsidiair heeft de verdediging bepleit dat de video met bijschrift waarop vier mannen in oranje overalls levend worden verbrand op zichzelf niet als opruiend tot een terroristisch misdrijf kan worden aangemerkt. Datzelfde geldt voor de video waarop een man in camouflagekleding door het hoofd wordt geschoten. De verdediging heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat de context waarin deze video’s zijn geplaatst - te weten in een reeks van berichten, waarvan een deel reeds naar inhoud als opruiend aan te merken is – dit niet anders maakt. Verder is aangevoerd dat uit niets is gebleken dat de verdachte de video waarin personen worden onthoofd voor handen heeft gehad met het doel deze daadwerkelijk te verspreiden. De video’s en bijschriften zetten niet aan tot het plegen van oorlogsmisdrijven, zodat ook dat niet kan worden bewezen. Ten slotte is geen sprake van medeplegen, aldus de verdediging.
Het oordeel van het hof
Toetsingskader
In de artikelen 131 en 132 Sr is opruiing en verspreiding ter opruiing tot enig strafbaar feit strafbaar gesteld. Deze bepalingen beogen de openbare orde te beschermen en te voorkomen dat met bepaalde middelen tot het begaan van strafbare feiten of van gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag wordt aangezet. Onder ‘openbaar gezag’ wordt het Nederlands openbaar gezag verstaan. [23] Met ‘strafbare feiten’ wordt gedoeld op strafbare feiten naar Nederlands recht.
Uit feiten en omstandigheden moet voldoende duidelijk naar voren komen dat, indien datgene waartoe wordt opgeroepen wordt uitgevoerd, dit een strafbaar feit zou opleveren. Daarvan is in elk geval sprake als rechtstreeks – dus met zoveel woorden - wordt aangespoord tot strafbaar handelen (waarbij het
in casugaat om, kort gezegd, het plegen van terroristische en/of oorlogsmisdrijven). Niet beslissend is of iemand zich tot dat feit aangezet voelt, maar of de uitingen zodanig zijn dat iemand erdoor tot dat feit gebracht zou kunnen worden.
Ook beïnvloeding op indirecte wijze kan opruiend zijn, namelijk als met bepaalde uitingen wordt beoogd de geesten rijp te maken voor strafbaar handelen.
De bedoeling moet zijn daartoe op het gemoed te werken van diegene die er vatbaar voor is. In dit geval zou dit bijvoorbeeld kunnen zijn omdat hij of zij gemakkelijk beïnvloedbaar is of al overweegt af te reizen naar het strijdgebied in Syrië en zich daar aan te sluiten bij IS, dan wel om een terroristische aanslag te plegen op Nederlands grondgebied. Het uiten van grote waardering voor de strijd van terreurgroepen in Syrië en de bewondering voor diegenen die aan de zijde van die terreurgroepen meevechten impliceert dat meedoen navolging verdient en is daarom opruiend. Het verheerlijken van de martelaarsdood in die strijd is een uiting van een zodanig intense bewondering dat die op zichzelf ook aanzet tot navolging.
In artikel 131 Sr ligt opzet besloten in de delictshandeling ‘opruit’. Degene die opruit hoeft niet te weten dat strafbaar is waartoe hij aanzet. Nochtans dient het opzet, eventueel in voorwaardelijke zin, wel gericht te zijn op alle bestanddelen van het strafbare feit, waartoe wordt opgeruid. Vastgesteld dient te worden dat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat derden worden bewogen tot het daadwerkelijk begaan van strafbare feiten. [24] Van belang is ook of degene die de uitlatingen doet, de bedoeling heeft om ze ‘in het openbaar’ te brengen.
Waar het bij artikel 132 Sr om gaat is dat de dader aan de inhoud van een opruiend geschrift of afbeelding ruchtbaarheid wil geven. [25]
Bij artikel 132 Sr houden de gebruikte werkwoorden (verspreiden, openlijk tentoonstellen, aanslaan, in voorraad hebben) het opzet in, dat mede voorwaardelijk opzet omvat. Degene die de opruiende geschriften verspreidt, hoeft niet precies te weten tot welk soort strafbaar feit daarin wordt opgeruid. Zijn doel hoeft ook niet te zijn om zelf op te ruien. Wel vereist is dat degene die dit doet ten minste ernstige redenen heeft om te vermoeden dat de geschriften of afbeeldingen die worden verspreid, opruiend zijn. De artikelen 131 en 132 Sr vereisen dat de opruiing in het openbaar plaatsvindt.
In het openbaar betekent niet dat het ‘op een openbare plaats’ moet plaatsvinden. Het uiten van opruiende woorden moet onder zodanige omstandigheden en op zodanige wijze plaatsvinden, dat zij door het publiek gehoord
kunnenworden. Door het plaatsen van uitlatingen op
social mediaworden deze in de openbaarheid gebracht. Het internet kan worden aangemerkt als een openbare plaats, mits het publiek toegang heeft tot de internetpagina waarop de teksten zijn weergegeven. [26]
In beginsel zal het hof bij de beoordeling van
social mediaberichten (zoals ook Telegramberichten) niet bij elk ten laste gelegd bestand afzonderlijk ingaan op de vraag of dat bestand op zichzelf beschouwd opruiend is. Uiteraard speelt de inhoud van die afzonderlijke berichten wel een rol, maar doorslaggevend is de vraag wat de strekking is van de berichten in samenhang bezien. Het hof neemt bij de beoordeling of sprake is van een opruiende uitlating de volgende omstandigheden in aanmerking:
  • de bewoordingen waarin de uitlating is gesteld;
  • de kennelijke bedoeling van de uitlating;
  • de context waarin de uitlating is gedaan;
  • de plaats waar en de gelegenheid waarbij de uitlating werd gedaan; en
  • de doelgroep tot wie de uitlating kennelijk was gericht.
Bij de beoordeling van de vraag of een uiting of een geschrift in strafbare zin al dan niet als opruiend moet worden aangemerkt dient bovendien te worden getoetst aan de vrijheid van meningsuiting zoals beschermd door artikel 10 van het EVRM. Dit betreft immers de
fundamenten van de Nederlandse rechtsorde. Beperking van dit grondrecht is alleen toegestaan indien deze (i) bij wet is voorzien, (ii) een geoorloofd doel dient en (iii) noodzakelijk is in een democratische samenleving. Uit de Europese jurisprudentie leidt het hof af dat “noodzakelijk” inhoudt: een dringende maatschappelijke noodzaak (“
pressing social need”) waarbij aan de lidstaten een zekere vrijheid toekomt bij de waardering van die noodzaak. Bij die waardering moet een afweging worden gemaakt tussen het fundamentele belang van de vrijheid van meningsuiting (het individuele grondrecht) en het fundamentele belang van bescherming van de democratische rechtsstaat (het algemene fundamentele maatschappelijke belang). Een aanvaardbare beperking van deze vrijheid dient in ieder geval te voldoen aan eisen van proportionaliteit. Tegen deze achtergrond is de vraag in hoeverre de overheid gerechtigd is een inbreuk te maken op het grondrecht niet in algemene zin te beantwoorden, maar zullen, naast de letterlijke betekenis van de uiting of boodschap, de omstandigheden van het geval uitsluitsel moeten geven. [27]
Opruiing en verspreiding ter opruiing tot het plegen van een terroristisch misdrijf
Het hof stelt vast dat de verdachte op 21 en 27 juni 2019 een Engelstalig tekstbericht als omschreven in de tenlastelegging heeft geplaatst in twee groeps-chats met respectievelijk 6 en 8 deelnemers. In de periode van 25 tot en met 27 september 2019 heeft de verdachte voorts, als beheerder van de Telegramgroepen Greenb1rds TG4, TG5 en TG6, een zestal video’s van IS en een afbeelding van een bebloede hand met een tekst over het vergieten van bloed van polytheïsten (
mushrikin) gevolgd door 5 posters/afbeeldingen, gedeeld in deze Telegramgroepen met respectievelijk 56, 80 en 137 leden.
De vraag die aan het hof voorligt is of deze Telegramberichten kunnen worden gekwalificeerd als opruiend tot het plegen van een terroristisch misdrijf in de zin van de wet.
Ten aanzien van het Engeltalige tekstbericht dat de verdachte op 21 en 27 juni 2019 heeft geplaatst, is het hof, met de rechtbank, van oordeel dat dit bericht reeds naar zijn inhoud opruiend is. In het bericht klinkt de vraag waar de mannen zijn die “deze ummah [islamitische gemeenschap]” verdedigen en of ze niet bang zijn voor de hel. Ze kunnen een ticket naar het paradijs kopen door een ongelovige te doden, bijvoorbeeld door over ze heen te rijden of ze te steken met een mes. [28] Door het martelaarschap op dusdanige wijze te verheerlijken in chatgroepen bestaande uit IS-sympathisanten, heeft de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat anderen zich geroepen zouden voelen om dergelijke terroristische aanslagen te plegen en ongelovigen te doden.
