ECLI:NL:GHARL:2023:3974

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
11 mei 2023
Zaaknummer
21-004402-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling dansschoolhouder voor zedendelicten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een dansschoolhouder die werd veroordeeld voor een reeks zedendelicten. De verdachte, een 40-jarige man, is schuldig bevonden aan het seksueel misbruik van dertien slachtoffers, variërend in leeftijd van 14 tot 30 jaar, die allen verbonden waren aan zijn dansschool. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar, een beroepsverbod van dertien jaar en een contactverbod met de slachtoffers voor vijf jaar. De zaak kwam aan het licht na meerdere aangiften van slachtoffers die verklaarden dat de verdachte hen onder druk zette om seksuele handelingen te verrichten, vaak onder het mom van het verbeteren van hun dansvaardigheden. Het hof heeft de betrouwbaarheid van de verklaringen van de slachtoffers bevestigd en de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd, waarbij het hof tot een zwaardere straf kwam vanwege de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van de slachtoffers. De verdachte heeft zijn rol als dansleraar en eigenaar van de dansschool misbruikt om zijn slachtoffers te manipuleren en te dwingen tot seksuele handelingen, wat leidde tot ernstige psychische schade bij de slachtoffers. Het hof heeft ook de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen beoordeeld en toegewezen, waarbij de immateriële schadevergoeding is vastgesteld op bedragen variërend van €5.000 tot €10.000 per slachtoffer, afhankelijk van de ernst van de schade.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004402-21
Uitspraak d.d.: 12 mei 2023
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 24 september 2021 met parketnummer 18-226993-20 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1982,
thans verblijvende in P.I. [plaats 1] te [plaats 1] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 13 april 2023, 14 april 2023 en 12 mei 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair, 10 primair, 11 en 12 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de advocaat-generaal oplegging van een beroepsverbod gevorderd voor de duur van 13 jaren en een maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht voor de duur van 5 jaren, inhoudende een contactverbod met betrekking tot aangeefsters, met 2 weken vervangende hechtenis voor iedere overtreding van het contactverbod, met een maximum van 6 maanden. Ten slotte heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de beslissing van de rechtbank met betrekking tot de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen bevestigt. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. W.J. Ausma, naar voren is gebracht.
Daarnaast heeft het hof kennisgenomen van hetgeen door mr. M.R.M. Schaap, mr. W. ten Have/mr. N.D. Spijker en mr. C.E. Jeekel namens de benadeelde partijen naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Noord-Nederland heeft bij voornoemd vonnis de verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair, 10 primair, 11 en 12 tenlastegelegde veroordeeld tot:
- een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren, met aftrek van het voorarrest;
- een beroepsverbod voor de duur van 12 jaren en
- een maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht voor de duur van 5 jaren, inhoudende een contactverbod met betrekking tot aangeefsters, met 2 weken vervangende hechtenis voor iedere overtreding van het contactverbod, met een maximum van 6 maanden.
Daarnaast heeft de rechtbank beslist op de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen.
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven reeds omdat de tenlastelegging in hoger beroep is gewijzigd. Het hof zal het vonnis waarvan beroep daarom vernietigen en opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is – na nadere omschrijving en wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en wijziging van de tenlastelegging in hoger beroep – tenlastegelegd dat:
1. primair
hij in of omstreeks de periode van 28 juli 2020 tot en met 27 augustus 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten het brengen van zijn penis in de mond van die [slachtoffer 1] en het betasten/aanraken van de borsten van die [slachtoffer 1] , en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte:
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat zij meer moest gaan stretchen, zodat zij beter zou gaan dansen en/of bij het demoteam kon komen en/of (vervolgens) heeft aangeboden om die [slachtoffer 1] te helpen bij het stretchen en/of
- de deur van de dansschool op slot heeft gedraaid en/of
- die [slachtoffer 1] in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft gebracht, waar die [slachtoffer 1] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit kon komen en/of (daarbij) voor die [slachtoffer 1] is gaan zitten, waarbij zijn kruis zich ter hoogte van het hoofd van die [slachtoffer 1] bevond en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat zij in zijn, verdachtes, penis moest bijten en/of hem moest pijpen, waardoor zij in het demoteam kon komen en/of
- die [slachtoffer 1] in een zogeheten vlinderstretch (kleermakerszit) heeft gebracht en/of (daarbij) zijn benen over de benen van die [slachtoffer 1] heeft gebracht en/of (daarbij) het hoofd van die [slachtoffer 1] richting zijn, verdachtes, kruis heeft geduwd/gebracht en/of
- de borsten van die [slachtoffer 1] (onverhoeds) heeft betast/aangeraakt terwijl zij aangaf dat niet te willen/met haar hoofd schudde, en/of
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer 1] heeft geduwd en/of gebracht en/of (daarbij) zijn hand op het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft gehouden, terwijl die [slachtoffer 1] in een stretchpositie lag/zat en/of is doorgegaan met het plegen van voornoemde handeling, terwijl die [slachtoffer 1] had aangegeven dat ze niet wilde en/of terwijl die [slachtoffer 1] aan het kokhalzen was,
en/of terwijl hij, verdachte, de dansdocent en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 1] was, waardoor die [slachtoffer 1] afhankelijk van hem, verdachte, was om bij het demoteam van de dansschool te komen en/of (aldus) misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 1] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
1. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 28 juli 2020 tot en met 27 augustus 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2003, door zijn penis in de mond van die [slachtoffer 1] te brengen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] aan te raken en/of te betasten, terwijl hij de dansdocent/trainer en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 1] was;
2. primair
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2019 tot 1 maart 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , te weten:
- het brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen, van die [slachtoffer 2] en/of
- het betasten van de borsten en/of billen en/of vagina van die [slachtoffer 2] en/of
- het brengen van zijn, verdachtes, ontblote penis tussen de benen van die [slachtoffer 2]
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat zij haar doel om als professioneel danseres in Amerika te werken, niet zonder zijn hulp zou bereiken en/of
- heeft aangeboden om die [slachtoffer 2] te helpen bij het stretchen, zodat zij een betere danseres zou worden en/of
- die [slachtoffer 2] een half uur, in elk geval gedurende enige tijd, in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft laten zitten, waar die [slachtoffer 2] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit kon komen en/of (vervolgens)
- na het stretchen de (pijnlijke) liezen van die [slachtoffer 2] heeft gemasseerd, waarbij hij, verdachte, onverhoeds zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen, van die [slachtoffer 2] heeft gebracht en/of is doorgegaan met het plegen van voornoemde handeling(en), terwijl die [slachtoffer 2] had aangegeven dat ze niet wilde en/of
- de borsten van die [slachtoffer 2] heeft gemasseerd en/of (daarbij) heeft gezegd dat hij de klieren van die [slachtoffer 2] aan het masseren was, zodat zij minder vaak verkouden zou zijn
en/of terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer van die [slachtoffer 2] was en/of de eigenaar van de dansschool was waar die [slachtoffer 2] werkzaam was en/of (aldus) misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 2] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
2. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2019 tot 1 maart 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten:
- het betasten van de borsten en/of billen en/of vagina van die [slachtoffer 2] en/of
- het brengen van zijn, verdachtes, ontblote penis tussen de benen van die [slachtoffer 2]
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat zij haar doel om als professioneel danseres in Amerika te werken, niet zonder zijn hulp zou bereiken en/of
- heeft aangeboden om die [slachtoffer 2] te helpen bij het stretchen, zodat zij een betere danseres zou worden en/of
- die [slachtoffer 2] een half uur, in elk geval gedurende enige tijd, in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft laten zitten, waar die [slachtoffer 2] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit kon komen en/of (vervolgens)
- na het stretchen de (pijnlijke) liezen van die [slachtoffer 2] heeft gemasseerd, waarbij hij, verdachte, onverhoeds zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen, van die [slachtoffer 2] heeft gebracht en/of is doorgegaan met het plegen van voornoemde handeling(en), terwijl die [slachtoffer 2] had aangegeven dat ze niet wilde en/of
- de borsten van die [slachtoffer 2] heeft gemasseerd en/of (daarbij) heeft gezegd dat hij de klieren van die [slachtoffer 2] aan het masseren was, zodat zij minder vaak verkouden zou zijn
en/of terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer van die [slachtoffer 2] was en/of de eigenaar van de dansschool was waar die [slachtoffer 2] werkzaam was en/of (aldus) misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 2] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
2. meer subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2019 tot 8 december 2019, te [plaats 2] , (meermalen) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedag 3] 2001) door het betasten van de borsten en/of billen en/of vagina van die [slachtoffer 2] en/of het brengen van zijn, verdachtes, ontblote penis tussen de benen van die [slachtoffer 2] , terwijl hij de dansdocent/trainer en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 2] was;
3. primair
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2019 tot en met 24 augustus 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedag 4] 2005) te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3] :
- tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat zij meer moest gaan stretchen, zodat zij leniger zou worden en/of beter zou gaan dansen om haar doel om als professioneel danseres in Amerika te werken en/of les te geven op een dansschool te bereiken en/of (vervolgens) heeft aangeboden om die [slachtoffer 3] te helpen bij het stretchen en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat zij op haar 16e les mocht geven op zijn, verdachtes, dansschool en/of
- die [slachtoffer 3] in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft gebracht, waar die [slachtoffer 3] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit kon komen en/of
- die [slachtoffer 3] bij de rug heeft vastgehouden en/of tegen de bank heeft aangetrokken, terwijl die [slachtoffer 3] in die (pijnlijke) stretchpositie zat, met haar hoofd tegen zijn, verdachtes, buik en/of (waarbij) hij, verdachte, een broek droeg waarvan de knopen open waren en zijn penis door deze opening heen kwam en/of
- aan die [slachtoffer 3] heeft gevraagd of zij hem, verdachte, wilde pijpen en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat als zij hem, verdachte, zou pijpen, zij minder buik- en/of rugspieroefeningen hoefde te doen
en/of terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 3] was en/of (aldus) misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 3] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2019 tot en met 24 augustus 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag 4] 2005, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen te plegen, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3] , te weten het (tijdens het stretchen) brengen van zijn penis in de mond van die [slachtoffer 3] :
- tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat zij meer moest gaan stretchen en/of (vervolgens) heeft aangeboden om die [slachtoffer 3] te helpen bij het stretchen en/of
- die [slachtoffer 3] in een stretchpositie (te weten een spagaat/splithouding) heeft gebracht, waarbij die [slachtoffer 3] met haar hoofd tegen zijn verdachtes, buik kwam en/of waarbij hij, verdachte, een broek droeg waarvan de knopen open waren en zijn penis door deze opening heen kwam en/of
- aan die [slachtoffer 3] heeft gevraagd of zij hem, verdachte, wilde pijpen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. meer subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2019 tot en met 24 augustus 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag 4] 2005, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het brengen van die [slachtoffer 3] in een stretchpositie (te weten een splithouding), waarbij die [slachtoffer 3] met haar hoofd tegen zijn verdachtes, buik kwam en/of waarbij hij, verdachte, een broek droeg waarvan de knopen open waren en zijn penis door deze opening heen kwam en/of het (daarbij) vragen aan die [slachtoffer 3] of zij hem, verdachte, wilde pijpen;
