Uitspraak
FNV,
Scania,
CNV,
Scania,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
loonomdat zij eerder te weinig zouden hebben gewerkt. Scania heeft betwist dat zij, zoals CNV heeft aangevoerd, naleving van de convenanten als voorwaarde heeft gesteld voor betaling van het periodieke loon en de bonden hebben dat niet gemotiveerd weersproken.
gewerkte urenwerden bijgehouden, maar als het saldo daarvan negatief was, werd dat aan het eind kwijtgescholden (zie 3.10). FNV heeft wel gesteld dat min-uren bij het eind van de arbeidsovereenkomst werden verrekend met het tegoed van de eindafrekening (en gevorderd voor recht te verklaren dat dat niet mag), maar Scania heeft dat uitdrukkelijk betwist en herhaald dat een negatief saldo in deze urenbank ook werd kwijtgescholden bij vertrek van werknemers vóór 30 november 2020. FNV heeft haar andersluidende stelling niet met concrete voorbeelden onderbouwd en evenmin bewijs van haar stelling aangeboden. Voor de gevorderde verklaring voor recht dat min-uren uit de urenbank bij de eindafrekening niet verrekend mogen worden, is daarom geen reden.
boven het normale dag- of dienstrooster. De cao verbindt echter niet alleen speciale voorwaarden aan het mogen aanmerken van een overuur als inhaaluur, maar ook bijzondere gevolgen aan de beloning daarvan. Het bewuste cao-artikel, dat is opgenomen in de cao-paragraaf over beloning, bepaalt uitdrukkelijk dat in dat geval geen aanspraak bestaat op een compensatie of toeslag. Dus, gelet op artikel 3.7.2, geen uurverdienste. Die bewoordingen zijn duidelijk en het rechtsgevolg dat voor een inhaaluur geen loon verschuldigd is, is – in tegenstelling tot wat de bonden vinden – niet alleen een zeer aannemelijk, maar zelfs beoogd rechtsgevolg. Het loon is immers al betaald over het niet gewerkte en in te halen uur.