Voor wat betreft de tenlastegelegde IS-propagandavideo’s en afbeeldingen die de verdachte tussen 25 en
27 september 2019 heeft gedeeld, overweegt het hof het volgende.
Uit het dossier komt naar voren dat de Telegramgroepen Greenb1rds TG4, TG5 en TG6, waarin de verdachte als beheerder optrad, werden gebruikt voor het verspreiden van IS-propagandamateriaal waarin gruwelijk geweld tegen ongelovigen wordt verheerlijkt. Het Openbaar Ministerie heeft slechts een aantal van deze berichten als opruiing en/of verspreiding ter opruiing tot een terroristisch misdrijf en/of tot een oorlogsmisdrijf ten laste gelegd. Het hof is van oordeel dat een aantal van deze berichten naar zijn inhoud opruiend is (bijvoorbeeld de posters die oproepen om met voertuigen op ongelovigen in te rijden of de keel door te snijden). Dat brengt met zich mee, dat ook gedeelde bestanden die op zichzelf beschouwd mogelijk niet opruiend zijn (ofschoon, voor zover zichtbaar in het dossier, doorgaans getuigend van verheerlijking van de strijd van IS) vanwege het feit dat zij in deze Telegramgroepen zijn geplaatst of gedeeld met gelijkgestemden IS-sympathisanten, - gelet op de strekking van die pagina - wél als zodanig worden aangemerkt.
Daarbij merkt het hof nog het volgende op.
Het is een feit van algemene bekendheid dat het bij
social mediaer om gaat een publiek te vinden, en ‘volgers’ te verleiden de gedeelde berichten en daarmee (uiteindelijk) ook de achterliggende boodschap te lezen, te ‘liken’ en liefst hierop te reageren en verder te verspreiden. Daarbij vervullen ook berichten en (audio)visuele bestanden die niet direct een oproep tot het plegen van strafbare feiten bevatten een nuttige functie, omdat zij de aandacht van potentieel geïnteresseerden kunnen trekken en vasthouden. Tenslotte speelt voor het opruiend karakter van de Telegramaccounts van de verdachte nog een rol dat de bestanden herhaaldelijk bekeken kunnen worden. Bestanden die op Telegram worden gezet, kunnen niet zomaar worden verwijderd. De opruiende werking die ervan uitgaat wordt versterkt door het gegeven dat de ‘content’ – de inhoud van die berichten - permanent is op te roepen.
Het verweer dat de verdediging op dit punt heeft gevoerd, slaagt dan ook niet.
Ten aanzien van de onthoofdingsvideo die op de Huawei-tablet van de verdachte is aangetroffen, overweegt het hof het volgende.
Met de rechtbank, is het hof van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om aan te nemen dat de verdachte deze video in voorraad heeft gehad om deze daadwerkelijk te verspreiden. Uit het proces-verbaal van digitaal onderzoek d.d. 30 maart 2020 komt naar voren dat de vindplaats van deze video op de Huawei, te weten in map “Telegram > Telegram Documents”, een sterke indicatie biedt dat deze is
verkregenvia Telegram. [29] Anders dan het Openbaar Ministerie heeft aangevoerd, kan hier niet uit worden afgeleid dat de verdachte deze video in voorraad had met de intentie deze verder te verspreiden. De verdachte zal dan ook reeds hierom van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Opruiing en verspreiding ter opruiing tot het plegen van een oorlogsmisdrijf
Het hof heeft hierboven reeds vastgesteld dat op 25 en 26 september 2019 de verdachte, als beheerder van de Telegramgroep Greenb1rds TG4, twee video’s heeft gedeeld waarin is te zien hoe tegenstanders van IS op gruwelijke wijze worden geëxecuteerd. De verdachte heeft een van deze video’s tevens van een bijschrift voorzien.
Het hof ziet zich voor de vraag gesteld of de verdachte, met het plaatsen van deze twee video’s en het bijschrift, zich schuldig heeft gemaakt aan opruiing of verspreiding ter opruiing tot het plegen van een oorlogsmisdrijf, te weten aanranding van de persoonlijke waardigheid. Doorslaggevend in dat kader is of datgene waartoe wordt opgeroepen als zodanig valt te kwalificeren. Het Openbaar Ministerie heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte, door deze bestanden in de Telegramgroep te delen, niet alleen zelf de menselijke waardigheid van de slachtoffers ernstig heeft aangetast, maar ook de 80 leden van deze groep er (indirect) toe heeft aangezet deze video’s verder te verspreiden en te voorzien van (vergelijkbaar) denigrerend commentaar. Nu het hof, anders dan de rechtbank, de verdachte van het plegen van het oorlogsmisdrijf aanranding van de persoonlijke waardigheid zoals onder feit 5 ten laste is gelegd heeft vrijgesproken, kan ook het strafbare feit waartoe zij anderen zou hebben aangezet niet als zodanig worden gekwalificeerd. De verdachte zal dan ook van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het opzet
Het hof heeft eerder in dit arrest reeds overwogen dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte zich het gedachtegoed van IS eigen heeft gemaakt. Het hof verwerpt dan ook het verweer van de verdediging dat het de verdachte aan opzet ontbrak, nu de verspreiding van het digitale materiaal evenals haar rol in de Telegramgroepen zijn ingegeven vanuit enkel onderliggende psychische problematiek. Naar vaste jurisprudentie van de Hoge Raad staat een psychische stoornis slechts dan aan een bewezenverklaring van het opzet in de weg, indien bij de verdachte ten tijde van zijn handelen ieder inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen daarvan heeft ontbroken. Daarvan zal slechts bij hoge uitzondering sprake zijn. Anders dan de verdediging is het hof, met de rechtbank, van oordeel dat geen sprake is van een dergelijke uitzondering.
Ten aanzien van medeplegen
Het hof is, met de rechtbank, van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte haar gedragingen in nauwe en bewuste samenwerking met een of meer andere personen heeft verricht. Het hof zal de beslissing van de rechtbank de verdachte op dit onderdeel vrij te spreken, dan ook bevestigen.
Conclusie
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met die verstande dat zij zal worden vrijgesproken van het in voorraad hebben ter verspreiding van de onthoofdingsvideo die op haar Huawei-tablet is aangetroffen, en opruiing en verspreiding ter opruiing tot het plegen van een oorlogsmisdrijf.
Nadere overwegingen ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 09-748012-19-P tenlastegelegde
De verdachte wordt – verkort weergegeven – verweten dat zij in strijd met de in de tenlastelegging weergegeven wet- en regelgeving, middelen (geldbedragen) ter beschikking heeft gesteld aan [persoon 1] en [persoon 2].
Overtreding van de genoemde voorschriften is op grond van artikel 1 onder 1 in verbinding met artikel 2 lid 1 van de Wet op de economische delicten een misdrijf voor zover dit opzettelijk is begaan. Voor zover het opzet niet kan worden bewezen dan kan op grond van artikel 6 eerste lid onder 4 sprake zijn van overtreding van deze bepalingen in de overtredingsvariant.
Om te kunnen bewijzen dat de voorschriften opzettelijk zijn overtreden is
nietvereist dat wordt bewezen dat er opzet bestond op overtreding van de in de tenlastelegging opgenomen normen. Het opzet is kleurloos. [30] Wel dient te worden bewezen dat de verdachte opzet had dat de geldbedragen direct of indirect bij [persoon 1] en [persoon 2], jegens wie toen de Sanctieregeling terrorisme 2007-II van toepassing was, zou terechtkomen.
Nu de verdachte op de terechtzitting in eerste aanleg van 11 februari 2021 heeft verklaard dat zij het geld naar [persoon 1] en [persoon 2] heeft overgemaakt om hen te helpen is het hof van oordeel dat het impliciet primair tenlastegelegde wettig en overtuigend is bewezen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 09-748012-19 onder 1 bewezenverklaarde levert op:

de eendaadse samenloop van

deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven

en

deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van oorlogsmisdrijven.