4. primair
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 24 augustus 2020, op diverse
data, te [plaats 2] , (meermalen) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag 4] 2005, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3] , te weten:
- het (tijdens het masseren) betasten van de vagina en/of de borsten en/of de billen van die [slachtoffer 3] en/of
- het bewegen en/of brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) over de vagina, op en/of rond de clitoris, althans in ieder geval het bewegen en/of brengen van zijn vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 3] en/of
- het betasten van de borsten en/of billen en/of vagina van die [slachtoffer 3] ;
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- na het stretchen de (pijnlijke) benen en/of liezen van die [slachtoffer 3] heeft gemasseerd, waarbij die [slachtoffer 3] zich voorovergebogen met haar ellebogen steunend op een bank(je) op haar knieën bevond, terwijl hij, verdachte, zich achter haar bevond,
- waarbij hij, verdachte, onverhoeds zijn vinger(s) over de vagina, op en/of rond de clitoris, althans
in ieder geval tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 3] heeft bewogen en/of gebracht en/of is doorgegaan met het plegen van voornoemde handeling(en) en/of daarbij (meermalen) voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van die [slachtoffer 3] dat zij deze handelingen niet wilde en/of
- terwijl hij, verdachte, de dansdocent van die [slachtoffer 3] was en/of de eigenaar was van de dansschool
waar die [slachtoffer 3] de ambitie had om zelf les te geven en/of (aldus) misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 3] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
4. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 24 augustus 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag 4] 2005, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het (tijdens het masseren) betasten van de vagina en/of de borsten en/of de billen van die [slachtoffer 3] ;
5. primair
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot 1 januari 2017, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, (telkens) [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het betasten van de borsten en/of de vagina van die [slachtoffer 4] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- tegen [slachtoffer 4] heeft gezegd dat zij door hem, verdachte, zich moest laten masseren, omdat zij anders geen danslessen meer mocht volgen in zijn dansschool en/of
- tijdens voornoemde massage onverhoeds de borsten en/of de vagina van die [slachtoffer 4] heeft betast en/of
- is doorgegaan met het betasten van de borsten van die [slachtoffer 4] , nadat zij verdachtes handen had weggedrukt
en/of terwijl die [slachtoffer 4] de stiefdochter van hem, verdachte was en/of terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 4] was, waardoor die [slachtoffer 4] afhankelijk van hem, verdachte, was om (beter) te kunnen dansen en/of (aldus) misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 4] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
5. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot 1 januari 2017, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig stiefkind en/of met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedag 5] 1999) door het betasten van de borsten en/of de vagina van die [slachtoffer 4] , terwijl hij de stiefvader en/of de dansdocent/trainer en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 4] was;
6. primair
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2020 tot en met 24 augustus 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, (telkens) [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het houden van zijn, verdachtes, penis tegen de wang en/of de lippen, althans tegen en/of bij het gezicht, van die [slachtoffer 5] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd dat haar buik- en/of bilspieren niet stevig genoeg waren en/of zij meer moest gaan stretchen, zodat zij leniger zou worden en/of beter zou gaan dansen en/of dansdocent kon worden in zijn, verdachtes, dansschool en/of (vervolgens) heeft aangeboden om die [slachtoffer 5] te helpen bij het stretchen en/of
- die [slachtoffer 5] in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft gebracht, waar die [slachtoffer 5] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit kon komen en/of (vervolgens)
- onverhoeds zijn, verdachtes, penis tegen de wang en/of de lippen, althans tegen en/of bij het gezicht van die [slachtoffer 5] heeft gehouden en/of gedrukt
en/of terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 5] was, waardoor die [slachtoffer 5] afhankelijk van hem, verdachte, was om bij die dansschool als docent te kunnen werken en/of om beter te kunnen dansen en/of (aldus) misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 5] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
6. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2020 tot en met 24 augustus 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 5] (geboren op [geboortedag 6] 2003), door zijn penis tegen de wang en/of de lippen, althans tegen en/of bij het gezicht, van die [slachtoffer 5] te houden, terwijl hij de dansdocent/trainer en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 5] was;
7. primair
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2020 tot en met 7 augustus 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, (telkens) [slachtoffer 6] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het houden van zijn, verdachtes, penis tegen de wang en/of de lippen, althans tegen en/of bij het gezicht, van die [slachtoffer 6] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- tegen die [slachtoffer 6] heeft gezegd dat zij meer moest gaan stretchen, zodat zij leniger zou worden en/of beter zou gaan dansen en/of dansdocent kon worden in zijn, verdachtes, dansschool en/of in het grootste dansteam kon dansen en/of (vervolgens) heeft aangeboden om die [slachtoffer 6] te helpen bij het stretchen en/of
- die [slachtoffer 6] in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft gebracht, waar die [slachtoffer 6] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit kon komen en/of (vervolgens)
- onverhoeds zijn, verdachtes, penis tegen de wang en/of de lippen, althans tegen en/of bij het gezicht van die [slachtoffer 6] heeft gehouden en/of gedrukt
en/of terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 6] was, waardoor [slachtoffer 6] afhankelijk van hem, verdachte, was om bij die dansschool als docent te kunnen werken en/of om beter te kunnen dansen en/of in een dansteam te kunnen dansen en/of (aldus) misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 6] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
7. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2020 tot 4 juli 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 6] (geboren op [geboortedag 7] 2002), door zijn penis tegen de wang en/of de lippen, althans tegen en/of bij het gezicht, van die [slachtoffer 6] te houden, terwijl hij de dansdocent/trainer en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 6] was;
8. primair
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 7 juli 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, (telkens) [slachtoffer 7] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het houden van zijn, verdachtes, penis tegen de wang en/of de lippen, althans tegen en/of bij het gezicht, van die [slachtoffer 7] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- tegen die [slachtoffer 7] heeft gezegd dat zij meer moest(en) gaan stretchen, zodat zij leniger zou worden en/of beter zou gaan dansen en/of (vervolgens) heeft aangeboden om die [slachtoffer 7] te helpen bij het stretchen en/of
- die [slachtoffer 7] in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft gebracht, waar die [slachtoffer 7] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit kon(den) komen en/of (vervolgens)
- onverhoeds zijn, verdachtes, penis tegen de wang en/of de lippen, althans tegen en/of bij het gezicht van die [slachtoffer 7] heeft gehouden en/of gedrukt en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer 7] heeft gezegd: “doe hem er maar in”
en/of terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 7] was, waardoor die [slachtoffer 7] afhankelijk van hem, verdachte, was om beter te kunnen dansen en/of (aldus) misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 7] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
8. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 7 juli 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 7] (geboren op [geboortedag 8] 2002) door zijn penis tegen de wang en/of de lippen, althans tegen en/of bij het gezicht, van die [slachtoffer 7] te houden, terwijl hij de dansdocent/trainer en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 7] was;
9. primair
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2020 tot 1 april 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, (telkens) [slachtoffer 8] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten:
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer 8] en/of
- het drukken van zijn penis tegen het gezicht van die [slachtoffer 8] , en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- tegen die [slachtoffer 8] heeft gezegd dat hij haar borsten moest masseren, omdat er inwendig iets niet goed was en/of
- tegen die [slachtoffer 8] heeft gezegd dat hij haar nek en/of schouderklachten kon verhelpen door middel van massage, zodat zij beter kon dansen en/of als zij niet beter ging dansen dat hij, verdachte, die [slachtoffer 8] dan uit het team moest zetten
en/of
- tijdens voornoemde massage(s) onverhoeds de borsten van die [slachtoffer 8] heeft betast en/of zijn penis tegen en/of bij het gezicht van die [slachtoffer 8] heeft gehouden en/of gedrukt,
en/of terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 8] was, waardoor die [slachtoffer 8] afhankelijk van hem, verdachte, was/waren om beter te kunnen dansen en/of (aldus) misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie waarin [slachtoffer 8] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond(en);
9. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2020 tot 1 april 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige(n) [slachtoffer 8] (geboren op [geboortedag 9] 2002) door het betasten van de borsten van die [slachtoffer 8] en/of door zijn penis tegen en/of bij het gezicht van die [slachtoffer 8] te houden en/of te drukken, terwijl hij de dansdocent/ trainer en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 8] was;
10. primair
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2017 tot 12 april 2017, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, (telkens) [slachtoffer 9] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het betasten van de borsten van die [slachtoffer 9] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- tegen die [slachtoffer 9] heeft gezegd dat zij een massage nodig had en/of (daarbij) onverhoeds de borsten van die [slachtoffer 9] heeft betast en/of
- tegen die [slachtoffer 9] heeft gezegd dat zij het knoopje van haar shirt dicht moest doen en/of (daarbij) onverhoeds de borsten van die [slachtoffer 9] heeft betast;
10. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2017 tot 12 april 2017, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 9] (geboren op [geboortedag 10] 2000) door het betasten van de borsten van die [slachtoffer 9] , terwijl hij de dansdocent/trainer en/of de eigenaar van de dansschool en/of de stagebegeleider van die [slachtoffer 9] was;
11.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot 1 augustus 2020, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, (telkens) [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten:
- het houden van zijn, verdachtes, penis tegen en/of bij het gezicht, van die [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer 10] en/of
- het betasten van de vagina en/of de billen van die [slachtoffer 11] en/of
- het betasten van de billen (nabij de vagina) van die [slachtoffer 12]
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- tegen die [slachtoffer 10] heeft gezegd dat de klieren in haar borsten vastzaten en dat hij, verdachte, die moest masseren en/of
- tegen die [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] heeft gezegd dat zij meer moest(en) gaan stretchen, zodat zij beter zou(den) gaan dansen en/of (vervolgens) heeft aangeboden om die [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] te helpen bij het stretchen en/of
- die [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft gebracht, waar die [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit kon(den) komen en/of (vervolgens)
- onverhoeds zijn, verdachtes, penis tegen en/of bij het gezicht van die [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] heeft gehouden en/of gedrukt en/of
- na het stretchen de (pijnlijke) spieren van die [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] heeft gemasseerd, waarbij hij, verdachte, onverhoeds de billen en/of de vagina van die [slachtoffer 11] en/of de billen (nabij de vagina) van die [slachtoffer 12] heeft betast
en/of terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer en/of de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] was, waardoor die [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] afhankelijk van hem, verdachte, was/waren om beter te kunnen dansen en/of (aldus) misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond(en);
12.
