AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Inhoudelijke beoordeling van loonbelastingheffing op bonusuitkeringen aan een voormalig bestuurder in het kader van internationale belastingverdragen
In deze zaak gaat het om de inhouding van loonbelasting op een bonus die in 2017 is uitbetaald aan een voormalige bestuurder van een internationaal concern, met betrekking tot de jaren 2009 en 2010. De belanghebbende, die in Nederland woonde, ontving een aanzienlijke bonus van € 1.655.898,34, waarover een bedrag van € 861.067,13 aan loonbelasting is ingehouden. De centrale vraag is of deze inhouding terecht was, met name in het licht van belastingverdragen met Argentinië, Brazilië en Zwitserland. De belanghebbende stelde dat hij recht had op voorkoming van dubbele belasting op basis van deze verdragen, maar het Hof oordeelde dat hij geen formeel bestuurder was van de betrokken vennootschappen in Argentinië en Brazilië, waardoor de relevante artikelen van de belastingverdragen niet van toepassing waren. Het Hof concludeerde dat de bonus niet kon worden toegerekend aan de werkzaamheden van de belanghebbende voor de buitenlandse vennootschappen, en dat er onvoldoende bewijs was voor een relatie tussen de bonus en de werkzaamheden die hij in die landen had verricht. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalde eveneens, omdat de belanghebbende niet kon aantonen dat hij gerechtvaardigd vertrouwen had dat de bonus niet in de heffing van loonbelasting zou worden betrokken. De uitspraak van de Rechtbank werd bevestigd, en de belanghebbende kwam niet in aanmerking voor een vermindering van de belastingheffing.
Voetnoten
1.Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Argentinië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, gesloten op 27 december 1996, Trb. 1997, 63.
2.Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Federatieve Republiek Brazilië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, gesloten op 8 maart 1990, Trb. 1990, 67.
3.Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, gesloten op 26 februari 2010, Trb. 2010, 98.
4.Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat ter voorkoming van dubbele belasting op het gebied van belastingen van het inkomen en van het vermogen, gesloten op 12 november 1951, Trb. 1951, 148, zoals gewijzigd bij de Overeenkomst tot wijziging en aanvulling van het verdrag, gesloten op 22 juni 1966, Trb. 1966, 177.
5.Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Singapore tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, gesloten op 19 februari 1971, Trb. 1971, 95.
6.Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Spaanse Staat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het vermogen, gesloten op 16 juni 1971, Trb. 1971, 144.