4.1.FNV en CNV vorderen voor recht te verklaren dat:
A. artikel 3.7.2 sub e van de cao en de convenanten, meer in het bijzonder de urenbank, in strijd zijn met artikel 7:628 lid 1 BW en nietig zijn op grond van artikel 7:628 lid 10 BW;
B. Scania op grond van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) over overuren, meeruren, meerwerk en/of inhaaluren ten minste het loon dient te betalen op minimumloonniveau;
C. de convenanten en meer in het bijzonder de urenbank in strijd zijn met (artikel 3.7.2 sub e van) de cao en dat artikel 3.7.2 sub e van de cao niet voorziet in de mogelijkheid om met een ondernemingsraad afspraken te maken over een urenbankregeling en de daarbij in acht te nemen maatregelen en arbeidsvoorwaarden;
D. Scania de in de dagvaarding genoemde uitgangspunten ter zake van overwerk en het ontzien van werknemers van 56 jaar en ouder in de cao niet heeft nageleefd en de cao niet correct en getrouwelijk heeft nageleefd, mede door daarvan in negatieve zin af te wijken;
alsmede om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis op straffe van verbeurte van een dwangsom:
E. te bepalen dat Scania de urenbank dient te staken en gestaakt dient te houden en Scania te verbieden om een urenbankregeling te hanteren op grond waarvan haar werknemers verplicht worden om de overeengekomen arbeid, die zijn niet hebben verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen, op een later moment in te halen;
F. Scania te verbieden om niet-gewerkte uren te verrekenen met gewerkte uren en/of om niet-uren te verrekenen bij de eindafrekening met haar werknemers;
G. Scania te veroordelen om aan alle werknemers die reeds niet-gewerkte uren hebben ingehaald op basis van de convenanten c.q. de urenbank, een specificatie te verstrekken waaruit blijkt op welke dagen de niet-gewerkte uren c.q. min-uren zijn ingehaald;
H. Scania te veroordelen om aan alle werknemers die reeds niet-gewerkte uren hebben ingehaald op basis van de convenanten c.q. de urenbank, de ingehaalde min-uren te vergoeden op basis van het gebruikelijke loon op grond van de cao, verhoogd met de wettelijke verhoging van 50% en met de wettelijke rente, onder gelijktijdige verstrekking van een bruto/netto-specificatie;
I. Scania te veroordelen om aan alle werknemers die verlof hebben moeten opnemen in verband met gepland meerwerk c.q. geplande inhaaluren, een specificatie te verstrekken waaruit blijkt op welke dagen in verband hiermee verlof is opgenomen en/of afgeschreven door Scania, alsmede te bepalen dat Scania dit verlof dient terug te boeken, althans dient toe te voegen aan het verlofsaldo van de werknemers;
J. Scania te veroordelen, voor zover er geen mogelijkheid meer is tot terugboeken of opname van verlof, tot het vergoeden van niet genoten verlof aan de betreffende (ex-)werknemers, vermeerderd met de wettelijke verhoging en met de wettelijke rente, onder gelijktijdige verstrekking van een bruto/netto-specificatie;
K. te bepalen dat het Scania niet is toegestaan om niet-gewerkte uren bij de eindafrekening in mindering te brengen en dat Scania deze als zijnde achterstallig loon aan haar
(ex-)werknemers dient te vergoeden, verhoogd met de wettelijke verhoging van 50% en met de wettelijke rente, onder gelijktijdige verstrekking van een bruto/netto-specificatie;
alsmede Scania bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis te veroordelen tot:
L. betaling aan FNV van een schadevergoeding van € 25.000,00 en een bedrag van
€ 2.775,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, en tot betaling aan FNV en CNV van de kosten van deze procedure.