hij in of omstreeks de periode van 8 april 2015 tot 8 april 2018, op diverse data, te [plaats 2] , (meermalen) met [slachtoffer 13] , geboren op [geboortedag 11] 2002, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het betasten van de borsten en/of de billen van die [slachtoffer 13] en/of het zoenen op de mond van die [slachtoffer 13] .
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, overeenkomstig de inhoud van zijn aan het hof overgelegde pleitaantekeningen, betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde.
Daartoe heeft de raadsman – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat er onvoldoende steunbewijs is voor de afzonderlijke aangiftes. Aldus is niet voldaan aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte ontkent dat hij seksuele handelingen heeft verricht met de aangeefsters. De verklaring van verdachte dat hij telkens met de betreffende aangeefster in één ruimte is geweest en dat hij de aangeefster zou hebben gesproken, gestretcht of gemasseerd, kan niet dienen als voldoende steunbewijs, nu het bijeen zijn in één ruimte en de aanrakingen hoorden bij zijn rol als dansleraar. Uit jurisprudentie blijkt voorts dat enkel het bevestigen van tijd en plaats, onvoldoende is om als steunbewijs te dienen voor de tenlastegelegde gedragingen.
De raadsman heeft verder aangevoerd dat in deze zaak geen gebruik kan worden gemaakt van een schakelbewijsconstructie, nu geen sprake is van een vaste handelswijze of patroon.
Ten aanzien van de onder 1 primair tenlastegelegde verkrachting van [slachtoffer 1] is door de verdediging aangevoerd dat onvoldoende steunbewijs voorhanden is dat het seksuele contact tussen verdachte en [slachtoffer 1] onder enige vorm van dwang heeft plaatsgevonden. Voor wat betreft het onder 1 subsidiair tenlastegelegde plegen van ontuchtige handelingen met de minderjarige [slachtoffer 1] heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Ten aanzien van de onder 3 tenlastegelegde is subsidiair door de raadsman aangevoerd dat geen sprake is van het voor een strafbare poging vereiste begin van uitvoering. De enkele vraag om oraal te bevredigen is geen begin van uitvoering, aldus de raadsman.
Ten slotte heeft de raadsman ten aanzien van het gebruik als feitelijkheid van de door verdachte gehanteerde stretchhouding aangevoerd dat de wijze van stretchen niet per definitie een seksuele feitelijkheid is. Verdachte had geen seksuele intenties bij deze manier van stretchen. Bovendien heeft het stretchen in een aantal gevallen niets te maken met de tenlastegelegde handelingen, zoals bijvoorbeeld bij aangeefster [slachtoffer 2] , waarbij de seksuele handelingen tijdens het masseren zouden hebben plaatsgevonden, en bij aangeefster [slachtoffer 1] , die al uit haar stretchpositie was gehaald toen de orale seks heeft plaatsgevonden.
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft, overeenkomstig de inhoud van het aan het hof overgelegde schriftelijke requisitoir, gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair, 10 primair, 11 en 12 tenlastegelegde. Daartoe heeft de advocaat-generaal – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat de verklaringen van de aangeefsters betrouwbaar zijn en dat de verklaringen voldoende steun vinden in bewijsmateriaal uit een andere bron. Daarnaast is, voor zover tenlastegelegd, telkens sprake geweest van dwang.
Oordeel van het hof
Het hof zal eerst een overweging wijden aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefsters. Daarna zal het hof ingaan op de vraag of sprake is van voldoende steunbewijs voor de verklaringen van aangeefsters. Vervolgens zal het hof ingaan op de vraag of sprake is geweest van dwang. Ten slotte volgen nog enkele overwegingen per tenlastegelegd feit.
Betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefsters
Aangeefsters hebben bij de politie verklaard over (seksuele) gedragingen die verdachte bij hen verrichtte. Het merendeel van de aangeefsters heeft vervolgens in eerste aanleg een verklaring afgelegd bij de rechter-commissaris en een kleiner aantal aangeefsters heeft (daarnaast) een verklaring afgelegd in de fase van hoger beroep bij de raadsheer-commissaris.
Aangeefsters hebben consistent, gedetailleerd en specifiek verklaard. Zij hebben concrete verklaringen afgelegd over tijdstippen waarop en plaatsen waar de tenlastegelegde gedragingen hebben plaatsgevonden. Ook over de handelingen die verdachte verrichtte en wat dit zintuigelijk met aangeefsters deed, is zeer gedetailleerd verklaard. Dit alles draagt bij aan de authenticiteit en geloofwaardigheid van de verklaringen.
Dat een aantal aangeefsters voor het doen van aangifte inhoudelijk met elkaar heeft gesproken over hetgeen hen is overkomen, maakt de verklaringen niet per definitie onbetrouwbaar. Aangeefsters hebben tegenover de politie verklaard vanuit hun eigen beleving en hebben niet allemaal hetzelfde verhaal verteld. Dat gegeven maakt onaannemelijk dat de verklaringen zijn afgestemd dan wel dat aangeefsters door elkaar zijn beïnvloed. Tegelijkertijd dragen de opvallende overeenkomsten tussen de verschillende verklaringen juist bij aan het oordeel dat de verklaringen als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt. Bovendien hebben de meeste aangeefsters al vóórdat zij met een andere aangeefster daarover spraken, aan iemand anders verteld over de seksuele gedragingen door verdachte. Het dossier bevat voorts geen enkele aanwijzing dat aangeefsters bewust onware verklaringen hebben afgelegd. Zoals ook de rechtbank heeft overwogen, ontbreekt daarvoor naar het oordeel van het hof elk motief.
Het hof acht de door aangeefsters afgelegde verklaringen, gelet op het voorgaande, dan ook betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.
