Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/09/570029 / HA ZA 19-268
1.Chevron Corporation (USA),
Texaco Petroleum Company,
1.De zaak in het kort
UNCITRAL Arbitration Rulesis tussen Chevron en TexPet aan de ene kant en Ecuador aan de andere kant een arbitraal deelvonnis gewezen. Daarin is vastgesteld dat Ecuador als staat aansprakelijk is jegens Chevron en TexPet, onder meer omdat een corrupte rechter in Ecuador een vonnis (het Lago Agrio-vonnis) heeft gewezen ten nadele van Chevron (en TexPet), en hogere rechterlijke instanties dat vonnis desondanks in stand hebben gelaten. Het scheidsgerecht heeft in het arbitrale vonnis verschillende bevelen aan Ecuador gegeven. In deze procedure vordert Ecuador (partiële) vernietiging van het arbitrale vonnis: zij vordert dat drie van de opgelegde bevelen vernietigd worden. Het hof oordeelt dat de vordering tot vernietiging faalt. De rechtbank had dat ook al beslist.
2.Het procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 15 december 2020, waarmee Ecuador in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 16 september 2020;
- de memorie van grieven van Ecuador;
- de memorie van antwoord van Chevron en Texpet, met bijlagen;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 14 april 2022 en de door de advocaten van partijen overgelegde pleitaantekeningen.
3.Feitelijke achtergrond
The Treaty between the United States of America and the Republic of Ecuador concerning the Encouragement and Reciprocal Protection of Investment(hierna: het BIT). Het BIT is op 11 mei 1997 in werking getreden. Doelstelling van het BIT is het stimuleren en beschermen van investeringen, verricht door investeerders uit de ene verdragsstaat op het grondgebied van de andere verdragsstaat. Artikel II lid 3 van het BIT bepaalt:
1995 Settlement Agreement).Daarin hebben Ecuador en PetroEcuador verklaard (artikel 5.1) dat zij:
1998 Final Release), nadat was vastgesteld dat TexPet de in de
1995 Settlement Agreementbedoelde werkzaamheden had verricht. Daarbij worden TexPet en de overige
“Releasees” voor altijd bevrijd van en ontslagen uit alle aansprakelijkheid jegens Ecuador.
Amazon Defense Fronten een aantal Ecuadoraanse burgers (hierna: de Lago Agrio-eisers) bij het gerecht van Lago Agrio in Ecuador een procedure aanhangig gemaakt tegen Chevron (hierna: de Lago Agrio-procedure). Zij stelden dat de olieproductieactiviteiten van TexPet het milieu van de Oriente-regio hebben vervuild en dat Chevron daarvoor aansprakelijk is.
punitive damagesvan nog eens 8,6 miljard dollar als zij niet binnen vijftien dagen publiekelijk spijt betuigt. Verder is Chevron veroordeeld tot betaling van een proceskostenvergoeding van 10% van 8,6 miljard dollar.
punitive damagesvernietigd, maar de beslissing van de appelrechter verder, en daarmee het Lago Agrio-vonnis voor het overige, in stand gelaten. Op 27 juni 2018 heeft het Ecuadoraans Constitutioneel Hof deze beslissing bevestigd.
1995 Settlement Agreementen de
1998 Final Releasezijn gevrijwaard van aansprakelijkheid voor milieuschade als gevolg van het handelen van het consortium en dat Ecuador en PetroEcuador exclusief aansprakelijk zijn voor de uitkomst van de Lago Agrio-procedure. Verder hebben Chevron en TexPet gevorderd dat Ecuador wordt bevolen alle maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat een eventueel vonnis in de Lago Agrio-procedure niet ten uitvoer kan worden gelegd en dat Ecuador wordt veroordeeld tot betaling aan Chevron en TexPet van datgene waartoe zij in de Lago Agrio-procedure worden veroordeeld.
interim measures) hadden verzocht en daarover een debat tussen partijen had plaatsgevonden, heeft het scheidsgerecht in de
First Interim Award on Interim Measuresvan 25 januari 2012 (hierna:
First Interim Award) onder meer geoordeeld dat Ecuador diende te nemen:
Second Interim Award on Interim Measuresvan 16 februari 2012 (hierna:
Second Interim Award) heeft het scheidsgerecht onder meer als volgt beslist:
Third Interim Award on Jurisdiction and Admissibilityvan 27 februari 2012 (hierna:
Third Interim Award) heeft het Scheidsgerecht zich uitgelaten over zijn bevoegdheid en de door Ecuador op dit punt gevoerde verweren verworpen.