Het in de zaak met parketnummer 09-748012-19 onder 2 bewezenverklaarde levert op:
zich en/of een ander opzettelijk inlichtingen verschaffen of trachten te verschaffen en kennis verwerven en/of een ander kennis bijbrengen tot het plegen van een terroristisch misdrijf en/of een misdrijf ter voorbereiding en vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 09-748012-19 onder 3 bewezenverklaarde levert op:
in het openbaar bij geschrift en afbeelding tot enig strafbaar feit opruien, terwijl het strafbare feit waartoe wordt opgeruid een terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf te voorbereiding van een terroristisch misdrijf inhoudt, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 09-748012-19 onder 4 bewezenverklaarde levert op:
een geschrift en een afbeelding waarin tot enig strafbaar feit wordt opgeruid, verspreiden en om verspreid te worden in voorraad hebben, terwijl zij weet dat daarin zodanige opruiing voorkomt, terwijl het strafbare feit waartoe wordt opgeruid een terroristisch misdrijf inhoudt, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 09-748012-19-P bewezenverklaarde levert op:
opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 2 van de Sanctiewet 1977, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf en maatregelen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De ernst van de feiten
De verdachte heeft deelgenomen aan de terroristische organisatie IS die mede tot doel had het plegen van terroristische misdrijven en oorlogsmisdrijven. Daarnaast heeft de verdachte training gegeven en gevolgd voor het plegen van een terroristisch misdrijf, heeft zij opgeruid tot een terroristisch misdrijf en heeft zij afbeeldingen en geschriften verspreid en voorhanden gehad ter opruiing tot een terroristisch misdrijf.
Vast staat dat het geweld dat IS gebruikt om zijn doel te bereiken buitengewoon wreed is en dat er jegens andersdenkenden op uitgebreide schaal ernstige mensenrechtenschendingen worden gepleegd zoals standrechtelijke executies, moord, martelingen en verminking van krijgsgevangenen en van burgers. Er zijn in naam van IS talloze aanslagen gepleegd, niet alleen in Syrië en Irak, maar juist ook in Europa en de rest van de wereld. Hierbij zijn veel slachtoffers gevallen. Dit alles heeft vanaf 2014 op grote schaal bij de wereldbevolking tot gevoelens van angst en onveiligheid geleid. Dit is ook het naastgelegen doel van IS: het
zaaien van angst en verdeeldheid onder de - in hun ogen - ongelovige wereldbevolking.
De digitale verspreiding van het gedachtegoed en de daden van IS is een essentieel onderdeel van de strategie van IS. De verdachte heeft (als beheerder) in verschillende
Telegramgroepen met gelijkgestemden het jihadistisch extremistisch gedachtengoed en propagandamateriaal verspreid. Dit betroffen vaak gruwelijke video's, geweldsinstructies en haatpreken. Ook zocht zij meer deelnemers voor de gewelddadige jihadstrijd. Hiermee heeft zij bijgedragen aan de mediastrategie van IS en aan het oogmerk van de organisatie, te weten het plegen van terroristische misdrijven en van oorlogsmisdrijven, met alle (gruwelijke) gevolgen van dien.
De misdrijven die de verdachte heeft gepleegd, worden in de internationale gemeenschap gezien als meest ernstige misdrijven. Op Nederland rust dan ook een internationale
verplichting om terrorisme te bestrijden. Het deelnemen aan de gewapende jihadstrijd moet daarom ontmoedigd worden. Voor nabestaanden van de overledenen moet het vreselijk zijn dat zij op internet geconfronteerd kunnen worden met beelden van hun dierbaren, die op een mensonterende wijze om het leven worden gebracht, en dat de beelden daarvan mogelijk nog lange tijd op internet blijven circuleren mede dankzij het handelen van de verdachte.
Het hof houdt bij het bepalen van de straf rekening met het gegeven dat verdachte niet direct zelf geweld heeft gebruikt.
Tot slot heeft zij in strijd met de Sanctiewet 1977 geld overgemaakt aan twee vrouwen die op dat moment eveneens werden geacht deel te nemen aan IS. De verdachte heeft door het overmaken van geldbedragen zowel Europese regelgeving als de nationale wetgeving naast zich neergelegd. Deze regelgeving is internationaal gezien van groot belang. Het doel ervan is te komen tot een gezamenlijke handhaving of herstel van de internationale vrede en veiligheid, alsmede de internationale rechtsorde en de bestrijding van terrorisme te bevorderen. Door haar handelen heeft de verdachte een bijdrage geleverd aan de (verdergaande) destabilisering en onveiligheid in (de regio van) Syrië. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat jihadistische groeperingen in Syrië zich op grote schaal schuldig maken aan grove mensenrechtenschendingen.
De persoon van de verdachte
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
18 juni 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke feiten.
Gedurende de procedure in hoger beroep is nader onderzoek verricht naar de geestvermogens van de verdachte. Dat is gebeurd door andere deskundigen dan de deskundigen die in eerste aanleg over de verdachte hebben gerapporteerd. Dit heeft geleid tot een pro Justitia rapportage d.d. 25 april 2024 van het Pieter Baan Centrum, opgemaakt en ondertekend door [psycholoog], GZ-psycholoog, en [psychiater], psychiater. De verdachte heeft volledig meegewerkt aan de totstandkoming van de rapportage.
De gedragsdeskundigen hebben gerapporteerd met betrekking tot alle tenlastegelegde feiten.
Zij hebben in hun rapportages geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een uitgebreide neurocognitieve stoornis, veroorzaakt door multiple sclerose (MS), met gedragsstoornissen. Deze gedragsstoornissen vloeien voort uit een afgenomen remming op gedrag, een afgenomen zicht op de betekenis van haar gedrag in een bredere context en in meer algemene zin, uit een gebrek aan overzicht en de mogelijkheid om adequaat om te gaan met de haar omringende (complexe) realiteit. Voorts wordt een narcistische persoonlijkheidsstoornis met antisociale kenmerken geconstateerd en daarnaast voldoet de verdachte aan de criteria voor psychopathie. De gedragsdeskundigen hebben daarbij opgemerkt dat het niet langer mogelijk is op gedragsniveau de rol van de persoonlijkheidsproblematiek volledig te scheiden van de rol van de toenemende cognitieve problemen als gevolg van de MS. Ten tijde van de tenlastegelegde feiten was er bij verdachte sprake van de beschreven persoonlijkheidsproblematiek, verweven met de beschreven neurocognitieve stoornis als gevolg van MS. Tijdens deze periode kampte ze met ernstige motorische beperkingen, terwijl op basis van de neurologische beeldvorming destijds eveneens duidelijke aanwijzingen zijn voor neurocognitieve beperkingen als geconstateerd tijdens het onderhavige onderzoek. Het is voor de gedragsdeskundigen niet duidelijk of en in welke mate er bovenop deze beperkingen ook sprake was van een psychische ontregeling, zoals gezien tijdens diverse periodes in detentie. Psychische ontregeling leidt bij betrokkene tot een verdere uitvergroting van de onderliggende beperkingen, waaronder een verdere afname van grip
op haar handelen. De gedragsdeskundigen adviseren om de tenlastegelegde feiten, indien bewezen, in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
Ten aanzien van het recidiverisico hebben de gedragsdeskundigen onder andere gebruik gemaakt van een risicotaxatie-instrument (hierna: VERA-2R). Met betrekking tot het domein 'overtuigingen - opvatting - ideologie' bemerken zij dat er bij verdachte sprake is van een beperkte integratie van het religieuze/ideologische gedachtegoed, maar dat zij (nog steeds) kan komen tot snelle en extreme wendingen in haar overtuiging en in de (verbale) uitingen hiervan. Met betrekking tot het domein 'sociale context en intentie' wordt gezien dat verdachte blijk heeft gegeven van het zich eigen maken van een rol binnen het extreem ideologisch gedachtegoed, het uitdragen hiervan en het faciliteren van handelingen op dit gebied. Enkel met betrekking tot het domein 'geschiedenis, daden en vermogen' wordt een relatief mild profiel gezien, afgezien van de aspecten die samenhangen met haar handelingen sinds de affiliatie met het radicaal islamitische gedachtegoed. Met betrekking tot het domein 'toewijding en motivatie' wordt gezien dat betrokkene in belangrijke mate wordt gemotiveerd door de wens om 'iemand te zijn', 'erbij te horen' en spanning te ervaren. Dit maakt dat het risico van 'herintreding' door de gedragsdeskundigen als reëel wordt gezien. Protectieve indicatoren zijn slechts beperkt aanwezig of hebben weinig invloed op het denken en handelen van verdachte. Pogingen vanuit jeugdzorg om een rol te spelen in het belang van de kinderen hebben enkel geleid tot een toename aan boosheid en verzet. Het huidige klinisch beeld wordt in belangrijke mate bepaald door de geschetste persoonlijkheidsproblematiek die versterkt wordt door de toenemende neurocognitieve beperkingen. Naar het oordeel van de gedragsdeskundigen neemt door de toenemende neurocognitieve beperkingen het recidiverisico toe, vanwege een afname van remming en zicht op het eigen gedrag.