Bewijsminimum
Het hof stelt voorop dat volgens artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) – dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan – het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend kan worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing in die zin dat zij de rechter verbiedt om tot een bewezenverklaring te komen in het geval dat de door één getuige genoemde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. [1]
De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, Sv is voldaan laat zich niet in algemene zin beantwoorden. De vraag of er voldoende steunbewijs is indien de bewezenverklaring zwaar leunt op de verklaring van één getuige, zoals vaak het geval is bij zedenzaken, is afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval. Wel zijn daarvoor in de jurisprudentie enige regels geformuleerd. Zo moet het steunbewijs “voldoende steun” geven aan de verklaring van die getuige, dat wil zeggen dat het steunbewijs op relevante wijze in verband dient te staan met de inhoud van de verklaring van die getuige. [2] Steunbewijs mag in beginsel niet enkel afkomstig zijn van dezelfde bron in die zin dat als steunbewijs zou kunnen worden gebruikt de verklaring van een ander aan wie de getuige heeft verteld wat haar of hem is overkomen. Enkel een de auditu (“van horen zeggen”)-verklaring levert op zichzelf genomen niet voldoende steunbewijs op. [3] Wel kunnen bepaalde waarnemingen die de de auditu (“van horen zeggen”)-getuige persoonlijk heeft gedaan voldoende steunbewijs opleveren. Ook kunnen eigen waarnemingen van getuigen, die weliswaar niet het kernverwijt (bijvoorbeeld de seksuele handelingen) bevestigen, binnen de context van de gebeurtenissen voldoende zelfstandig onderscheidend zijn om als objectief gegeven in combinatie met andere omstandigheden een rol van betekenis spelen als steunbewijs naast de verklaring van het slachtoffer. [4] Het is niet (per se) vereist dat het steunbewijs betrekking heeft op de tenlastegelegde gedragingen. [5]
Voor de onder 1 tot en met 11 tenlastegelegde feiten geldt dat de verklaringen van aangeefsters telkens worden ondersteund door de verklaringen van verdachte afgelegd bij de politie dan wel ter zitting van de rechtbank. Verdachte heeft erkend dat hij met het merendeel van de aangeefsters één-op-één heeft gestretcht en/of één of meerdere massages aan hen heeft gegeven. Ook over diverse bijkomende details die door de aangeefsters zijn benoemd, wordt door verdachte verklaard. Bijvoorbeeld over de manier van stretchen om de split te leren, waarbij verdachte aan de voorzijde van de leerling op een bankje zat en de leerlingen dan met hun hoofd richting zijn buik kwamen. Als een leerling erg lenig was, kon deze in de buurt van zijn kruis komen. Ook heeft verdachte bijvoorbeeld verklaard over de oefening die hij ter afleiding aan meerdere leerlingen heeft voorgesteld, waarbij zij met de mond open tongbewegingen moesten maken en waarbij hij aangaf dat de leerlingen zich moesten ontspannen.
Hoewel deze verklaringen van verdachte niet zien op het seksueel misbruik als zodanig, bieden zij wel steun aan de verklaringen van aangeefsters op het punt van de concrete en per geval specifieke omstandigheden waaronder het misbruik volgens aangeefsters heeft plaatsgevonden. Naar het oordeel van het hof biedt de verklaring van verdachte op dit punt, gelet op hetgeen door het hof is vooropgesteld, daarom ook voldoende steun aan de verklaringen van de aangeefsters ten aanzien van de seksuele handelingen en is daarmee voldaan aan het bewijsminimum.
Voor wat betreft het onder 12 tenlastegelegde feit geldt dat het tenlastegelegde handelen in een andere setting dan tijdens een stretchoefening of massage heeft plaatsgevonden. De verklaring van verdachte dat hij op dezelfde feestjes als aangeefster is geweest, biedt op zichzelf beschouwd onvoldoende steun aan de verklaring van aangeefster dat verdachte op die feestjes ontuchtige handelingen met aangeefster heeft gepleegd. Zoals hierna nog nader zal worden overwogen, kan voor een deel van die tenlastegelegde handelingen echter voldoende steunbewijs worden gevonden in de verklaring van een getuige, zodat ook ten aanzien van dat tenlastegelegde feit is voldaan aan het bewijsminimum.
Aan de beantwoording van de door de verdediging opgeworpen vraag of in onderhavige zaak een schakelbewijsconstructie aanvaardbaar zou zijn, komt het hof - net zoals de rechtbank - niet toe omdat een dergelijke bewijsmotiveringsmethode in onderhavige zaak niet aan de orde is.
Dwingen door een feitelijkheid
Aan verdachte wordt in het merendeel van de hem tenlastegelegde feiten primair verweten
dat hij de aangeefsters tot het verrichten of dulden van seksuele of ontuchtige handelingen
heeft gedwongen in de zin van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht, respectievelijk artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht.
Van dwang in de zin van het gebruik van geweld, of bedreiging daarmee, is in geen van de
voorliggende zaken sprake geweest. Bij de beoordeling van de primair tenlastegelegde varianten ligt dan ook steeds de vraag voor of kan worden bewezen dat verdachte de aangeefsters door een feitelijkheid of feitelijkheden heeft gedwongen de seksuele of ontuchtige handelingen te verrichten of te ondergaan.
Het hof stelt voorop dat van door een feitelijkheid dwingen tot het verrichten of ondergaan van seksuele of ontuchtige handelingen slechts sprake kan zijn indien de verdachte door die feitelijkheid opzettelijk heeft veroorzaakt dat het slachtoffer die handelingen tegen haar wil heeft ondergaan. Van door een feitelijkheid dwingen als hiervoor bedoeld kan sprake zijn indien de verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend of het slachtoffer in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat het slachtoffer zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten, of dat de verdachte het slachtoffer heeft gebracht in een zodanige door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie dat het slachtoffer zich naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken. Of zulk een dwang zich heeft voorgedaan, laat zich niet in het algemeen beantwoorden, maar hangt af van de concrete omstandigheden van het geval.
Het hof overweegt dat verdachte aangeefsters zowel fysiek als psychisch in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht en daarnaast zodanige psychische druk op hen heeft uitgeoefend dat aangeefsters zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen de handelingen van verdachte hebben kunnen verzetten.
Dit heeft verdachte gedaan door:
  • aangeefsters in een (pijnlijke) stretchhouding te plaatsen waar zij niet zonder hulp van hem uit konden komen en/of zijn benen over de benen van aangeefsters te klemmen. Het hof merkt in dit verband nog op dat uit de verklaring van getuige [getuige 1] , sportarts met dansblessures als aandachtsgebied, volgt dat de stretch-methodes zoals door verdachte zijn verricht niets met sport hebben te maken en geen enkel (sportief) doel dienen;
  • misbruik te maken van de vooraanstaande positie die verdachte, als eigenaar, had binnen de dansschool waar de tenlastegelegde feiten zich hebben afgespeeld ten aanzien van leerlingen/docenten die allemaal graag verder wilden komen als danseres en daarvoor alles over hadden;
  • aangeefsters onverhoeds op intieme plekken aan te raken en/of zijn penis tegen hun gezicht of lichaam aan te drukken.
Bovendien was veelal sprake van een groot leeftijdsverschil tussen verdachte en de grotendeels minderjarige aangeefsters. Dat verdachte, volgens eigen zeggen, geen zeggenschap had over wie in een demoteam mocht dansen, maakt niet dat geen sprake was van psychische druk of een afhankelijkheidssituatie. Verdachte heeft, zoals de rechtbank ook heeft overwogen, in ieder geval de indruk gewekt dat hij wel zeggenschap had over de demoteams, zoals blijkt uit de verklaringen van aangeefsters. De rechtbank heeft daaraan in haar vonnis terecht toegevoegd dat verdachtes rol en prestige binnen de dansschool ook zodanig groot was dat aangeefsters geen reden hadden om anders te denken.
Dat sommige aangeefsters zijn blijven stretchen of zich wederom door verdachte hebben laten masseren nadat zij door verdachte waren misbruikt, neemt niet weg dat ook daarna sprake was van dwang. Verdachte bleef de betreffende aangeefsters onder druk zetten om door te gaan met de oefeningen en de massages, door in te spelen op hun wens om beter te worden in dansen dan wel dansdocent te worden. De situatie waarin zij onder druk stonden om door te gaan met de oefeningen en de massages, doordat verdachte in zijn positie inspeelde op hun wens om beter te worden in dansen dan wel dansdocent te worden, bleef bestaan.
Ten aanzien van feit 1
Verdachte erkent dat hij (tweemaal) seksueel contact heeft gehad met aangeefster [slachtoffer 1] . Hij heeft [slachtoffer 1] gevraagd of zij hem oraal wilde bevredigen en dit is vervolgens ook gebeurd. Verdachte ontkent dat de seksuele handelingen tegen de wil van [slachtoffer 1] hebben plaatsgevonden.
Het hof is echter, met de rechtbank en de advocaat-generaal, van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de handelingen tegen de wil van [slachtoffer 1] hebben plaatsgevonden. De verklaring van [slachtoffer 1] wordt op dit punt ondersteund door de verklaring van [slachtoffer 8] , afgelegd bij de rechter-commissaris. [slachtoffer 8] heeft verklaard dat verdachte haar moeder (getuige [getuige 2] ) op een avond belde en aangaf dat hij met [slachtoffer 1] had gestretcht en dat hij haar thuis zou brengen omdat het al laat was. [slachtoffer 1] kwam toen heel laat thuis, was overstuur en gedroeg zich anders. Dit komt overeen met de verklaring van [slachtoffer 1] over de eerste keer dat het seksueel misbruik plaatsvond, namelijk dat het al 23.30 uur was en dat verdachte haar die avond heeft thuisgebracht. Eén en ander vindt ook bevestiging in de verklaring van getuige [getuige 2] . De verklaring van [slachtoffer 1] dat het pijpen en de andere seksuele handelingen tegen haar wil zijn gebeurd, vindt ook steun in de verklaring van getuige [getuige 3] en de app-berichten tussen [slachtoffer 1] en [getuige 3] , waaruit kan worden afgeleid dat sprake was van onvrijwillig seksueel contact tussen [slachtoffer 1] en verdachte.
Ten aanzien van het bestanddeel ‘dwingen’ merkt het hof in aanvulling op de hiervoor weergegeven algemene overweging nog op dat verdachte [slachtoffer 1] ook fysiek heeft gedwongen door haar haren beet te pakken en haar hoofd richting zijn kruis te “sturen.” Bovendien heeft [slachtoffer 1] zowel verbaal als non-verbaal kenbaar gemaakt dat zij de seksuele handelingen niet wilde, hetgeen ook voor verdachte duidelijk heeft moeten zijn.