Fourth Interim Award on Interim Measuresvan 7 februari 2013 (hierna:
Fourth Interim Award) heeft het Scheidsgerecht onder meer als volgt beslist:
, the UNICTRAL Rules and international law in regard to the finalisation and enforcement subject to execution of the Lago Agrio Judgement within and outside Ecuador, including (but not limited to) Canada, Brazil and Argentina.
“the merits”(gaandeweg) onderverdeeld in drie fasen, oftewel
tracks.
First Partial Award on Track Ivan 17 september 2013 (hierna:
First Partial Award) heeft het scheidsgerecht, kort gezegd, de volgende punten beslist:
- Chevron en TexPet zijn beide
- De vrijwaring van aansprakelijkheid bedoeld in de
First Interim Award, de
Second Interim Award, de
Third Interim Award, de
Fourth Interim Awarden de
First Partial Award. De vordering tot vernietiging is door de rechtbank Den Haag afgewezen bij vonnis van 20 januari 2016. [2] Het hof Den Haag heeft dit vonnis bij arrest van 18 juli 2017 in hoger beroep bekrachtigd. [3] De Hoge Raad heeft het door Ecuador tegen dit arrest gerichte cassatieberoep verworpen bij arrest van 12 april 2019. [4]
Second Partial Award on Track II(hierna: de
Second Partial Award). Dat is het arbitrale vonnis waar deze vernietigingsprocedure over gaat.
4.De Second Partial Award
Second Partial Awardheeft het scheidsgerecht geoordeeld dat Ecuador in twee opzichten haar verplichtingen jegens Chevron en TexPet heeft geschonden en dat Ecuador daarvoor aansprakelijk is.
ghostwriters’, waaronder de vertegenwoordigers van de Lago Agrio-eisers, de Ecuadoraanse advocaat [A] en de Amerikaanse advocaat [B] . [5] Dit feit en de omstandigheden dat verschillende rechterlijke instanties in Ecuador (appelrechter, Hooggerechtshof en Constitutioneel Hof) hebben nagelaten om adequaat te reageren op de fraudebeschuldigingen van Chevron en dat Ecuador willens en wetens de uitvoerbaarheid van dit vonnis buiten Ecuador heeft gefaciliteerd, leveren een
denial of justiceop. [6] Dat leidt ertoe dat Ecuador haar verplichtingen onder artikel II lid 3 onder a van het BIT heeft geschonden.
diffuse claims. In de
First Partial Awardhad het scheidsgerecht al beslist dat Chevron en TexPet hun contractuele rechten als
Releaseestegenover Ecuador konden inroepen voor
diffuse claims. Het Lago Agrio-vonnis is dus in strijd met de verplichting van Ecuador, op grond van de
1995 Settlement Agreement, om Chevron en TexPet te vrijwaren voor aansprakelijkheid. De conclusie is volgens het scheidsgerecht dat Ecuador haar verplichtingen onder artikel II lid 3 onder c van het BIT heeft geschonden. [7]
Second Partial Awardin nr. 10.13 de volgende bevelen gegeven (waarbij het hof de passages waar het in deze vernietigingsprocedure om gaat vet heeft gedrukt):
take immediate steps, of its own choosing, to preclude any of the Lago Agrio Plaintiffs, any “trust” purporting to represent their interests (including the “Frente de Defensa La Amazonia”), any of the Lago Agrio Plaintiffs’ representatives, and any non-party funder from enforcing any part of the Lago Agrio Judgment (as also decided by the Lago Agrio Appellate, Cassation and Constitutional Courts), directly or indirectly, whether by attachment, arrest, interim injunction, execution or howsoever otherwise;
return promptly to [Chevron] any such proceeds that (notwithstanding the foregoing) come into [Ecuador’s] custody, possession or control;
; and
5.De vordering van Ecuador tot vernietiging van de Second Partial Award
Second Partial Awardvernietigt. Ecuador heeft daarbij twee hoofdkwesties aan de orde gesteld:
- i) Chevron en TexPet kunnen geen beroep doen op
- ii) het scheidsgerecht had de bevelen (i), (ii) en (vi) van de Second Partial Award (hierna: de Bevelen) niet mogen opleggen.