Op basis van het klinisch beeld in samenhang met de informatie over de in de VERA-2R beschreven domeinen wordt verzet tegen interventies waarschijnlijk geacht, terwijl de zoektocht van verdachte naar spanning en de wens om 'iemand te willen zijn' niet zullen afnemen. Dit draagt bij aan een verhoogd risico om te vervallen in soortgelijke gedragingen als thans tenlastegelegd, indien bewezen geacht. Verdachte wijst gebruik van agressie
en de eerder door haar vertolkte ideologie niet eenduidig af maar spreekt hier op een inconsistente wijze over. Deze ideologie was een vehikel om haar frustratie te kanaliseren en kan opnieuw deze functie krijgen. Kortom, het risico van herhaling van soortgelijke gedragingen als thans tenlastegelegd wordt ingeschat als hoog, terwijl het risico van een meer actieve 'hands-on' betrokkenheid bij ideologisch geïnspireerd geweld niet uitgesloten kan worden. In dit verband vrezen de gedragsdeskundigen dat naarmate verdachte meer mogelijkheden verliest (mede samenhangend met de progressieve ziekte, maar ook met de justitiële interventies), de drempel om te komen tot het plegen van gewelddadige feiten vanuit ideologisch oogpunt, verlaagd zou kunnen worden.
De gedragsdeskundigen concluderen dat er sprake is van ernstige en complexe psychopathologie bij verdachte en dat het probleembesef ten aanzien van de haar tenlastegelegde feiten en eerdere gedragingen op dit gebied in belangrijke mate ontbreekt. Het ontbreekt haar ook aan probleembesef en -inzicht met betrekking tot de psychische gevolgen van de bij haar geconstateerde problematiek. Verdachte spreekt zich op inconsistente wijze uit over haar bereidheid om mee te werken aan voorwaarden in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel of in het kader van TBS met voorwaarden. Dit hangt samen met het ontbrekend probleembesef en wordt door de gedragsdeskundigen dan ook primair gezien als onvermogen in plaats van enkel onwil. Vanuit haar persoonlijkheidsproblematiek heeft zij, zo
blijkt ook uit de geschiedenis met jeugdzorg en de gemeente, veel moeite om afspraken te maken, vrijheden op te geven en toezicht of bemoeizorg te accepteren.
Op basis van het huidige beeld en aan de hand van een gestructureerde risicoanalyse wordt de kans van herhaling van soortgelijke feiten als thans tenlastegelegd hoog geacht. Dit hangt mede samen met de geconstateerde psychopathologie. Ter vermindering van het recidiverisico wordt behandeling en begeleiding noodzakelijk geacht. De behandeling dient zich te richten op een nadere analyse van de totstandkoming van het ten laste gelegde, op
de onderliggende persoonlijkheidsproblematiek en op de toenemende cognitieve problemen, samenhangend met de MS. Resocialisering achten de gedragsdeskundigen enkel verantwoord als verdachte meer inzicht heeft in haar problematiek en bereidheid toont zich te laten begeleiden op die levensgebieden waar dit nodig is. Gezien het progressieve beloop van de MS is het nu nog niet helder welke context verdachte op termijn nodig heeft met betrekking tot hulp en begeleiding. Wel is duidelijk dat de mogelijkheden die zij nog heeft een contrast
vormen met het beeld dat betrokkene van zichzelf wil laten zien. Die discrepantie zal een focus voor een (psycho)therapeutische behandeling moeten vormen, waarbij ook aandacht uit moet gaan naar het nemen van verantwoordelijkheid voor eigen keuzes. Verdachte richt zich op dit moment met name op het terugwinnen van haar rol als moeder voor haar kinderen. Ook op dit domein zal zorg, aandacht en begeleiding nodig zijn.
Gezien het geschetste risico en het ontbreken van realistische mogelijkheden om de noodzakelijke behandeling binnen een voorwaardelijk kader vorm te geven, zien de gedragsdeskundigen geen ander reëel advies dan het advies voor oplegging van de maatregel terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Vanuit deze context kan mogelijk geleidelijk worden toegewerkt naar een vorm van zelfstandig of begeleid wonen met de dan noodzakelijke zorg en begeleiding alsook met voldoende monitoring met betrekking tot de door verdachte aangehaalde contacten.
Voorts merken de gedragsdeskundigen op dat verdachte in staat is zich op charmerende en zelfbepalende wijze te uiten, waardoor de ernst van de beperkingen telkens onderbelicht dreigen te raken. Er is dan ook een risico van overschatting, terwijl zij ook zelf neigt tot forse
zelfoverschatting. Gedurende het behandeltraject zal met deze dynamiek rekening gehouden moeten worden.
Het hof is van oordeel dat de bevindingen van de gedragsdeskundigen worden gedragen door een deugdelijke en inzichtelijk gemotiveerde onderbouwing. Het hof onderschrijft deze bevindingen en de getrokken conclusies.
Het hof komt op basis van het voorgaande tot het oordeel dat bij de verdachte tijdens het begaan van de bewezen feiten een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond, als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Voorts is het hof van oordeel dat die ziekelijk stoornis de gedragskeuzes en het handelen van de verdachte ten tijde van het bewezenverklaarde zodanig hebben beïnvloed dat het feit haar slechts in verminderde mate kan worden toegerekend.
Daarnaast is het hof van oordeel dat de kans op herhaling van soortgelijke gedragingen als thans bewezen verklaard wordt ingeschat als hoog.
Vervolgens ligt aan het hof de vraag voor of een TBS met voorwaarden dan wel een TBS met verpleging van overheidswege dient te worden opgelegd.
Anders dan de raadsvrouw heeft bepleit is het hof van oordeel dat er onvoldoende aanleiding is om de voorwaardelijke terbeschikkingstelling van de verdachte te gelasten. Uit het rapport van de gedragsdeskundigen en het hetgeen zij op de terechtzitting in hoger beroep hebben verklaard volgt immers dat deze mogelijkheid is onderzocht en hebben verworpen. Gelet op de grilligheid in de motivatie van de verdachte wordt dat niet geadviseerd. De verdachte vindt het immers moeilijk om beperkt te worden, hetgeen wordt versterkt door de MS. De gedragsdeskundigen schatten de kans dat de verdachte zich zal verzetten tijdens een behandeling dusdanig hoog in dat zij TBS met verpleging van overheidswege adviseren. Zelfs als verdachte aanvankelijk medewerking zou verlenen, verwachten zij niet dat de verdachte dit vol zal houden. Verder staat de complexe problematiek van de verdachte, haar beperkte probleembesef en het onvermogen om zich (deels) aan afspraken te houden in de weg aan de oplegging van tbs met voorwaarden, zoals dat door de deskundigen in hun rapportage wordt beschreven. Het hof is daarom van oordeel dat gelet op de aard en de ernst van de onder 1 tot en met 4 bewezen feiten – telkens een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld - alsmede hetgeen hiervoor omtrent de persoon van de verdachte is overwogen, de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel tot TBS eist. Het hof zal conform het advies van de deskundigen bepalen dat de verdachte van overheidswege zal worden verpleegd.
Gemaximeerde duur van de tbs
In deze zaak is het vervolgens de vraag of de misdrijven, die bewezen zijn verklaard, zogenaamde ‘geweldsmisdrijven’, zoals bedoeld in artikel 38e lid 1 Sr, zijn.
Juridisch kader
In dat kader heeft de Hoge Raad (HR 2 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:336) het navolgende overwogen.
“Ingeval aan de verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd, dient de rechter – bij voorkeur in de bewoordingen van artikel 359 lid 7 Sv – in zijn motivering van de maatregel tot uitdrukking te brengen of deze is opgelegd ter zake van een geweldsmisdrijf, dus als een misdrijf dat was gericht tegen of gevaar heeft veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dat is vooral van belang indien het misdrijf ter zake waarvan de terbeschikkingstelling is opgelegd niet zonder meer kan worden gekarakteriseerd als zo’n geweldsmisdrijf, bijvoorbeeld in geval van bedreiging (artikel 285 Sr) of belaging (artikel 285b Sr), ter zake waarvan op grond van artikel 37a lid 1 onder 1° Sr de onderhavige maatregel kan worden opgelegd. (Vgl. HR 27 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:443, rechtsoverweging 3.4.)
In dergelijke gevallen zal de rechter zich een oordeel dienen te vormen of, gelet op alle feiten en omstandigheden, het bewezenverklaarde feit een dergelijk ‘geweldsmisdrijf’ oplevert. Daarbij zal hij niet alleen kunnen betrekken of het misdrijf – in deze zaak: de bedreiging en belaging – werd voorafgegaan, vergezeld of gevolgd door niet-verbaal agressief gedrag ten opzichte van de bedreigde dan wel op enigerlei (andere) wijze werd ondersteund, maar ook of aannemelijk is dat de bedreiging zou worden uitgevoerd. (Vgl. HR 25 augustus 2020, ECLI:NL:HR:2020:1316).”