Het verweer van de verdediging wordt verworpen. Het hof acht de onder 1 primair tenlastegelegde ‘verkrachting, meermalen gepleegd’ wettig en overtuigend bewezen.
T.a.v. feit 2
Verdachte ontkent dat hij tijdens het masseren van aangeefster [slachtoffer 2] seksuele handelingen heeft verricht zoals omschreven in de tenlastelegging, waaronder het brengen van de vingers in de vagina van [slachtoffer 2] . Het hof heeft hierboven al overwogen dat en waarom het de verklaringen van de aangeefsters geloofwaardig en betrouwbaar acht. Dat geldt ook voor de verklaring van [slachtoffer 2] . Voorts levert de verklaring van verdachte, zoals reeds overwogen, voldoende steunbewijs voor die verklaring op zodat is voldaan aan het bewijsminimum.
Ten aanzien van het bestanddeel dwang verwijst het hof eveneens naar hetgeen hierboven in zijn algemeenheid is overwogen. Verdachte heeft ook [slachtoffer 2] zowel fysiek als psychisch in een zodanige afhankelijkheidssituatie gebracht en een zodanige psychische druk op haar uitgeoefend dat zij zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen de handelingen van verdachte heeft kunnen verzetten. Dat, zoals de verdediging heeft betoogd, het (beweerde) binnendringen niet heeft plaatsgevonden tijdens de stretchoefening maar tijdens de daaropvolgende massage, doet er niet aan af dat de aan die massage voorafgaande stretchoefening bijdroeg aan de door verdachte gecreëerde situatie waarin aangeefster zich in een van hem afhankelijke positie bevond. De stretchoefening is aldus te zien als medebepalend voor de dwang die van het samenstel van handelingen van verdachte jegens aangeefster uitging.
Het hof acht aldus de onder 2 primair tenlastegelegde ‘verkrachting, meermalen gepleegd’ wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de feiten 3 en 4
Verdachte ontkent dat hij tijdens het stretchen aan [slachtoffer 3] heeft gevraagd hem oraal te bevredigen. Ook ontkent hij dat hij tijdens het masseren seksuele handelingen bij [slachtoffer 3] , waaronder het brengen van zijn vinger(s) tussen de schaamlippen, heeft verricht. Het hof herhaalt dat het de verklaringen van aangeefsters als geloofwaardig en betrouwbaar aanmerkt, hetgeen ook geldt voor de verklaring van [slachtoffer 3] . Voorts levert de verklaring van verdachte, zoals reeds overwogen, voldoende steunbewijs voor die verklaring op zodat is voldaan aan het bewijsminimum. Voorts is, zoals hiervoor reeds is overwogen, sprake van dwingen door feitelijkheden. Het hof voegt daaraan nog toe dat [slachtoffer 3] op een gegeven moment zowel verbaal als non-verbaal kenbaar heeft gemaakt dat zij de seksuele handelingen niet wilde, hetgeen ook voor verdachte duidelijk heeft moeten zijn. Desondanks is verdachte doorgegaan met het plegen van de handelingen.
Voor wat betreft de vraag of ten aanzien van het onder 3 primair tenlastegelegde sprake is van een strafbare poging tot verkrachting sluit het hof zich aan bij de overweging van de rechtbank in het vonnis en neemt het die overweging daarom over, luidende:
“Met betrekking tot de onder feit 3 tenlastegelegde handelingen en opmerkingen tijdens het
stretchen, dient te worden beoordeeld of deze van zodanige aard zijn geweest dat zij kunnen
worden aangemerkt als een poging tot verkrachting.
Uit de rechtspraak van de Hoge Raad [6] volgt dat voor een strafbare poging vereist is dat er
gedragingen zijn verricht die kunnen worden beschouwd als een begin van uitvoering van het voorgenomen misdrijf. Dat is het geval bij gedragingen die naar hun uiterlijke
verschijningsvorm zijn gericht op voltooiing van het voorgenomen misdrijf. De vraag of
sprake is van zulke gedragingen, laat zich niet in algemene zin beantwoorden. Het komt aan
op een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval. Een belangrijke
beoordelingsfactor daarbij is hoe dicht de vastgestelde gedragingen bij de
voltooiing van het voorgenomen misdrijf lagen, bijvoorbeeld in tijd en/of plaats, en hoe
concreet deze daarop waren gericht. Verder kan het om een samenstel van gedragingen gaan.
De rechtbank overweegt dat voor een poging tot verkrachting niet alleen het voornemen tot
seksueel binnendringen moet worden bewezen, maar dat daarnaast ook moet worden
bewezen dat het voornemen bestond om het slachtoffer daartoe opzettelijk door gebruik van
een dwangmiddel te dwingen. Hierbij is van belang dat het bestanddeel ‘dwingen’ het
(voorwaardelijk) opzet op het handelen tegen de wil van het slachtoffer omvat.
In de onderhavige zaak heeft verdachte [slachtoffer 3] gevraagd hem te pijpen en hieruit kan
derhalve het voornemen tot het seksueel binnendringen worden afgeleid. Naar het oordeel
van de rechtbank dient de door verdachte aan [slachtoffer 3] gestelde vraag echter niet geïsoleerd te worden beschouwd, maar moet deze in de context van het geheel worden bezien. Aan deze
door verdachte gestelde vraag gaan namelijk de nodige gedragingen en opmerkingen vooraf. Zo neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte voorafgaand aan het trainen met de ambitieuze [slachtoffer 3] heeft aangegeven dat hij haar wil begeleiden om haar doelen te bereiken; hij zei haar dat ze leniger moest worden en daarvoor moest zij stretchoefeningen doen. [slachtoffer 3] wilde graag lesgeven en verdachte zou haar daarmee kunnen helpen. Om die reden bleef ze met verdachte trainen. Verdachte heeft derhalve de afhankelijkheidsrelatie, die op grond van de verhouding tussen leerling en docent al bestond, vergroot. Vervolgens heeft verdachte [slachtoffer 3] in een houding laten stretchen, waarbij zij zich niet alleen met haar hoofd dichtbij zijn kruis bevond, maar waarbij zij ook het zicht had op zijn stijve geslachtsdeel dat door een gat in de broek die hij vaker tijdens het stretchen droeg naar buiten was gekomen. Dit stretchen vond bovendien plaats in een houding die pijnlijk was en waar [slachtoffer 3] enkel met hulp van verdachte uit kon komen. Aan de vraag om hem te pijpen, ging de vraag vooraf of zij aan zijn geslachtdeel wilde zitten. Toen [slachtoffer 3] dat niet wilde doen, liet hij haar extra lang in de stretchhouding zitten, onder omstandigheden die nog pijnlijker waren dan anders doordat hij haar verder naar zich toe trok, waarna hij haar weer vroeg of zij hem wilde pijpen.
De rechtbank is van oordeel dat dit samenstel van gedragingen een begin van uitvoering van verkrachting oplevert. Er is namelijk niet alleen sprake van een geuit voornemen, maar ook van het inzetten van diverse daartoe geëigende dwangmiddelen. Uit het voorgaande blijkt van een door verdachte bewust gecreëerde situatie, waarin er een aanmerkelijke kans bestond dat daardoor de weerstand van het slachtoffer gebroken zou kunnen worden en waarin zij zich gedwongen zou voelen om de seksuele handelingen te verrichten. Dat de weerstand in dit geval niet gebroken werd, is een van de wil van verdachte onafhankelijke omstandigheid.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte meermalen heeft gepoogd [slachtoffer 3] te verkrachten. Weliswaar heeft zij verklaard dat het ook is voorgekomen dat verdachte haar
heeft gezegd dat zij minder buik- en rugspieroefeningen hoefde te doen als zij hem zou
pijpen, maar uit de aangifte wordt niet duidelijk onder welke feitelijke omstandigheden
verdachte deze uitlating zou hebben gedaan. In dat geval is daarom onvoldoende bewijsbaar dat sprake is geweest van een begin tot uitvoering van een door verdachte voorgenomen misdrijf.”
Het hof acht net als de rechtbank de onder feit 3 primair tenlastegelegde ‘poging tot verkrachting, eenmaal gepleegd’ dan ook wettig en overtuigend bewezen.
In hoger beroep wordt verdachte onder 4 primair verweten dat hij [slachtoffer 3] heeft verkracht door onder meer zijn vinger(s) over de vagina van [slachtoffer 3] en/of rond de clitoris en tussen de schaamlippen te brengen. [slachtoffer 3] heeft onder meer verklaard dat verdachte haar lies masseerde en toen zijn hand in haar onderbroek deed. Hij wreef dan over haar geslachtsdeel. Hij raakte haar geslachtsdeel aan bij de clitoris, richting het plasgaatje, tussen de schaamlippen. Het hof merkt deze handelingen, onder verwijzing naar HR 12 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3627 en HR 6 februari 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:821, aan als ‘seksueel binnendringen’.
Het hof acht, anders dan de rechtbank, ook bewezen dat verdachte bij het masseren tevens de borsten van [slachtoffer 3] heeft betast, nu [slachtoffer 3] hierover heeft verklaard in het informatieve gesprek bij de politie.