denial of justiceals de lokale rechtsmiddelen tegen een misstap van een rechter zijn uitgeput
,en dat dit niet is gebeurd: Chevron had rechter [judge] kunnen wraken, een klacht kunnen indienen bij de
Judicial Councilvan Ecuador of een procedure kunnen beginnen onder de
Collusion Protection Actvan Ecuador, maar heeft dit nagelaten.
- a) het scheidsgerecht heeft zich niet aan zijn opdracht gehouden (artikel 1065 lid 1 onder c Rv);
- b) het arbitraal vonnis is niet met redenen omkleed (artikel 1065 lid 1 onder d Rv);
- c) het arbitraal vonnis, of de wijze waarop het tot stand is gekomen, is in strijd met de openbare orde (artikel 1065 lid 1 onder e Rv).
6.De beslissing van de rechtbank
Second Partial Awardafgewezen en Ecuador veroordeeld in de proceskosten.
Second Partial Awardniet opgaat.
7.Het geschil in hoger beroep
denial of justicelaat vallen en dat zij alleen in hoger beroep komt van de beslissingen van de rechtbank met betrekking tot de tweede kwestie, te weten die van de Bevelen.
partiëlevernietiging van de
Second Partial Award, te weten alleen voor wat betreft de Bevelen.
8.De beoordeling in hoger beroep
“unconditional obligations of result”) zijn opgelegd om naar tevredenheid van het scheidsgerecht (
“to the satisfaction of the Tribunal”):
- Het scheidsgerecht heeft met de toevoeging van de woorden
- Het scheidsgerecht heeft door de toevoeging van de woorden
“unconditional obligations of result”zijn en dat de door Ecuador (naar eigen keuze) te nemen maatregelen
“to the satisfaction of the Tribunal”moeten zijn, onlosmakelijke onderdelen vormen van de beslissing die het scheidsgerecht door oplegging van de Bevelen heeft genomen. Tegen de Bevelen heeft Ecuador in de inleidende dagvaarding de vernietigingsgronden van artikel 1065 lid 1 onder c, d en e Rv aangevoerd. Daarmee is gegeven dat de hiervoor in 8.4 weergegeven twee argumenten van Ecuador kunnen worden beschouwd als nadere uitwerkingen van de in de inleidende dagvaarding opgenomen gronden voor vernietiging van de Bevelen. Artikel 1064 lid 5 Rv (oud) vormt dus geen belemmering.
Second Partial Awardingaat, worden eerst de juridische kaders geschetst, voor zover in hoger beroep van belang.
“unconditional obligations of result”), en niet als inspanningsverplichtingen, heeft het scheidsgerecht aan Ecuador verplichtingen opgelegd die zij onmogelijk kan nakomen en dat is strijd met dit beginsel. De Bevelen zijn daarmee in strijd met de openbare orde en de
Second Partial Awardmoet daarom partieel vernietigd worden op grond van artikel 1065 lid 1 onder e Rv.
