Uitspraak
PDX,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.Waar gaat het in deze procedure om
4.De vaststaande feiten
Slecht werkgeverschap
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen PDX Services B.V. en een voormalige werknemer, [geïntimeerde], over de eindafrekening van de arbeidsovereenkomst en de toepassing van een geheimhoudingsbeding. [geïntimeerde] heeft tijdens haar dienstverband min-uren opgebouwd, omdat zij minder uren werkte dan haar waren uitbetaald. PDX heeft deze min-uren in mindering gebracht op de eindafrekening na het ontslag van [geïntimeerde]. Het hof oordeelt dat PDX als werkgever verplicht was om [geïntimeerde] op de hoogte te houden van de opbouw van min-uren en dat het niet voldoende duidelijk is of PDX aan deze verplichting heeft voldaan. Daarnaast is er een geschil over een geheimhoudingsbeding dat PDX heeft opgenomen in de arbeidsovereenkomst. PDX stelt dat [geïntimeerde] een boete heeft verbeurd door met derden over haar loongeschil te praten. Het hof oordeelt dat het geheimhoudingsbeding niet zo ver gaat dat [geïntimeerde] niet mag klagen over haar loonconflict. Het hof stelt PDX in de gelegenheid om loonstroken over 2017 en januari 2018 in het geding te brengen, en houdt verdere beslissingen aan tot deze stukken zijn overgelegd.