Het hof acht aldus de onder 4 primair tenlastegelegde ‘verkrachting, meermalen gepleegd’ wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 5
Verdachte ontkent dat hij tijdens het masseren van aangeefster [slachtoffer 4] ontuchtige handelingen heeft verricht zoals omschreven in de tenlastelegging. Het hof heeft hierboven al overwogen dat en waarom het de verklaringen van de aangeefsters geloofwaardig en betrouwbaar acht. Dat geldt ook voor de verklaring van [slachtoffer 4] .
Voorts levert de verklaring van verdachte, zoals reeds overwogen, voldoende steunbewijs op zodat is voldaan aan het bewijsminimum. Zo heeft verdachte verklaard dat hij de schouders en nek van [slachtoffer 4] masseerde en zij daarbij haar handen op haar borsten had. Ook heeft verdachte verklaard dat het is voorgekomen dat [slachtoffer 4] haar handen hoger had en dat hij tegen haar zei dat ze haar handen lager moest doen. Ook kwam het voor dat zij huilde tijdens de massages. Daarnaast biedt ook de verklaring van de moeder van [slachtoffer 4] , getuige [getuige 4] , steun aan de verklaring van [slachtoffer 4] . [getuige 4] heeft uit eigen waarneming verklaard dat verdachte de schouders van [slachtoffer 4] , toen zij jonger was, masseerde. Daarnaast heeft [slachtoffer 4] haar destijds al verteld dat zij de massages niet prettig vond. Overigens heeft verdachte zelf ook verklaard dat [slachtoffer 4] heeft aangeven de massages niet prettig te vinden.
Ook ten aanzien van [slachtoffer 4] is sprake van dwingen door feitelijkheden.
Het hof acht aldus de onder 5 primair tenlastegelegde ‘feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd’ wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 6
Verdachte ontkent dat hij tijdens het stretchen met [slachtoffer 5] ontuchtige handelingen heeft verricht zoals omschreven in de tenlastelegging. Het hof heeft hierboven al overwogen dat en waarom het de verklaringen van de aangeefsters geloofwaardig en betrouwbaar acht. Dat geldt eveneens voor de verklaring van [slachtoffer 5] .
Voorts levert de verklaring van verdachte, zoals reeds overwogen, voldoende steunbewijs op zodat is voldaan aan het bewijsminimum. Verdachte heeft over [slachtoffer 5] verklaard dat zij op een bepaald moment overstuur was en uit de stretchpositie gehaald wilde worden. Dit sluit aan bij de verklaring van [slachtoffer 5] dat zij op 9 juli 2020 voelde dat het geslachtsdeel van verdachte tegen haar wang aan zat, dat zij daarna flipte en aan het huilen was en toen aangaf dat zij uit de stretchpositie gehaald wilde worden.
Ook ten aanzien van [slachtoffer 5] is sprake van dwingen door feitelijkheden. Het hof verwijst naar hetgeen daarover hierboven in zijn algemeenheid is overwogen.
Het hof acht aldus de onder 6 primair tenlastegelegde ‘feitelijke aanranding van de eerbaarheid, eenmaal gepleegd’ wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 7
Verdachte ontkent dat hij tijdens het stretchen met [slachtoffer 6] meermalen ontuchtige handelingen heeft verricht zoals omschreven in de tenlastelegging. Het hof heeft hierboven al overwogen dat en waarom het de verklaringen van de aangeefsters geloofwaardig en betrouwbaar acht, hetgeen ook geldt voor de verklaring van [slachtoffer 6] .
Voorts levert de verklaring van verdachte, zoals reeds overwogen, voldoende steunbewijs op zodat is voldaan aan het bewijsminimum. Verdachte heeft over [slachtoffer 6] verklaard dat hij met haar gestretcht heeft en dat hij haar een ontspanningsoefening heeft gegeven waarbij zij haar kaak open moest doen en dan met haar tong van links naar rechts moest bewegen, hetgeen de context bevestigt, zoals beschreven door [slachtoffer 6] , waarbinnen de ontuchtige handelingen hebben plaatsgevonden.
Ook ten aanzien van [slachtoffer 6] is sprake van dwingen door feitelijkheden. Het hof verwijst naar hetgeen daarover hierboven in zijn algemeenheid is overwogen.
Het hof acht aldus de onder 7 primair tenlastegelegde ‘feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd’ wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 8
Verdachte ontkent dat hij tijdens het stretchen met [slachtoffer 7] meermalen ontuchtige handelingen heeft verricht zoals omschreven in de tenlastelegging. Het hof heeft hierboven al overwogen dat en waarom het de verklaringen van de aangeefsters geloofwaardig en betrouwbaar acht. Dit geldt ook voor de verklaring van [slachtoffer 7] . Voorts levert de verklaring van verdachte, zoals reeds overwogen, voldoende steunbewijs op zodat is voldaan aan het bewijsminimum.
Ook ten aanzien van [slachtoffer 7] is sprake van dwingen door feitelijkheden. Het hof verwijst naar hetgeen daarover hierboven in zijn algemeenheid is overwogen.
Het hof acht aldus de onder 8 primair tenlastegelegde ‘feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd’ wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 9
Verdachte ontkent dat hij bij [slachtoffer 8] ontuchtige handelingen heeft gepleegd zoals omschreven in de tenlastelegging. Het hof heeft hierboven al overwogen dat en waarom het de verklaringen van de aangeefsters geloofwaardig en betrouwbaar acht, hetgeen eveneens geldt voor de verklaring van [slachtoffer 8] . Voorts levert de verklaring van verdachte, zoals reeds overwogen, voldoende steunbewijs op zodat is voldaan aan het bewijsminimum. Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer 8] bij het passen van danskleding heeft gemasseerd en dat hij haar heeft gevraagd een andere beha aan te doen. Tevens heeft hij verklaard dat [slachtoffer 8] zijn liezen heeft gemasseerd. Aldus wordt door de verklaring van verdachte de context bevestigd, zoals beschreven door [slachtoffer 8] , waarbinnen de ontuchtige handelingen op 7 februari 2020 hebben plaatsgevonden. Bovendien vindt de verklaring van [slachtoffer 8] steun in de verklaring van haar ex-vriend [getuige 5] aan wie zij direct na het voorval over de ontuchtige handelingen heeft verteld. Hij heeft toen waargenomen dat zij enorm verdrietig was en in shock. Dit draagt bij aan de geloofwaardigheid van haar verklaring.
Ook ten aanzien van [slachtoffer 8] is sprake van dwingen door feitelijkheden. Het hof verwijst naar hetgeen daarover hierboven in zijn algemeenheid is overwogen.
Het hof acht aldus de onder 9 primair tenlastegelegde ‘feitelijke aanranding van de eerbaarheid, eenmaal gepleegd’ wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 10
Verdachte ontkent dat hij bij [slachtoffer 9] ontuchtige handelingen heeft verricht zoals omschreven in de tenlastelegging. Het hof heeft hierboven al overwogen dat en waarom het de verklaringen van de aangeefsters geloofwaardig en betrouwbaar acht. Dat geldt ook voor de verklaring van [slachtoffer 9] . Dat zij op 12 april 2017 een spraakbericht op haar telefoon heeft ingesproken over de handelingen van verdachte, draagt bij aan de geloofwaardigheid van haar verklaring.
Voorts levert de verklaring van verdachte, zoals reeds overwogen, voldoende steunbewijs op zodat is voldaan aan het bewijsminimum. Verdachte heeft over [slachtoffer 9] verklaard dat het een keer is voorgekomen dat de knoopjes van haar bovenkleding niet voldoende dicht zaten en dat hij toen tegen haar heeft gezegd dat haar borsten er zo uit vallen. Deze verklaring biedt steun aan de verklaring van [slachtoffer 9] over het voorval met het knoopje van haar shirt waarbij verdachte haar borst heeft beetgepakt.
Anders dan de rechtbank, acht het hof ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte tijdens een massage [slachtoffer 9] ’s borsten heeft betast. De verklaring van [slachtoffer 9] op dit punt wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige 6] , die heeft verklaard dat zij een keer aanwezig was bij een massage van [slachtoffer 9] door verdachte en dat [slachtoffer 9] zich er helemaal niet fijn bij voelde. Dat [getuige 6] de ontuchtige handelingen zelf niet heeft waargenomen dan wel zich niet kan herinneren dat er ontuchtige handelingen hebben plaatsgevonden, maakt niet dat haar verklaring niet als ondersteunend bewijsmiddel kan worden gebruikt. Die verklaring bevestigt namelijk wel de specifieke context waarover [slachtoffer 9] ten aanzien van deze gebeurtenis heeft verklaard.
Ook ten aanzien van [slachtoffer 9] is sprake van dwingen door feitelijkheden. Het hof verwijst naar hetgeen daarover hierboven in zijn algemeenheid is overwogen.
Het hof acht aldus de onder 10 primair tenlastegelegde ‘feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd’ wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 11
Verdachte ontkent dat hij bij [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] ontuchtige handelingen heeft gepleegd zoals omschreven in de tenlastelegging. Het hof heeft hierboven al overwogen dat en waarom het de verklaringen van de aangeefsters geloofwaardig en betrouwbaar acht. Dat geldt ook voor de verklaringen van [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] .
Voorts levert de verklaring van verdachte, zoals reeds overwogen, voldoende steunbewijs op zodat is voldaan aan het bewijsminimum. Ook ten aanzien van [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] is sprake van dwingen door feitelijkheden. Het hof verwijst naar hetgeen daarover hierboven in zijn algemeenheid is overwogen.