Articles on the Responsibility of States for Internationally Wrongful Acts(hierna:
ILC Articles on State Responsibility) [15] volgt weliswaar dat de aansprakelijke staat zorg dient te dragen voor
full reparation, maar dat is niet ongekwalificeerd en ongelimiteerd: het onmogelijke mag niet worden opgelegd. Daarom bestaan er ook verschillende vormen van
full reparation, namelijk
restitution, compensationen
satisfaction.Met de Bevelen legt het scheidsgerecht Ecuador de onvoorwaardelijke resultaatsverplichting op tot
full reparationin de vorm van
restitution(inhoudend dat Chevron en TexPet moeten worden teruggebracht in de situatie die zou hebben bestaan als het onrechtmatige handelen niet had plaatsgevonden). Voor alle vormen van
reparation, en dus ook voor
restitution, geldt dat die alleen kunnen worden opgelegd voor zover een staat daarmee geen onmogelijke verplichtingen worden opgelegd. Volgens Ecuador blijkt dat onder meer uit de volgende passage uit de
Chorzów Factory-uitspraak van het
Permanent Court of International Justice, waarop artikel 31 van de
ILC Articles on State Responsibilityis gebaseerd: “
The essential principle contained in the actual notion of an illegal act - a principle which seems to be established by international practice and in particular by the decision of arbitral tribunals - is that reparation must,as far as possible, wipe out all the consequences of the illegal act and re-establish the situation which would, in all probability, have existed if that act had not been committed.”(onderstreping toegevoegd door Ecuador).
restitution) heeft opgelegd die zij onmogelijk kan nakomen, heeft Ecuador als volgt toegelicht. De Bevelen verplichten Ecuador om maatregelen te nemen waarmee de status van uitvoerbaarheid aan het Lago Agrio-vonnis wordt ontnomen en wordt voorkomen dat Lago Agrio-eisers of andere partijen het Lago Agrio-vonnis ten uitvoer kunnen leggen. Dat is echter onmogelijk. Het Lago Agrio-vonnis is tot de hoogste instantie in stand gebleven en heeft
res judicata. Ecuador kent een gesloten stelsel van rechtsmiddelen en geen van die rechtsmiddelen staat de wetgevende, uitvoerende of rechtsprekende macht toe om op eigen initiatief (naar aanleiding van een arbitraal vonnis) het Lago Agrio-vonnis te vernietigen of de executoriale titel te ontnemen. Dat geldt ook voor de door Chevron en TexPet gedane suggesties dat Ecuador de aan de Lago Agrio-eisers verstrekte certificerende bevelen, volmachten en rogatoire brieven intrekt en vernietigt en aldus hun pogingen tot tenuitvoerlegging van het Lago Agrio-vonnis verhindert. Ook dergelijke (juridische) mechanismen kent Ecuador niet. Ecuador kan wel een wet invoeren, maar die heeft geen terugwerkende kracht, zodat die niet de begane misstappen uit het verleden kan raken. Er is ook geen wettelijke basis om een verbod of gebod aan de Lago Agrio-eisers op te leggen om te voorkomen dat zij binnen en buiten Ecuador het vonnis tenuitvoerleggen. Preventief kan Ecuador dus niets beginnen tegen de Lago Agrio-eisers.
reparationin de vorm van
restitutiontot stand te brengen. Artikel 31 lid 1 van de
ILC Articles on State Responsibilitystelt voorop:
“The responsible State is under an obligation to make full reparation for the injury caused by the internationally wrongful act.”. Artikel 34 bepaalt vervolgens:
“Full reparation for the injury caused by the internationally wrongful act shall take the form of restitution, compensation and satisfaction, either singly or in combination (…).”. Artikel 35 omschrijft daarna wat
restitutioninhoudt en welke grenzen daarvoor gelden:
“A State responsible for an internationally wrongful act is under an obligation to make restitution, that is, to re-establish the situation which existed before the wrongful act was committed, provided and to the extent that that restitution: (a) is not materially impossible; (b) does not involve a burden out of all proportion to the benefit deriving from restitution instead of compensation.”.
restitutionals bedoeld in artikel 35 van de
ILC Rules on State Responsibility. Uit de toelichting bij dat artikel blijkt dat onderscheid wordt gemaakt tussen
“material restitution”en
“juridical restitution”. [18] Dat laatste ziet op
“the reversal of some juridical act”,
“(…) where restitution requires or involves the modification of a legal situation either within the legal system of the responsible State or in its legal relations with the injured State. Such cases include the revocation, annulment or amendment of a constitutional or legislative provision enacted in violation of a rule of international law, the rescinding or reconsideration of an administrative or judicial measure unlawfully adopted in respect of the person or property of a foreigner (…).”. Verder is in de toelichting nader bepaald wat wel en niet onder
“materially impossible”moet worden verstaan, namelijk:
“This would apply where property to be restored (…) has deteriorated to such an extent as to be valueless. On the other hand, restitution is not impossible merely on grounds of legal or practical difficulties, even though the responsible State may have to make special efforts to overcome these.”. Bij dat laatste wordt ook verwezen naar artikel 32 van de van de
ILC Articles on State Responsibilitydat luidt:
“The responsible State may not rely on the provisions of its internal law as justification for failure to comply with its obligations under this Part.”.
