Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep, tevens houdende memorie van grieven in spoedappel
- een akte van de zijde van Rosen, met producties 19 tot en met 23
- de memorie van antwoord, met producties 10 tot en met 13
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 9 juli 2024 is gehouden.
2.De kern van de zaak
primairhet tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk schorst, in die zin dat hem is toegestaan zijn werkzaamheden bij Verantio aan te vangen, totdat over de rechtskracht daarvan definitief is beslist in een bodemprocedure, dan wel;
subsidiairRosen op de voet van art. 7:653 lid 5 BW veroordeelt tot betaling van een voorschot ter hoogte van € 68.688,-, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag.
3.Het oordeel van het hof
uitsluitendmet engineeringswerkzaamheden zal gaan bezighouden, gaat het hof daaraan voorbij, nu dit op die plaats ook niet door de kantonrechter als vaststaand is aangenomen.