Beoordeling hof
De misdrijven, waarvoor de verdachte is veroordeeld, zijn in het Wetboek van Strafrecht allemaal geschaard onder het Tweede Boek van titel V ‘misdrijven tegen de openbare orde’. De wetsgeschiedenis biedt in dit kader echter geen uitsluitsel of de specifieke misdrijven in de onderhavige zaak ook (per definitie) gekarakteriseerd kunnen worden als ‘geweldsmisdrijven’. [31]
Het hof neemt bij de beoordeling hieromtrent dan ook de volgende feiten en omstandigheden in ogenschouw. Het strafrechtelijk verwijtbare gedrag van de verdachte was, zonder uitzondering, digitaal van aard. Zij heeft, naar de kern bezien, via Telegram in bepaalde groepen (als beheerder) berichten met teksten, afbeeldingen en video’s gedeeld of zij heeft dat digitale materiaal in bezit gehad. Dit handelen van de verdachte vond enkel en alleen plaats vanuit haar woning in [pleegplaats]. Zij heeft op geen moment zelf geweld gepleegd of anderszins (niet-verbaal) agressief gedrag vertoond. Gelet op die feiten en omstandigheden kunnen de misdrijven, waarvoor de verdachte is veroordeeld, niet als geweldsmisdrijven in de zin van artikel 38e Sr worden aangemerkt. Het hof heeft bij de weging van alle relevante feiten en omstandigheden in dit kader aldus meer waarde toegekend aan het handelen of de bijdrage van de verdachte zelf en de omstandigheden waaronder dat plaatsvond, dan bijvoorbeeld aan het gegeven dat IS als organisatie zonder meer misdrijven heeft gepleegd die waren gericht tegen of gevaar veroorzaakten voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen (zoals onder feit 1 is bewezenverklaard).
De TBS wordt dus opgelegd ter zake van een misdrijf dat
nietgericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Dat betekent dat de duur van de maatregel gemaximeerd is (tot 4 jaar).
38z maatregel
Nu gelet op de aard van de bij de verdachte bestaande stoornis langdurige waarborgen met het oog op toekomstige risico's ten aanzien van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, noodzakelijk lijken, acht het hof het geraden om naast de maatregel tot TBS met verpleging van overheidswege een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op te leggen. Gezien het voorgaande kan zodoende - indien dit met alsdan bestaande risico’s noodzakelijk is - worden bewerkstelligd dat de verdachte na afloop van de maatregel van TBS onder toezicht wordt gesteld.
Aan de wettelijke vereisten als bedoeld in artikel 38z, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht is voldaan.
De beoordeling van de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de maatregel, en indien nodig onder welke voorwaarden, zal in de laatste fase van de aan verdachte opgelegde TBS plaatsvinden. Een risicotaxatie van het dan aanwezige recidivegevaar dient in het kader van die beoordeling plaats te vinden.
Conclusie straf en maatregelen
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 54 maanden in combinatie met voornoemde maatregelen in beginsel een passende en geboden reactie vormen.
Het hof stelt evenwel vast dat de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, in eerste aanleg en in hoger beroep is overschreden. Het hof zal deze overschrijding verdisconteren in de strafmaat in die zin dat in plaats van de eerder genoemde in beginsel passende en geboden gevangenisstraf een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden zal worden opgelegd.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Beslag
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof omtrent het beslag zal beslissen conform de rechtbank. Daarnaast heeft hij gevorderd dat het geldbedrag ten bedrage van € 1.300,00, zoals genoemd onder 10 op bijgevoegde beslaglijst, zal worden teruggegeven aan de verdachte.
De raadsvrouw heeft verzocht om de teruggave van de Alcatel, genoemd onder 7 op bijgevoegde beslaglijst. Ten aanzien van de overige goederen heeft zij zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
NATO traangas en Riotgun taser
Deze voorwerpen, genoemd onder 1 en 2 op bijgevoegde beslaglijst, zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door de verdachte begane feiten aangetroffen en behoren toe aan de verdachte. Deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang, zodat deze voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
IS-vlaggen
De twee IS-vlaggen, genoemd onder 5 en 8 op bijgevoegde beslaglijst, zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door de verdachte begane feiten aangetroffen in de woning van de verdachte. Deze vlaggen kunnen dienen tot
het begaan van soortgelijke feiten als bewezen verklaard, omdat die IS-vlaggen kunnen worden gebruikt ter opruiing. Het bezit van deze vlaggen symboliseert een zekere sympathie voor, dan wel lidmaatschap van IS, een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven en oorlogsmisdrijven. Deze voorwerpen zijn dus van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang, zodat deze voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
Tablet HUAWEI
Met behulp van dit voorwerp, genoemd onder 6 op bijgevoegde beslaglijst, is het onder 2, 3 en 4 tenlastegelegde begaan. Aangezien het bezit van het op de tablet aangetroffen materiaal in strijd is met de wet en het algemeen belang, dient dit voorwerp te worden onttrokken aan het verkeer.
De overige voorwerpen
Nu het strafvorderlijk belang zich daartegen niet langer verzet zal het hof de teruggave aan de verdachte van de nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen gelasten, zoals genoemd onder 3, 4, 7, 9 en 10 op bijgevoegde beslaglijst.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de
artikelen 36b, 36c, 36d, 37a, 37b, 38z, 55, 57, 63, 131, 132, 134a, 140 en 140a van het Wetboek van Strafrecht,
de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten,
de artikelen 2 en 3 van de Sanctiewet 1977,
artikel 2 van de Sanctieregeling terrorisme 2007-II, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 09-748012-19 onder 5 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 09-748012-19 onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde en het in de zaak met parketnummer 09-748012-19-P tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 09-748012-19 onder 1, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde en het in de zaak met parketnummer 09-748012-19-P bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
48 (achtenveertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat zij van overheidswege zal worden verpleegd.
Legt aan de verdachte op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking zoals bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- NATO traangas, genoemd onder 1 op bijgevoegde beslaglijst;
- Riotgun taser, genoemd onder 2 op bijgevoegde beslaglijst;
- IS-vlag groot formaat, genoemd onder 5 op bijgevoegde beslaglijst;
- Tablet HUAWEI, genoemd onder 6 op bijgevoegde beslaglijst;
- IS-vlag klein formaat, genoemd onder 8 op bijgevoegde beslaglijst.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- Smartphone Oneplus 6 met 5 simkaarten, genoemd onder 3 op bijgevoegde beslaglijst;
- Smartphone GM, genoemd onder 4 op bijgevoegde beslaglijst;
- Alcatel 1035X, genoemd onder 7 op bijgevoegde beslaglijst;
- Tablet Samsung, genoemd onder 9 op bijgevoegde beslaglijst;
- € 1.300,00, zoals genoemd onder 10 op bijgevoegde beslaglijst.
Dit arrest is gewezen door mr. B. Stapert,
mr. D.M. Thierry en mr. W.S. Korteling,
in bijzijn van de griffiers
mr. T.A. van den Berg en mr. R. de Geus.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 11 september 2024.