restitutionniet kan worden opgelegd als dat (materieel) onmogelijk is. Uit de toelichting over wat volgens het internationale recht als onmogelijk wordt beschouwd, volgt echter dat de omstandigheid dat het rechtssysteem van Ecuador niet voorziet in een mogelijkheid het Lago Agrio-vonnis ongedaan te maken of om een verbod of gebod aan de Lago Agrio-eisers op te leggen om te voorkomen dat zij binnen en buiten Ecuador het vonnis tenuitvoerleggen, zoals Ecuador stelt, onvoldoende is om te oordelen dat restitutie onmogelijk is. De door Ecuador aangevoerde argumenten (weergegeven in 8.20) worden juist uitgesloten als valide argumenten voor onmogelijkheid van
restitution. Daarmee rechtvaardigen die argumenten niet de conclusie dat het scheidsgerecht het beginsel heeft geschonden dat aan staten geen onmogelijke verplichtingen kunnen worden opgelegd.
garanderendat tenuitvoerlegging in het buitenland niet kan plaatsvinden, maar slechts de maatregelen die in haar macht liggen en die tenuitvoerlegging in het buitenland kunnen verhinderen Het argument dat de Bevelen om deze reden onmogelijk uitgevoerd kunnen worden, faalt dan ook. Het gaat uit van een verkeerde lezing van de Bevelen.
Second Partial Awardzou moeten leiden. Ecuador heeft in ieder geval niet toegelicht - en het hof ziet ook niet in - waarom in dat geval de gevolgen van de tenuitvoerlegging van een door een corrupte Ecuadoraanse rechter gewezen (en door hogere rechters in stand gelaten) vonnis waarbij Chevron is veroordeeld tot betaling van (in hoofdsom) 8,6 miljard US dollar, voor rekening (en risico) van Chevron en TexPet, in plaats van Ecuador, moet komen. De enkele opmerking van Ecuador dat zij niet aansprakelijk kan worden gehouden voor het handelen van andere soevereine staten is in deze context onvoldoende. Daarmee gaat Ecuador er namelijk aan voorbij dat de achterliggende oorzaak van de ontstane situatie is gelegen in het frauduleuze Ecuadoraanse vonnis.
ILC Articles on State Responsibilitybepaalt weliswaar dat
restitutionalleen kan worden opgelegd voor zover “
restitution (…) does not involve a burden out of all proportions to the benefit deriving from restitution instead of compensation”, maar Ecuador heeft onvoldoende toegelicht waarom uitvoering van de Bevelen (evident) onevenredig bezwarend voor haar zou zijn, afgezet tegen het zwaarwegende belang van Chevron en TexPet dat het frauduleuze Lago Agrio-vonnis, waarbij Chevron is veroordeeld tot betaling van een hoofdsom van 8,6 miljard dollar, niet tenuitvoergelegd zal worden. Het betoog van Ecuador gaat om die reden dan ook al niet op.
Second Partial Awardeen definitief einde moeten maken aan de in Track II behandelde geschilpunten. De als onderdeel van de
Second Partial Awardgegeven Bevelen zijn echter niet beperkt in omvang en tijd en verplichten Ecuador om maatregelen te treffen
“to the satisfaction of the Tribunal”. Daardoor heeft het scheidsgerecht zichzelf de bevoegdheid gegeven om tot in lengte van jaren te blijven beoordelen of Ecuador haar verplichtingen uit hoofde van de Bevelen is nagekomen. Dat is in strijd met het beginsel van
functus officio, dat inhoudt dat de opdracht van een scheidsgerecht eindigt na het wijzen van een arbitraal vonnis, en met de artikel VI.6 van het BIT [19] en artikel 32 lid 2 van de
UNCITRAL Arbitration Rules(1976) [20] die bepalen dat arbitrale beslissingen finaal en bindend zijn. Ecuador wijst erop dat het beginsel van
functus officioook geldt voor een gedeeltelijk eindvonnis (een
partial award) voor wat betreft de kwesties die in dat vonnis worden beslist: het scheidsgerecht mag daarop niet in een later vonnis terugkomen. Het voorgaande betekent dat het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht heeft gehouden. Deze opdrachtschending is van ernstige aard, wat betekent dat de Bevelen vernietigd moeten worden op grond van artikel 1065 lid 1 onder c Rv.