Het hof acht aldus de onder 11 tenlastegelegde ‘feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd’ wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 12
Verdachte ontkent dat hij bij de destijds 14-jarige [slachtoffer 13] ontuchtige handelingen heeft gepleegd zoals omschreven in de tenlastelegging. Het hof heeft hierboven al overwogen dat en waarom het de verklaringen van de aangeefsters geloofwaardig en betrouwbaar acht, hetgeen ook geldt voor de verklaring van [slachtoffer 13] .
Voor de verklaring van [slachtoffer 13] over het betasten van haar kont door verdachte, is voldoende steunbewijs te vinden in de verklaring van getuige [getuige 7] die heeft verklaard dat hij een keer heeft gezien dat verdachte [slachtoffer 13] kont aanraakte en de verklaring van verdachte dat hij op dezelfde feestjes op de dansschool als [slachtoffer 13] aanwezig was.
Net als de rechtbank, is het hof van oordeel dat er voor de overige in de tenlastegelegde handelingen, te weten het betasten van de borsten en het zoenen op de mond, onvoldoende steunbewijs voorhanden is, zodat verdachte van die handelingen dient te worden vrijgesproken.
Het hof acht aldus de onder 12 tenlastegelegde ‘met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, eenmaal gepleegd’ wettig en overtuigend bewezen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen die bij dit arrest in een bijlage zijn opgenomen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel – ook in onderdelen – slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair, 10 primair, 11 en 12 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1. primair
hij in de periode van 28 juli 2020 tot en met 27 augustus 2020, te [plaats 2] , meermalen door feitelijkheden, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten het brengen van zijn penis in de mond van die [slachtoffer 1] en het betasten/aanraken van de borsten van die [slachtoffer 1] , en bestaande die feitelijkheden hierin dat hij, verdachte:
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat zij meer moest gaan stretchen, zodat zij beter zou gaan dansen en bij het demoteam kon komen en vervolgens heeft aangeboden om die [slachtoffer 1] te helpen bij het stretchen en
- die [slachtoffer 1] in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft gebracht, waar die [slachtoffer 1] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit kon komen en daarbij voor die [slachtoffer 1] is gaan zitten, waarbij zijn kruis zich ter hoogte van het hoofd van die [slachtoffer 1] bevond en
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat zij in zijn, verdachtes, penis moest bijten en hem moest pijpen, waardoor zij in het demoteam kon komen en
- die [slachtoffer 1] in een zogeheten vlinderstretch (kleermakerszit) heeft gebracht en daarbij zijn benen over de benen van die [slachtoffer 1] heeft gebracht en daarbij het hoofd van die [slachtoffer 1] richting zijn, verdachtes, kruis heeft gebracht en
- de borsten van die [slachtoffer 1] onverhoeds heeft betast/aangeraakt terwijl zij aangaf dat niet te willen/met haar hoofd schudde, en
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer 1] heeft gebracht en daarbij zijn hand op het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft gehouden, terwijl die [slachtoffer 1] in een stretchpositie zat en is doorgegaan met het plegen van voornoemde handeling, terwijl die [slachtoffer 1] had aangegeven dat ze niet wilde en terwijl die [slachtoffer 1] aan het kokhalzen was, en terwijl hij, verdachte, de dansdocent en de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 1] was, waardoor die [slachtoffer 1] afhankelijk van hem, verdachte, was om bij het demoteam van de dansschool te komen en aldus misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 1] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
2. primair
hij in de periode van 1 november 2019 tot 1 maart 2020, te [plaats 2] , meermalen door feitelijkheden, [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , te weten:
- het brengen van zijn, verdachtes, vinger in de vagina van die [slachtoffer 2] en/of
- het betasten van de borsten en/of billen en/of vagina van die [slachtoffer 2] en/of
- het brengen van zijn, verdachtes, ontblote penis tussen de benen van die [slachtoffer 2]
en bestaande die feitelijkheden hierin dat verdachte:
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat zij haar doel om als professioneel danseres in Amerika te werken, niet zonder zijn hulp zou bereiken en
- heeft aangeboden om die [slachtoffer 2] te helpen bij het stretchen, zodat zij een betere danseres zou worden en
- die [slachtoffer 2] een half uur, in elk geval gedurende enige tijd, in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft laten zitten, waar die [slachtoffer 2] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit kon komen en vervolgens
- na het stretchen de (pijnlijke) liezen van die [slachtoffer 2] heeft gemasseerd, waarbij hij, verdachte, onverhoeds zijn vinger in de vagina van die [slachtoffer 2] heeft gebracht en/of is doorgegaan met het plegen van voornoemde handeling, terwijl die [slachtoffer 2] had aangegeven dat ze niet wilde en
- de borsten van die [slachtoffer 2] heeft gemasseerd en (daarbij) heeft gezegd dat hij de klieren van die [slachtoffer 2] aan het masseren was, zodat zij minder vaak verkouden zou zijn
en terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer van die [slachtoffer 2] was en de eigenaar van de dansschool was waar die [slachtoffer 2] werkzaam was en aldus misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 2] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
3. primair
hij in de periode van 1 september 2019 tot en met 24 augustus 2020, te [plaats 2] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door feitelijkheden, [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedag 4] 2005) te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3] :
- tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat zij meer moest gaan stretchen, zodat zij leniger zou worden en beter zou gaan dansen om haar doel om als professioneel danseres in Amerika te werken en les te geven op een dansschool te bereiken en vervolgens heeft aangeboden om die [slachtoffer 3] te helpen bij het stretchen en
- tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat zij op haar 16e les mocht geven op zijn, verdachtes, dansschool en
- die [slachtoffer 3] in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft gebracht, waar die [slachtoffer 3] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit kon komen en
- die [slachtoffer 3] bij de rug heeft vastgehouden en tegen de bank heeft aangetrokken, terwijl die [slachtoffer 3] in die (pijnlijke) stretchpositie zat met haar hoofd tegen zijn, verdachtes, buik en waarbij hij, verdachte, een broek droeg waarvan de knopen open waren en zijn penis door deze opening heen kwam en
- aan die [slachtoffer 3] heeft gevraagd of zij hem, verdachte, wilde pijpen
en terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer en de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 3] was en aldus misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 3] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4. primair
hij in de periode van 1 januari 2020 tot en met 24 augustus 2020, te [plaats 2] , meermalen door feitelijkheden, [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag 4] 2005, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3] , te weten:
- het (tijdens het masseren) betasten van de vagina en/of de borsten en/of de billen van die [slachtoffer 3] en
- het bewegen van zijn, verdachtes, vinger(s) over de vagina en/of rond de clitoris en het brengen van zijn vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 3]
en bestaande die feitelijkheden hierin dat verdachte:
- na het stretchen de (pijnlijke) benen en/of liezen van die [slachtoffer 3] heeft gemasseerd, waarbij die [slachtoffer 3] zich voorovergebogen met haar ellebogen steunend op een bank(je) op haar knieën bevond, terwijl hij, verdachte, zich achter haar bevond,
- waarbij hij, verdachte, onverhoeds zijn vinger(s) over de vagina en/of rond de clitoris, en tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 3] heeft bewogen en/of gebracht en is doorgegaan met het plegen van voornoemde handelingen en daarbij (meermalen) voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van die [slachtoffer 3] dat zij deze handelingen niet wilde en terwijl hij, verdachte, de dansdocent van die [slachtoffer 3] was en de eigenaar was van de dansschool waar die [slachtoffer 3] de ambitie had om zelf les te geven en aldus misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 3] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
5. primair
hij in de periode van 1 januari 2015 tot 1 januari 2017, te [plaats 2] , meermalen door feitelijkheden, telkens [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het betasten van de borsten en/of de vagina van die [slachtoffer 4] en bestaande die feitelijkheden hierin dat verdachte:
- tegen [slachtoffer 4] heeft gezegd dat zij door hem, verdachte, zich moest laten masseren, omdat zij anders geen danslessen meer mocht volgen in zijn dansschool en
- tijdens voornoemde massage onverhoeds de borsten en/of de vagina van die [slachtoffer 4] heeft betast en
- is doorgegaan met het betasten van de borsten van die [slachtoffer 4] , nadat zij verdachtes handen had weggedrukt
en terwijl die [slachtoffer 4] de stiefdochter van hem, verdachte, was en hij, verdachte, de dansdocent/trainer en de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 4] was, waardoor die [slachtoffer 4] afhankelijk van hem, verdachte, was om (beter) te kunnen dansen en aldus misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 4] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
6. primair
hij op 9 juli 2020 te [plaats 2] , door feitelijkheden, [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het houden van zijn, verdachtes, penis tegen de wang van die [slachtoffer 5] en bestaande die feitelijkheden hierin dat verdachte:
- tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd dat zij meer moest gaan stretchen, zodat zij leniger zou worden en beter zou gaan dansen en dansdocent kon worden in zijn, verdachtes, dansschool en vervolgens heeft aangeboden om die [slachtoffer 5] te helpen bij het stretchen en
- die [slachtoffer 5] in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft gebracht, waar die [slachtoffer 5] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit kon komen en vervolgens
- onverhoeds zijn, verdachtes, penis tegen de wang van die [slachtoffer 5] heeft gedrukt
en terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer en de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 5] was, waardoor die [slachtoffer 5] afhankelijk van hem, verdachte, was om bij die dansschool als docent te kunnen werken en om beter te kunnen dansen en aldus misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 5] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