Bijlage 1
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 09-748012-19:
1.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 10 oktober 2019 te [pleegplaats], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, heeft deelgenomen aan een of meer organisatie(s), te weten Islamitische Staat (IS), dan wel Islamic State of Iraq and al-Sham (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and the Levant (ISIL), althans een aan voornoemde organisatie(s) gelieerde Jihadistische strijdgroep, althans (een) organisatie(s) die de gewapende jihadstrijd voorstaat/voorstaan, welke organisatie(s) tot oogmerk had(den) en/of heeft/hebben het plegen van terroristische misdrijven, te weten:
A. het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht), (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 176a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
B. doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
C. moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289 jo. 83 van het Wetboek van Strafrecht) en/of
D. de samenspanning en/of opzettelijke voorbereiding van en/of bevordering tot eerder vermelde misdrijven (zoals bedoeld in artikel 176a en/of 289a en/of 96 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht) en/of
E. het voorhanden hebben van een of meerdere wapens en/of munitie van de categorieën II en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie) (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken (zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of lid 5 van de Wet wapens en munitie);
EN
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 10 oktober 2019 te [pleegplaats], althans in Nederland en/of Irak en/of Syrië, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, heeft deelgenomen aan een of meer organisatie(s), te weten Islamitische Staat (IS), dan wel Islamic State of Iraq and al-Sham (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and the Levant (ISIL), althans een aan voornoemde organisatie(s) gelieerde Jihadistische strijdgroep, althans (een) organisatie(s) die de gewapende jihadstrijd voorstaat/voorstaan, welke organisatie(s) tot oogmerk had(den) en/of heeft/hebben het plegen van (oorlogs)misdrijven, te weten:
A. aanslagen op het leven of lichamelijke geweldpleging, in het bijzonder het doden op welke wijze ook (zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 sub a Wet Internationale Misdrijven) en/of
B. aanranding van de persoonlijke waardigheid, in het bijzonder vernederende en onterende behandeling (zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 sub c Wet Internationale Misdrijven),
van personen die (toen) niet (meer) rechtstreeks aan de vijandelijkheden deelnamen, te weten burgers en/of personeel van strijdkrachten die de wapens hadden neergelegd en/of personen die buiten gevecht zijn gesteld door ziekte en/of verwonding en/of gevangenschap en/of enig andere oorzaak, in geval van een niet-internationaal gewapend conflict op het grondgebied van Irak en/of Syrië, in strijd met het bepaalde in gemeenschappelijk artikel 3 van de Verdragen van Geneve van 12 augustus 1949;
2.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 10 oktober 2019 te [pleegplaats], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens), zich en/of (een) ander(en), opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of heeft getracht te verschaffen, en/of kennis en/of vaardigheden heeft verworven en/of (een) ander(en) heeft bijgebracht tot het plegen van een terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf ter voorbereiding en/of ter vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, te weten
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht), (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 176a van het Wetboek van Strafrecht) en/of;
- doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en/of;
- moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289 jo 83 van het Wetboek van Strafrecht),
immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s) meermalen, althans eenmaal (telkens),
A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende jihadstrijd met een terroristisch oogmerk gevoerd door de (terroristische) organisatie Islamitische Staat (IS), dan wel Islamic State of Iraq and al-Sham (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and the Levant (ISIL), althans een aan voornoemde organisatie(s) gelieerde Jihadistische strijdgroep, althans (een) organisatie(s) die de gewapende jihadstrijd voorstaat/voorstaan, eigen gemaakt en/of
B. één of meer Telegramgroep(en) beheerd en/of gevolgd en/of bezocht en (vervolgens) van/in deze groep(en) één of meer één of meer (digitale) bestanden (zoals documenten en/of filmpjes en/of afbeeldingen) inhoudende informatie betrekking hebbend op het jihadistisch gedachtegoed en/of over onthoofdingen en/of aanwijzingen en/of instructies over/voor (ondersteuning en/of aanmoediging van) de gewapende jihadstrijd gedownload en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en/of gedeeld en/of verspreid en/of laten delen en/of laten verspreiden, welk(e) bestand(en) bestond(en) uit:
- een (Engelstalige) tekst met als titel: "Take Precautions 7, Traps on the path of Jihad" waarin wordt ingegaan op verschillende mogelijkheden tot actie, en de bijbehorende gevaren voor de persoon (door profiel 'GB' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589 en 594) en/of
- een training/handleiding voor het uitvoeren van aanslagen met messen (op 30 september 2019 gedeeld door een medebeheerder in Telegramgroep GreenB1rds ID 1461845631 (TG7), pagina 586) en/of
C. één of meer website(s) en/of social media kana(a)l(en), waarop één of meer (digitale) bestanden (zoals documenten en/of filmpjes en/of afbeeldingen) inhoudende informatie (wordt gedeeld) over (instructie(s) voor) het maken/vervaardigen van explosieven bezocht en/of (vervolgens) informatie over (instructie(s) voor) het maken/vervaardigen van explosieven gedownload en/of opgeslagen en/of gedeeld en/of verspreid en/of voorhanden gehad, welk(e) bestand(en) bestond(en) uit:
- een (Engelstalige) instructie voor het maken van explosieve stoffen, te weten TATP en/of Lood Azide en/of een (Arabische) instructie voor het maken en prepareren van een bomgordel; (aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen Huawei tablet, pagina 807 en 835 e.v.);
3.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 10 oktober 2019 te [pleegplaats], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans éénmaal, (telkens) in het openbaar, bij geschrift en/ of afbeelding, heeft opgeruid tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag, terwijl datgeen waartoe wordt opgeruid
- ( een) terroristisch misdrij(f)(ven) dan wel (een) misdrij(f)(ven) ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf inhoudt,
door het (mede) beheren en/of volgen van (verschillende) Telegramgroepen (telkens) onder de naam Greenb1rds en het in deze groepen plaatsen van de berichten en/of afbeeldingen en/of video's:
- een video waarop te zien is hoe vier mannen in oranje overalls met kettingen aan handen en voeten aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof in brand worden gestoken. Op de achtergrond is een IS-vlag zichtbaar. Onder de video zijn twee teksten geplaatst; een Engelse en een Arabische. De Arabische tekst luidt (vertaald):
Dit is kwelling voor de vijanden van Allah de Verhevene. Verspreid en deel hem #verbranding van de_islam_vijanden. De Engelse tekst (daaronder) luidt: Like roasted chicken.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589/590, 595 en 646),en/of
- een (Engelse) tekst en een aantal afbeeldingen/posters. De tekst wordt voorafgegaan door een afbeelding van een bebloede hand. De tekst eronder gaat in op het vergieten van bloed van de "polytheïsten" (mushrikin). In de tekst wordt gesteld dat het voor de gelovige moslim is toegestaan om dit bloed te vergieten. In de tekst wordt ook gesproken over het gijzelen van personen in "de landen van ongeloof". Gijzelingen zijn niet bedoeld om te onderhandelen met de ongelovigen, zo wordt gesteld, maar om een bloedbad te veroorzaken tot men zelf wordt gedood. Volgens de tekst is de enige taal die de ongelovige (kafir) verstaat de taal van het geweld: "the language of killing, stabbing and slitting throats, chopping off heads, flattering them under trucks, and burning them alive 'until they give the jizya while they are in a state of humiliation'". De tekst vervolgt met nog enkele citaten uit de Koran waarin de plicht tot het doden van de ongelovigen wordt benoemd en het bloedvergieten wordt gerechtvaardigd. De tekst wordt gevolgd door vijf (5) afbeeldingen/posters: afbeeldingen met (Engelstalige) teksten. Één van die afbeeldingen/posters (de vierde) met aanhef "O you Muwahedeen", is gericht aan aanhangers van ISIS die niet in staat zijn om uit te reizen. Deze aanhangers en "soldaten van het kalifaat" in Amerika, Europa, Rusland, Australië, Canada en "alle delen van de wereld" worden opgeroepen om een plan te maken en in actie te komen. Deze aanhangers moeten zoveel mogelijk ongelovigen doden als ze kunnen. Een andere afbeelding/poster (de vijfde) met aanhef "Kill your crusader neighbor", roept de ware monotheïst (muwahid) op om de "kruisvaardersbuurman" en zijn familie te doden door ze op te hangen of hun kelen open te snijden, en hun huizen in brand te steken.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1341208786 (TG5), pagina 596 t/m 600), en/of
- een video met bijschrift. In de video is een logo van de IS-vlag te zien. De video toont een zittende man, gekleed in camouflagekleding met de Irakese vlag op de borst. De man wordt in het hoofd geschoten, terwijl zijn handen op zijn rug zitten. Ondertussen wordt er "Allahu akbar" geroepen en is er een Arabischtalige nashid (lied) te horen. Het bijschrift bij de video is in het Arabisch en bevat emoticons van lachende gezichtjes en een mes. In het bijschrift wordt gesteld: "jij bent een rafidi", gevolgd door een emoticon van een mes.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gepost op 25 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4) en tevens aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen Huawei tablet, pagina 607 en 738),en/of
- ( een) oorlogsmisdrij(f)(ven) inhoudt, te weten
aanranding van de persoonlijke waardigheid, in het bijzonder vernederende en onterende behandeling, van personen die (toen) niet (meer) rechtstreeks aan de vijandelijkheden deelnamen, te weten burgers en/of personeel van strijdkrachten die de wapens hadden neergelegd en/of personen die buiten gevecht zijn gesteld door ziekte en/of verwonding en/of gevangenschap en/of enig andere oorzaak, in geval van een niet-internationaal gewapend conflict op het grondgebied van Irak en/of Syrië, in strijd met het bepaalde in gemeenschappelijk artikel 3 van de Verdragen van Geneve van 12 augustus 1949,
door het (mede) beheren en/of volgen van (verschillende) Telegramgroepen (telkens) onder de naam Greenb1rds en het in deze groepen plaatsen van de berichten en/of afbeeldingen en/of video's:
- een video met bijschrift. In de video is te zien is hoe vier mannen in oranje overalls met kettingen aan handen en voeten aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof in brand worden gestoken. Op de achtergrond is een IS-vlag zichtbaar. Het bijschrift bij de video is een Arabische tekst die luidt (vertaald):
Dit is kwelling voor de vijanden van Allah de Verhevene. Verspreid en deel hem #verbranding van de_islam_vijanden. (door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589/590, 595 en 646),en/of
- een bericht bij voornoemde video waarop te zien is hoe vier mannen in oranje overalls met kettingen aan handen en voeten aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof in brand worden gestoken, te weten:
Like roasted chicken.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589/590, 595 en 646),en/of
- een video met bijschrift. In de video is een logo van de IS-vlag te zien. De video toont een zittende man, gekleed in camouflagekleding met de Irakese vlag op de borst. De man wordt in het hoofd geschoten, terwijl zijn handen op zijn rug zitten. Ondertussen wordt er "Allahu akbar" geroepen en is er een Arabischtalige nashid (lied) te horen. Het bijschrift bij de video is in het Arabisch en bevat emoticons van lachende gezichtjes en een mes. In het bijschrift wordt gesteld: "jij bent een rafidi", gevolgd door een emoticon van een mes.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gepost op 25 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4) en tevens aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen Huawei tablet, pagina 607 en 738);
4.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 10 oktober 2019 te [pleegplaats], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans éénmaal, (telkens) één of meer geschrift(en) en/of afbeelding(en), waarin tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag wordt opgeruid, terwijl datgeen waartoe wordt opgeruid
- ( een) terroristisch misdrij(f)(ven) dan wel (een) misdrij(f)(ven) ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf inhoudt,
heeft verspreid en/of om verspreid te worden, in voorraad heeft gehad, terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat in het/de geschrift(en) en/of de afbeelding(en) zodanige opruiing voorkomt,
immers heeft/hebben zij, verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) (verschillende) Telegramgroepen onder de naam GreenB1rds (mede) beheerd en/of gevolgd en/of bezocht en in deze groep(en) de volgende berichten en/of afbeeldingen en/of video's geplaatst en/of gedeeld, althans deze berichten en/of afbeeldingen en/of video's in voorraad heeft gehad:
- een video waarop te zien is hoe vier mannen in oranje overalls met kettingen aan handen en voeten aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof in brand worden gestoken. Op de achtergrond is een IS-vlag zichtbaar. Onder de video zijn twee teksten geplaatst; een Engelse en een Arabische. De Arabische tekst luidt (vertaald):
Dit is kwelling voor de vijanden van Allah de Verhevene. Verspreid en deel hem #verbranding van de_islam_vijanden.De Engelse tekst (daaronder) luidt:
Like roasted chicken.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589/590, 595 en 646),en/of
- een (Engelse) tekst en een aantal afbeeldingen/posters. De tekst wordt voorafgegaan door een afbeelding van een bebloede hand. De tekst eronder gaat in op het vergieten van bloed van de "polytheïsten" (mushrikin). In de tekst wordt gesteld dat het voor de gelovige moslim is toegestaan om dit bloed te vergieten. In de tekst wordt ook gesproken over het gijzelen van personen in "de landen van ongeloof". Gijzelingen zijn niet bedoeld om te onderhandelen met de ongelovigen, zo wordt gesteld, maar om een bloedbad te veroorzaken tot men zelf wordt gedood. Volgens de tekst is de enige taal die de ongelovige (kafir) verstaat de taal van het geweld: "the language of killing, stabbing and slitting throats, chopping off heads, flattering them under trucks, and burning them alive 'until they give the jizya while they are in a state of humiliation'". De tekst vervolgt met nog enkele citaten uit de Koran waarin de plicht tot het doden van de ongelovigen wordt benoemd en het bloedvergieten wordt gerechtvaardigd. De tekst wordt gevolgd door vijf (5) afbeeldingen/posters: afbeeldingen met (Engelstalige) teksten. Één van die afbeeldingen/posters (de vierde) met aanhef "O you Muwahedeen", is gericht aan aanhangers van ISIS die niet in staat zijn om uit te reizen. Deze aanhangers en "soldaten van het kalifaat" in Amerika, Europa, Rusland, Australië, Canada en "alle delen van de wereld" worden opgeroepen om een plan te maken en in actie te komen. Deze aanhangers moeten zoveel mogelijk ongelovigen doden als ze kunnen. Een andere afbeelding/poster (de vijfde) met aanhef "Kill your crusader neighbor", roept de ware monotheïst (muwahid) op om de "kruisvaardersbuurman" en zijn familie te doden door ze op te hangen of hun kelen open te snijden, en hun huizen in brand te steken.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1341208786 (TG5), pagina 596 t/m 600),en/of
- een video met bijschrift. In de video is een logo van de IS-vlag te zien. De video toont een zittende man, gekleed in camouflagekleding met de Irakese vlag op de borst. De man wordt in het hoofd geschoten, terwijl zijn handen op zijn rug zitten. Ondertussen wordt er "Allahu akbar" geroepen en is er een Arabischtalige nashid (lied) te horen. Het bijschrift bij de video is in het Arabisch en bevat emoticons van lachende gezichtjes en een mes. In het bijschrift wordt gesteld: "jij bent een rafidi", gevolgd door een emoticon van een mes.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gepost op 25 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4) en tevens aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen Huawei tablet, pagina 607 en 738),en/of
- twee video's, waarbij de eerste video opent met beelden van mannen op een heuvel, die geboeid en met blinddoeken worden geleid door gewapende mannen. Hierop volgen beelden van de geboeide mannen terwijl ze op de grond zitten, en volgt een explosie op de plek waar ze zitten. De explosie wordt vanuit verschillende hoeken in beeld gebracht, en deels vertraagd afgespeeld. Tevens is in de video's een IS vlag te zien en klinkt er een Arabische toespraak
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 25 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 606)en/of
- een video met het Arabische onderschrift (vertaald): "De legendes van de Islamitische Staat in Mosul". Op de video is een IS vlag te zien. De video toont een compilatie van (dronebeelden van) autobomaanslagen. Er worden aanslagen getoond in Mosul en vervolgens toont de video strijders die in geprepareerde voertuigen stappen en de namen en foto's van martelaren die de aanslagen hebben uitgevoerd. Een vertellende stem roemt de daden van deze 'martelaren' en vertelt over de beloningen die zij zullen ontvangen in het hiernamaals. Op de achtergrond klinken anasheed (religieus gezang)
(door profiel 'GB' gedeeld op 27 september 2019 in Telegramgroep Greenb1rds met ID 1475042602 (TG6), pagina 629)en/of
- een (Engelstalig) bericht waarin de vraag wordt gesteld waar de mannen zijn die "deze Umma" (Islamitische gemeenschap) verdedigen. De tekst stelt dat men de ongelovigen moet doden, bijvoorbeeld door hen te overrijden of door hen met een mes te steken. Het bericht bevat een oproep aan de jeugd om "op te staan" tot de strijd, ook al is het maar om één ongelovige te doden
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 21 juni 2019 in Telegramgroep met ID 9823321015 (Telegram chat 7), en op 27 juni 2019 in Telegramgroep met ID 9968790827 (Telegram chat 11), pagina 525/526 en 497)en/of
- een video waarin zwart geklede personen met steekwapens of zwaarden in hun hand staan, achter personen geknield op de grond, in oranje kleding. Hun onderlichamen lijken deels in zakken te zitten. Dan is er een toespraak te horen van een man die onder andere spreekt over de straf voor degenen die samenwerken met de ongelovigen en samenspannen tegen de ongelovigen. Daarna is te zien dat elke persoon in het zwart de persoon oranje voor hem het hoofd afsnijdt. Dit wordt deels in slow-motion en met close-ups in beeld gebracht

(aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen Huawei tablet, pagina 943/944),

- ( een) oorlogsmisdrij(f)(ven) inhoudt, te weten
aanranding van de persoonlijke waardigheid, in het bijzonder vernederende en onterende behandeling, van personen die (toen) niet (meer) rechtstreeks aan de vijandelijkheden deelnamen, te weten burgers en/of personeel van strijdkrachten die de wapens hadden neergelegd en/of personen die buiten gevecht zijn gesteld door ziekte en/of verwonding en/of gevangenschap en/of enig andere oorzaak, in geval van een niet-internationaal gewapend conflict op het grondgebied van Irak en/of Syrië, in strijd met het bepaalde in gemeenschappelijk artikel 3 van de Verdragen van Geneve van 12 augustus 1949,
heeft verspreid en/of om verspreid te worden, in voorraad heeft gehad,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat in het/de geschrift(en) en/of de afbeelding(en) zodanige opruiing voorkomt,
immers heeft/hebben zij, verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) (verschillende) Telegramgroepen onder de naam GreenB1rds (mede) beheerd en/of gevolgd en/of bezocht en in deze groep(en) berichten en/of afbeeldingen en/of video's geplaatst en/of gedeeld:
- een video met bijschrift. In de video is te zien is hoe vier mannen in oranje overalls met kettingen aan handen en voeten aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof in brand worden gestoken. Op de achtergrond is een IS-vlag zichtbaar. Het bijschrift bij de video is een Arabische tekst die luidt (vertaald):
Dit is kwelling voor de vijanden van Allah de Verhevene. Verspreid en deel hem #verbranding van de_islam_vijanden. (door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589/590, 595 en 646),en/of
- een bericht bij voornoemde video waarop te zien is hoe vier mannen in oranje overalls met kettingen aan handen en voeten aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof in brand worden gestoken, te weten:
Like roasted chicken.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen'gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589/590, 595 en 646),en/of
- een video met bijschrift. In de video is een logo van de IS-vlag te zien. De video toont een zittende man, gekleed in camouflagekleding met de Irakese vlag op de borst. De man wordt in het hoofd geschoten, terwijl zijn handen op zijn rug zitten. Ondertussen wordt er "Allahu akbar" geroepen en is er een Arabischtalige nashid (lied) te horen. Het bijschrift bij de video is in het Arabisch en bevat emoticons van lachende gezichtjes en een mes. In het bijschrift wordt gesteld: "jij bent een rafidi", gevolgd door een emoticon van een mes.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gepost op 25 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4) en tevens aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen Huawei tablet, pagina 607 en 738);
althans uitingen van gelijke aard en/of strekking die al dan niet in onderlinge samenhang een opruiend karakter hebben;
5.