“of its own choosing”) te nemen, waarmee de met de Bevelen beoogde resultaten worden bereikt. Het hof begrijpt dat het scheidsgerecht door de toevoeging van de woorden
“to the satisfaction of the Tribunal”aan zijn kant ruimte inbouwt om op een later moment in de arbitrale procedure te kunnen beoordelen of de door Ecuador getroffen maatregelen voldoen.
“to the satisfaction of the Tribunal”geeft het scheidsgerecht de mogelijkheid om bij de beslissingen in een latere fase van de nog lopende arbitrale procedure eventueel mee te wegen of Ecuador afdoende maatregelen heeft getroffen ter nakoming van de in de Bevelen voorgeschreven verplichtingen. Het hof oordeelt dat deze door het scheidsgerecht gekozen constructie waarbij het in een latere fase van de arbitrale procedure kan bezien of Ecuador adequate maatregelen heeft getroffen, geoorloofd is en niet in strijd is met het
functus officiobeginsel en/of de artikelen VI.6 van het BIT en 32 lid 2 van de
UNCITRAL Arbitration Rules(1976).
“to the satisfaction of the Tribunal”zichzelf de bevoegdheid geeft om tot in lengte van jaren, ook nog na het einde van de arbitrageprocedure, te blijven beoordelen of Ecuador de Bevelen is nagekomen, volgt niet uit die bewoordingen en heeft Ecuador ook verder onvoldoende onderbouwd. Uit dezelfde artikelen waarop Ecuador een beroep doet, te weten de artikelen VI.6 van het BIT en 32 lid 2 van de
UNCITRAL Arbitration Rules(1976)
,volgt dat Ecuador verplicht is om onmiddellijk gevolg te geven aan hetgeen is bepaald in een (gedeeltelijk) eindvonnis [21] , zodat het scheidsgerecht nog in deze arbitrale procedure moet kunnen beoordelen of Ecuador haar verplichtingen uit hoofde van de Bevelen is nagekomen. Dat dit ook de insteek van het scheidsgerecht is, volgt uit wat het schrijft naar aanleiding van een interpretatieverzoek van Ecuador:
“(…) if it were allegedin this arbitrationthat [Ecuador] was not complying with any part of Paragraph 10.13 of the Second Partial Award and that such non-compliance affected any further relief to be ordered by the Tribunalin this arbitration, the Tribunal would, on the application of any Party, decide on the matter as may be appropriate.”(onderstreping toegevoegd door het hof). [22] Onder deze omstandigheden is geen sprake van een situatie waarin Ecuador door de Bevelen “permanent onder curatele wordt gesteld” van het scheidsgerecht.
- De Bevelen leggen in de vorm van
- De Bevelen zijn niet gelimiteerd in omvang en tijd, en geven door de toevoeging van de woorden
Second Partial Awarddan ook partieel vernietigd worden op grond van artikel 1065 lid 1 onder e en/of c Rv.
“Ecuador had (…) niet kunnen verwachten, gelet op de door haar gevoerde essentiële verweren van onmogelijkheid van nakoming en de onmogelijkheid van restitution, dat het scheidsgerecht tot dergelijke Bevelen zou komen.”. [23] Daaruit volgt al dat de Bevelen geen verrassingsbeslissing inhouden. Ecuador heeft immers - naar zij zelf zegt - verweer gevoerd op het punt waar het hier om gaat. Al om deze reden faalt het beroep van Ecuador op vernietiging omdat het recht van hoor en wederhoor zou zijn geschonden en/of het scheidsgerecht haar opdracht heeft geschonden. Dat Ecuador kennelijk niet had verwacht dat het scheidsgerecht haar standpunt zou verwerpen, maakt niet dat sprake is van een ongeoorloofde verrassingsbeslissing zoals hier bedoeld.
