2.2.1.Belanghebbende heeft op 25 maart 2011 aangifte IB/PVV voor het jaar 2010 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 21.343 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 15.298. In de aangifte heeft belanghebbende naast zijn pensioen en AOW van in totaal € 16.151, een bedrag van € 9.000 als netto resultaat uit overige werkzaamheden aangegeven, bestaande uit een bruto resultaat uit overige werkzaamheden van € 21.000 verminderd met kosten ten bedrage van € 12.000. Belanghebbende heeft in de aangifte zijn bezittingen per 1 januari en 31 december 2010 als volgt gespecificeerd:
a. Bank- giro- en spaartegoeden € 35.000
in Nederland
b. Contant geld en € 295.000 € 245.000
vorderingen
c. Overige onroerende zaken
€ 194.550 € 60.900
Totale waarde € 524.550 € 305.900
toelichting overige onroerende zaken:
a. [adres 1] , € 161.150 € 0
[woonplaats 1] (aanbetaling)
b. [adres 2] , € 33.400 € 33.400
[woonplaats 2] (aanbetaling)
c. [adres 3] , € 0 € 27.500
[woonplaats 1] (waarborgsom)
2.4.1.Bij vonnis van de Rechtbank Rotterdam van 29 januari 2015 (het strafvonnis) is belanghebbende voor het (mede)plegen van gewoontewitwassen van voorwerpen en geldbedragen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een geldboete van € 70.000.
2.4.2.1. In het strafvonnis overweegt de Rechtbank Rotterdam, voor zover hier van belang, het volgende:
"
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage II vermelde bewijsmiddelen wettig en
overtuigend bewezen dat [belanghebbende]:
3.
op tijdstippen in de periode van 1 januari 2009 tot en met 7 februari 2012 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers hebben hij, [belanghebbende], en zijn mededader(s) voorwerpen (roerende en/of onroerende goederen) en geldbedragen overgedragen en/of omgezet, zulks (telkens) terwijl hij, [belanghebbende], en zijn mededader(s) wist(en) dat die geldbedrag(en) en voorwerpen (roerende en/of onroerende goederen) geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf,
immers hebben hij, [belanghebbende], en zijn mededader(s):
- 146.100,11 euro, overgedragen en/of omgezet middels de transacties met betrekking tot verschillende voertuigen en
- 1.019.519,46 euro, overgedragen en/of omgezet [de bankrekeningen;
Hof]
- 50.395,13 euro, overgedragen en/of omgezet middels een boot (merk Arvor 250), en;
- 317.580 euro, overgedragen en/of omgezet middels de aankoop van onroerend goed, en
- 465.000 euro, overgedragen en/of omgezet middels het verstrekken van leningen en/of hypotheken aan [C] en enig ander persoon.
Inkomen en vermogen
Blijkens de door [belanghebbende] overgelegde belastingaangiften heeft hij in de periode van 2004 tot en met 2011 een gemiddeld bruto jaarinkomen gehad van ongeveer EUR 27.550,=.
Uit de door [belanghebbende] overgelegde belastingaangiften en vermogensvergelijkingen blijkt dat zijn gemiddeld box 3-vermogen in de jaren 2004 tot en met 2011 is gestegen van EUR 310.000,= naar EUR 374.185,=. Het hoogste gemiddeld box 3-vermogen had [belanghebbende] in 2009, te weten EUR 492.275. In de jaren 2004 tot en met 2009 gaf dat vermogen een stijgende lijn te zien, in de jaren 2010 en 2011 een dalende lijn.
In de jaren 2004 tot en met 2009 had [belanghebbende] naar eigen opgave geen eigen woning
vallend in box 1, in de jaren 2010 en 2011 wel ( [adres 1] [woonplaats 1] , WOZ-waarde EUR 250.000,=, hypothecaire schuld EUR 100.000,=).
De rechtbank heeft overigens geconstateerd dat in de overgelegde aangiften c.q.
vermogensvergelijkingen het box 3-vermogen
(…)
- van 31 december 2010 niet aansluit op dat van 1 januari 2011.
Bankrekeningen
Uit onderzoek naar verschillende op naam van [belanghebbende] gestelde bankrekeningen, waarvan de bankpas(sen) eveneens op naam van [belanghebbende] staan, blijkt als volgt.
In 2009 had de ABN-Amro-bankrekening met het rekeningnummer [bankrekening 1] een
beginsaldo van EUR 15.169,=.
In de periode van 1 januari 2009 tot en met 27 april 2011 is in totaal EUR
831.580,54op
deze rekening bijgeschreven.
(…)
In 2009 had de RABO-bankrekening met het rekeningnummer [bankrekening 2] een beginsaldo
van EUR 980,=.
In de periode van 1januari 2009 tot en met 12 mei 2011 is in totaal EUR
187.938,92op
deze rekening bijgeschreven. (…) Er hebben doorboekingen van grote bedragen naar de hiervoor vermelde ABN-Amro-bankrekening plaatsgehad, die eveneens op naam van belanghebbende staat.