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2014 tot en met 26 september 2019, in of nabij Al-Anbar en/of Salahuddin (Irak), althans (elders) in Irak en/of Syrië en/of Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans éénmaal, (telkens),
in geval van een niet-internationaal gewapend conflict op het grondgebied van Irak en/of Syrië, in strijd met het bepaalde in gemeenschappelijk artikel 3 van de Verdragen van Geneve van 12 augustus 1949,
personen die (toen) niet (meer) rechtstreeks aan de vijandelijkheden deelnamen, te weten burgers en/of personeel van strijdkrachten die de wapens hadden neergelegd en/of personen die buiten gevecht zijn gesteld door ziekte en/of verwonding en/of gevangenschap en/of enig andere oorzaak, in hun persoonlijke waardigheid heeft aangerand (en/of) (in het bijzonder) vernederend en/of onterend heeft behandeld,
immers heeft/hebben zij, verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) (verschillende) Telegramgroepen onder de naam GreenB1rds (mede) beheerd en/of gevolgd en/of bezocht en in deze groep(en) berichten en/of afbeeldingen en/of video's geplaatst en/of gedeeld:
- een video met bijschrift. In de video is te zien is hoe vier mannen in oranje overalls met kettingen aan handen en voeten aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof in brand worden gestoken. Op de achtergrond is een IS-vlag zichtbaar. Het bijschrift bij de video is een Arabische tekst die luidt (vertaald):
Dit is kwelling voor de vijanden van Allah de Verhevene. Verspreid en deel hem #verbranding van de_islam_vijanden. (door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589/590, 595 en 646), en/of
- een bericht bij voornoemde video waarop te zien is hoe vier mannen in oranje overalls met kettingen aan handen en voeten aan een stellage hangen en met behulp van een brandbare stof in brand worden gestoken, te weten:
Like roasted chicken.
(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gedeeld op 26 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4), pagina 589/590, 595 en 646), en/of
- een video met bijschrift. In de video is een logo van de IS-vlag te zien. De video toont een zittende man, gekleed in camouflagekleding met de Irakese vlag op de borst. De man wordt in het hoofd geschoten, terwijl zijn handen op zijn rug zitten. Ondertussen wordt er "Allahu akbar" geroepen en is er een Arabischtalige nashid (lied) te horen. Het bijschrift bij de video is in het Arabisch en bevat emoticons van lachende gezichtjes en een mes. In het bijschrift wordt gesteld: "jij bent een rafidi", gevolgd door een emoticon van een mes.

(door profiel 'NesmuMutawahiddeen' gepost op 25 september 2019 in Telegramgroep GreenB1rds met ID 1227168569 (TG4) en tevens aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen Huawei tablet, pagina 607 en 738),

en deze berichten en/of afbeeldingen en/of video's daarmee (aldus) heeft/hebben verspreid en/of openbaar heeft/hebben gemaakt.
Zaak met parketnummer 09-748012-19-P:
zij (op één of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 september 2019 tot en met 10 oktober 2019 te [pleegplaats], althans in Nederland, en/of Turkije, meermalen, althans eenmaal, (telkens) in strijd met het krachtens artikel 2 en/of 3 van de Sanctiewet 1977 vastgestelde verbod van art. 2 Sanctieregeling terrorisme 2007-II heeft gehandeld doordat zij rechtstreeks dan wel middellijk middelen te weten:
- op of omstreeks 21 september 2019 een geldbedrag van 200 euro en/of
- op of omstreeks 1 oktober 2019 een geldbedrag van 300 euro
al dan niet opzettelijk
via een of meer tussenperso(o)n(en) aan [persoon 1] en/of [persoon 2] ter beschikking heeft gesteld, terwijl [persoon 1] bij besluit van 24 maart 2017 en [persoon 2] bij besluit van 16 oktober 2017 door de Minister van Buitenlandse Zaken is/zijn aangewezen als perso(o)n(en) jegens wie de Sanctieregeling terrorisme 2007-II van toepassing is.

Voetnoten

1.International Committee of the Red Cross (ICRC), Commentary on the first Geneva Convention, Cambridge: Cambridge University Press, 2016, p. 226-227, paragraaf 663-664.
2.ICC Elements of Crimes (2002), Artikel 8(2)(c)(ii).
3.ICC, Prosecutor v. Al Hassan Ag Abdoul Aziz Ag Mohamed Ag Mahmoud, ICC-01/12-01/18, Trial Chamber Judgment, 26 juni 2024, paragraaf 1152-1153.
4.ICTY Prosecutor v. Aleksovski, IT-95-14/1-T, Trial Chamber Judgment, 25 juni 1999, paragraaf 57.
5.ICC, Prosecutor v. Al Hassan Ag Abdoul Aziz Ag Mohamed Ag Mahmoud, ICC-01/12-01/18, Trial Chamber Judgment, 26 juni 2024, paragraaf 1313, 1316, 1321, 1322, 1384-88, en 1594.
6.Ibidem, paragraaf 1387 en 1397.
7.ICC Elements of Crimes, artikel 8(2)(c)(ii), voetnoot 57.
8.International Committee of the Red Cross (ICRC), Commentary on the third Geneva Convention, Cambridge: Cambridge University Press, 2021, para. 704. Zie, in het bijzonder, voetnoot 554. Zie ook: ICTY, Prosecutor v. Brđanin, IT-99-36-T, Trial Chamber Judgment, 1 september 2004, para. 1019. Duitse jurisprudentie: OLG Stuttgart d.d. 11 januari 2018 (ECLI:DE:OLGSTUT:2018:0111.6.32OJS9.17.0), Bundesgerichtshof d.d. 27 juli 2017 (ECLI:DE:BGH:2017:270717U3STR57.17.0), Bundesgerichtshof d.d. 8 september 2016 (ECLI:DE:BGH:2016:080916BSTB27.16.0).
9.ICTY, Prosecutor v. Kvočka, IT-98-30/1-T, Trial Chamber Judgment, 2 november 2001, paragraaf 168.
10.Gerechtshof Den Haag d.d. 16 december 2022 (ECLI:NL:GHDHA: 2022:2858).
11.Gerechtshof Den Haag d.d. 12 juni 2024 (ECLI:NL:GHDHA:2024:934).
12.ICTY, Prosecutor v. Kvočka, IT-98-30/1-T, Trial Chamber Judgement, 2 november 2001, paragraaf 170.
13.Zie o.a. Gerechtshof Den Haag 26 januari 2021, ECLI:NL:GHDHA:202l:l03; Gerechtshof Den Haag 6 december 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:242l.
14.PV ttz eerste aanleg 11 februari 2021, blz. 10
15.EV blz. 2268.
16.EV blz. 2276.
17.EV blz. 2277.
18.Kennisbijlage 140a PV Islamitische Staat (25.06.2018), blz. 132.
19.PV blz. 636.
20.PV blz. 635-639.
21.PV blz. 641.
22.Pleitnota nrs. 28 t/m 31.
23.HR 3 juli 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5132.
24.Parket bij de Hoge Raad, Conclusie van de AG, 27 augustus 2024, ECLI:NL:PHR:2024:834, overweging 5.10.
25.HR 5 februari 1934, NJ 1934.
26.Gerechtshof Amsterdam, 23 november 2009, ECLI:NL:GHAMS:2009:BK4139; HR 15 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7237.
27.Gerechtshof Den Haag 30 april 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1082.
28.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 februari 2020, proces-verbaalnummer LERCA19019-216, pp. 525-526.
29.Proces-verbaal van digitaal onderzoek d.d. 30 maart 2020, proces-verbaalnummer LERCA19019-206, p. 827.
30.HR 10 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:2
31.Zie de weergave van de wetsgeschiedenis in de conclusie van de advocaat-generaal bij HR 28 maart 2017, NJ 2017/411, onder punt 34.