“an order and award requiring Ecuador to indemnify, protect and defend [Chevron and TexPet] in connection with the The Lago Agrio Litigation”en
“any other relief that the tribunal deems just and appropriate”. De Bevelen zijn een meer concrete invulling van deze vordering.
First, Seconden
Fourth Interim Awards, weergegeven bij 3.12, 3.13 en 3.15).
“to the satisfaction of the Tribunal”moesten zijn. Voor zover Ecuador meent dat het scheidsgerecht zich hiermee bevoegd acht om ook na het wijzen van zijn laatste eindvonnis te (blijven) beoordelen of Ecuador aan haar verplichtingen heeft voldaan, en dat Ecuador daarover eerst gehoord had moeten worden, faalt dat betoog. Hiervoor heeft het hof immers al overwogen dat een dergelijke vergaande interpretatie van de beslissing van het scheidsgerecht niet in de Bevelen kan worden gelezen (zie 8.37). Als Ecuador bedoelt dat zij ook gehoord had moeten worden over deze toevoeging voor zover daarmee wordt beoogd dat het scheidsgerecht later in de lopende arbitrageprocedure kan beoordelen en bij verdere beslissingen kan meewegen of Ecuador afdoende maatregelen heeft getroffen, dan geldt dat ook dat betoog faalt. De bepaling dat de maatregelen naar tevredenheid van het scheidsgerecht uitgevoerd moeten worden, valt binnen de reikwijdte van de vordering van Chevron en TexPet, waarbij zij ook vragen om
“any other relief that the tribunal deems appropriate”. Anders dan Ecuador meent, heeft het scheidsgerecht dus niet meer toegewezen dan gevorderd (zonder Ecuador daarover te horen).
restitutionniet kan worden opgelegd omdat daarmee het onmogelijke van Ecuador wordt gevraagd niet te behandelen. [25] Het scheidsgerecht heeft daarmee zijn opdracht geschonden (artikel 1065 lid 1 onder c Rv) en tegelijkertijd het vonnis niet met redenen omkleed (artikel 1065 lid 1 onder d Rv [26] ).
Second Partial Awarduitgebreid heeft gemotiveerd hoe zij is gekomen tot het opleggen van de in Hoofstuk X weergegeven bevelen, waaronder de Bevelen. Het scheidsgerecht heeft daarbij de
ILC Articles on State Responsibilityals uitgangspunt genomen en heeft jurisprudentie aangehaald over de remedies die het internationale recht voorschrijft in geval van een
internationally wrongful act. Het scheidsgerecht komt vervolgens tot de volgende conclusie:
“In the Tribunal’s view, the reinstatement of [Chevron’s and TexPet’s] rights under international law requires of [Ecuador] the immediate suspension of the enforceability of the Lago Agrio Judgment and the implementation of such other corrective measures as are necessary to “wipe out all the consequences” of [Ecuador’s] internationally wrongful acts, so as to re-establish the situation which would have existed if those internationally wrongful acts had not been committed by [Ecuador]. (…) The Tribunal considers that these measures, subject to their elaboration in the form of declarations and orders below, are appropriate in the present circumstances of this case.”. Hiermee heeft het scheidsgerecht gemotiveerd waarom zij de Bevelen in dit geval een passende vorm van
reparationvindt.
restitutionin dit geval niet kan worden opgelegd. Dat het scheidsgerecht het verweer daarbij niet specifiek benoemt, maakt dat niet anders. De stelling van Ecuador dat het scheidsgerecht niet is ingegaan op een essentieel verweer, en het scheidsgerecht zich daarom niet aan zijn opdracht heeft gehouden en/of het vonnis niet heeft gemotiveerd, gaat dan ook niet op.
Second Partial Awardmoet worden vernietigd. Het hof zal de beslissing van de rechtbank daarom bekrachtigen en ook de in hoger beroep door Ecuador gewijzigde (verminderde) vordering afwijzen.