(…)
Onroerend goed
Op 31 mei 2010 heeft [belanghebbende] een appartement aan de [adres 1] in
[woonplaats 1] in eigendom verkregen. De aankoopprijs was EUR 293.000,= en vanwege de
aankoop is een hypothecaire lening van EUR 100.000,= afgesloten. Uit onder [belanghebbende] aangetroffen gegevens, waaronder stukken van een hypotheekadviesbureau waarin van 7% aan kosten wordt uitgegaan, volgt dat de eigen inbreng van [belanghebbende]
EUR 213.330,=moet zijn geweest.
(…)
Voertuigen
Uit gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer blijkt dat in de periode van 1 januari
2009 tot en met 7 februari 2012 de kentekens van verschillende voertuigen op naam van [belanghebbende] hebben gestaan. Het betreft:
(…)
- een Mercedes C220 cdi ( [kenteken 1] ) en
(…)
De aanschafwaarde van de Mercedes is
EUR 37.000,=geweest.
(…)
Daarenboven zijn er twee andere auto’s waarbij [belanghebbende] op de een of andere wijze
betrokken is geweest, te weten:
- een Porsche Cayenne ( [kenteken 2] ) en
- een Jaguar S-type [ [kenteken 3] ,
Hof].
De Porsche Cayenne heeft op naam gestaan van [de zoon] en is in gebruik geweest bij [belanghebbende]. In totaal is in verband met deze auto een bedrag van
EUR 40.250,11uitgegeven.
Voor de Jaguar heeft [belanghebbende] op bovengemelde ABN-Amro-bankrekening een bedrag van
EUR 1.850,=ontvangen van een autobedrijf.
(…)
Leningen aan derden
Op 1 juli 2010 heeft [belanghebbende] een geldlening van
EUR 215.000.=verstrekt aan [B] en zijn echtgenote. Bij notariële akte is ten gunste van [belanghebbende] een recht van hypotheek gevestigd op het woonhuis van [B] .
Op 5 november 2010 heeft [belanghebbende] een geldlening van
EUR 250.000.=verstrekt aan [C] . Bij notariële akte is ten gunste van [belanghebbende] een recht van hypotheek gevestigd op het woonhuis van [C] ."
2.4.2.2. In bijlage II bij het strafvonnis is vermeld:
“
GEBEZIGDE BEWIJSMIDDELEN
(...)
5.
Het proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina’s 54-74), opgenomen als bijlage 1B bij het onder 1. vermelde zaaksproces-verbaal ZD04, inhoudende als - zakelijk weergegeven - relaas van de verbalisant:
(...)
(58)
2010:
N.a.v. een vordering 126nd Sv zijn op 3 februari 2012 recente stukken door de Belastingdienst uitgeleverd. Tevens is de aangifte 2010 in de in beslag genomen stukken aangetroffen. (...)
In de specificatie van box 3 vermogen (jaar 2010) staat het volgende:
- Bank- en spaartegoeden beginwaarde (01-01-2010) 35.000 euro, eindwaarde (31-12-2010) nul.
Dit is opmerkelijk gezien het feit dat medio eind 2010 het saldo op de Rabobankrekening
van [belanghebbende] ruim 160.000 euro bedroeg.
(...)
(59)
(...)
Bankgegevens:
2009:
(...)
2010:
In 2010 heeft [belanghebbende] een ABN bankrekening met nummer [bankrekening 3] , saldo begin 2010 was € 17,00 en eindsaldo 2010 was € 0,00.
In 2010 heeft [belanghebbende] een RABO bankrekening met nummer [bankrekening 2] , saldo begin 2010 was € 3,00 en eindsaldo 2010 was € 160.803,00.
In 2010 heeft [belanghebbende] een RABO bankrekening met nummer [bankrekening 4] , saldo begin 2010 was € 0,00 en eindsaldo 2010 was € 3,00.”
2.5.2.De toenmalige advocaat van belanghebbende heeft naar aanleiding hiervan contact opgenomen met de Belastingdienst. In zijn e-mail van 13 juli 2015 is – voor zover van belang – het volgende opgenomen:
"Voor het al dan niet aangaan van deze schikking is het voor [belanghebbende] van evident belang op de hoogte te worden gesteld of de Belastingdienst voornemens is (nadere) aanslagen op te leggen ten aanzien van de voormelde vermeende gepleegde strafbare gedragingen. Aangezien de officier van justitie hierover geen uitspraken kan/wil doen, richt ik mij tot u met de volgende vragen:
a Is de Belastingdienst voornemens (nadere) aanslagen op te leggen ten aanzien van de vermeende gepleegde strafbare gedragingen en/of het wederrechtelijk verkregen voordeel, die zouden blijken uit het strafdossier met parketnummer 10/960047-11 ?
b. Zo ja, over welke jaren is de Belastingdienst in dat geval voornemens deze (nadere) aanslagen op te leggen en hoe hoog bedragen deze (nadere) aanslagen?
Daarnaast heeft de officier van justitie mij medegedeeld dat er voorafgaand aan de schikking
contact is geweest met de Belastingdienst, waaruit zou blijken dat bij de Belastingdienst een
aantal zaken rond [belanghebbende] en zijn kinderen spelen. De vragen die ik u in dit verband eveneens wens te stellen zijn:
c.Welke zaken spelen er bij de Belastingdienst rond [belanghebbende] en zijn kinderen?
d.Wat is de stand van zaken hiervan?"