ECLI:NL:GHDHA:2019:216
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aandelenleaseovereenkomst en eigen schuld bij Dexia Nederland B.V.
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Dexia Nederland B.V. inzake een aandelenleaseovereenkomst die op 24 april 2001 werd gesloten. De rechtbank had eerder geoordeeld dat Dexia aan haar verplichtingen had voldaan, maar [appellant] betwist dit en vordert schadevergoeding. De zaak is complex en betreft onder andere de rol van de tussenpersoon PMA Consultancy B.V. en de vraag of Dexia onrechtmatig heeft gehandeld door een order van een tussenpersoon zonder vergunning te aanvaarden. Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter in het bestreden vonnis de feiten correct heeft vastgesteld en dat de grieven van [appellant] in grote lijnen de eerdere oordelen van de kantonrechter bestrijden. Het hof concludeert dat Dexia in strijd heeft gehandeld met artikel 41 van de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999, wat leidt tot de conclusie dat de eigen schuld van [appellant] geheel wegvalt. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering van Dexia af, waarbij Dexia wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.