7. primair
hij in de periode van 1 juni 2020 tot en met 7 augustus 2020, te [plaats 2] , meermalen door feitelijkheden, telkens [slachtoffer 6] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het houden van zijn, verdachtes, penis tegen de wang en tegen het gezicht van die [slachtoffer 6] en bestaande die feitelijkheden hierin dat verdachte:
- tegen die [slachtoffer 6] heeft gezegd dat zij meer moest gaan stretchen, zodat zij beter zou gaan dansen en in het grootste dansteam kon dansen en/of (vervolgens) heeft aangeboden om die [slachtoffer 6] te helpen bij het stretchen en
- die [slachtoffer 6] in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft gebracht, waar die [slachtoffer 6] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit kon komen en vervolgens
- onverhoeds zijn, verdachtes, penis tegen de wang en tegen het gezicht van die [slachtoffer 6] heeft gedrukt
en terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer en de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 6] was, waardoor [slachtoffer 6] afhankelijk van hem, verdachte, was om beter te kunnen dansen en in een dansteam te kunnen dansen en aldus misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 6] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
8. primair
hij in de periode van 1 april 2020 tot en met 7 juli 2020, te [plaats 2] , meermalen door feitelijkheden, telkens [slachtoffer 7] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het houden van zijn, verdachtes, penis tegen de wang van die [slachtoffer 7] en bestaande die feitelijkheden hierin dat verdachte:
- die [slachtoffer 7] heeft aangeboden om die [slachtoffer 7] te helpen bij het stretchen en
- die [slachtoffer 7] in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft gebracht, waar die [slachtoffer 7] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit kon komen en vervolgens
- onverhoeds zijn, verdachtes, penis tegen de wang van die [slachtoffer 7] heeft gedrukt en daarbij tegen die [slachtoffer 7] heeft gezegd: “Doe hem er maar in”
en terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer en de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 7] was, waardoor die [slachtoffer 7] afhankelijk van hem, verdachte, was om beter te kunnen dansen en aldus misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 7] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
9. primair
hij op 7 februari 2020 te [plaats 2] , meermalen door feitelijkheden [slachtoffer 8] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten:
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer 8] en
- het drukken van zijn penis tegen het gezicht van die [slachtoffer 8] , en bestaande die feitelijkheden hierin dat verdachte:
- tegen die [slachtoffer 8] heeft gezegd dat hij haar borsten moest masseren, omdat er inwendig iets niet goed was en
- tegen die [slachtoffer 8] heeft gezegd dat hij haar nek en/of schouderklachten kon verhelpen door middel van massage, zodat zij beter kon dansen enals zij niet beter ging dansen dat hij, verdachte, die [slachtoffer 8] dan uit het team moest zetten
en
- tijdens voornoemde massage onverhoeds de borsten van die [slachtoffer 8] heeft betast en zijn penis tegen het gezicht van die [slachtoffer 8] heeft gedrukt,
en terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer en de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 8] was, waardoor die [slachtoffer 8] afhankelijk van hem, verdachte, was om beter te kunnen dansen en aldus misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie waarin [slachtoffer 8] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond;
10. primair
hij in de periode van 1 januari 2017 tot 12 april 2017, te [plaats 2] , meermalen door feitelijkheden, telkens [slachtoffer 9] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het betasten van de borsten van die [slachtoffer 9] en bestaande die feitelijkheden hierin dat verdachte:
- tegen die [slachtoffer 9] heeft gezegd dat zij een massage nodig had en daarbij onverhoeds de borsten van die [slachtoffer 9] heeft betast en
- tegen die [slachtoffer 9] heeft gezegd dat zij het knoopje van haar shirt dicht moest doen en daarbij onverhoeds de borsten van die [slachtoffer 9] heeft betast;
11.
hij in de periode van 1 januari 2019 tot 1 augustus 2020, te [plaats 2] , meermalen door feitelijkheden, telkens [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten:
- het houden van zijn, verdachtes, penis tegen het gezicht van die [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en bij het gezicht van [slachtoffer 12] en
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer 10] en
- het betasten van de vagina en de billen van die [slachtoffer 11] en
- het betasten van de billen (nabij de vagina) van die [slachtoffer 12]
en bestaande die feitelijkheden hierin dat verdachte:
- tegen die [slachtoffer 10] heeft gezegd dat de klieren in haar borsten vastzaten en dat hij, verdachte, die moest masseren en
- tegen die [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] heeft gezegd dat zij meer moesten gaan stretchen, zodat zij beter zouden gaan dansen en vervolgens heeft aangeboden om die [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] te helpen bij het stretchen en
- die [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] in een stretchpositie (te weten een splithouding) heeft gebracht, waar die [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] niet zonder hulp van hem, verdachte, uit konden komen en vervolgens
- onverhoeds zijn, verdachtes, penis tegen het gezicht van die [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en bij het gezicht van [slachtoffer 12] heeft gehouden en
- na het stretchen de (pijnlijke) spieren van die [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] heeft gemasseerd, waarbij hij, verdachte, onverhoeds de billen en de vagina van die [slachtoffer 11] en de billen (nabij de vagina) van die [slachtoffer 12] heeft betast
en terwijl hij, verdachte, de dansdocent/trainer en de eigenaar van de dansschool van die [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] was, waardoor die [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] afhankelijk van hem, verdachte, waren om beter te kunnen dansen en aldus misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie waarin die [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevonden;
12.
hij in de periode van 8 april 2015 tot 8 april 2018 te [plaats 2] , meermalen met [slachtoffer 13] , geboren op [geboortedag 11] 2002, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een ontuchtige handeling heeft gepleegd, te weten het betasten van de billen van die [slachtoffer 13] .
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
verkrachting,
meermalen gepleegd.
Het onder 2 primair bewezenverklaarde levert op:
verkrachting,
meermalen gepleegd.
Het onder 3 primair bewezenverklaarde levert op:
poging tot verkrachting.
Het onder 4 primair bewezenverklaarde levert op:
verkrachting,
meermalen gepleegd.
Het onder 5 primair bewezenverklaarde levert op:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd.
Het onder 6 primair bewezenverklaarde levert op:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
Het onder 7 primair bewezenverklaarde levert op:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd.
Het onder 8 primair bewezenverklaarde levert op:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd.
Het onder 9 primair bewezenverklaarde levert op:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
Het onder 10 primair bewezenverklaarde levert op:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd.
Het onder 11 bewezenverklaarde levert op:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd.
Het onder 12 bewezenverklaarde levert op:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich gedurende een lange periode van ruim vijf jaren schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van dertien slachtoffers, variërend in leeftijd van 14 tot 30 jaar. Alle slachtoffers waren als leerling en/of dansdocent aan verdachtes dansschool in [plaats 2] verbonden. Verdachte heeft met negen slachtoffers één-op-één stretchoefeningen gedaan waarbij zij met hun gezicht dichtbij het kruis van verdachte kwamen. Zeven slachtoffers hebben daarbij verdachtes geslachtsdeel tegen hun gezicht gehad. Verdachte heeft drie slachtoffers tijdens het stretchen gevraagd om zijn penis vast te pakken of hem oraal te bevredigen. Bij één slachtoffer is ook daadwerkelijk sprake geweest van (het tegen de wil) pijpen. Tijdens het geven van massages heeft verdachte bij vijf slachtoffers hun vagina aangeraakt, en heeft hij bij vijf slachtoffers de borsten en bij twee slachtoffers de billen betast. Bij twee slachtoffers is verdachte met zijn vinger(s) in de vagina geweest.
Verdachte is bij zijn handelen volledig voorbijgegaan aan de grenzen van de veelal minderjarige slachtoffers. Verdachte heeft in zijn positie als dansleraar en eigenaar van de dansschool het vertrouwen, dat de slachtoffers en hun ouders in hem hadden gesteld, op grove wijze beschaamd. Verdachte heeft ook misbruik gemaakt van de ambitie van de (jonge) danseressen. Zij wilden beter worden en verder komen in het dansen en verdachte gaf de indruk dat zij daarbij van zijn hulp afhankelijk waren. Daarnaast heeft verdachte door zijn handelen ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers, die vanwege hun jeugdige leeftijd en/of afhankelijkheid niet in afdoende mate in staat waren aan het handelen van verdachte weerstand te bieden.
Het is van algemene bekendheid dat de slachtoffers van zeer ernstige misdrijven, waaronder zedendelicten als hier aan de orde, nog lang ernstig kunnen lijden onder de psychische gevolgen. Dat daarvan ook in dit geval sprake is, is gebleken uit de ingrijpende slachtofferverklaringen afgelegd in eerste aanleg en in hoger beroep. Het hof rekent verdachte ook diens ontkennende houding aan en het hardnekkig afschuiven van zijn verantwoordelijkheid, hetgeen zorgt voor extra leedtoevoeging bij de slachtoffers.
Aan de ernst, aard, duur en omvang van de bewezenverklaarde feiten kan enkel recht worden gedaan door het opleggen van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Het hof heeft bij de straftoemeting ook acht geslagen op de rapporten die zijn opgemaakt omtrent de persoon van verdachte, te weten het psychiatrisch rapport van 26 maart 2021, het psychologisch rapport van 6 mei 2021 en de reclasseringsadviezen van 18 mei 2021 en 27 februari 2023. Uit de rapportages van de psycholoog en psychiater volgt dat er geen aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van een psychiatrische of persoonlijkheidsstoornis. Verdachte kan derhalve als volledig toerekeningsvatbaar worden aangemerkt. Die rapporten geven geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Mede gelet op de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten voor de straftoemeting - die bij een eenmalige verkrachting met een beperkte mate van dwang als uitgangspunt reeds een gevangenisstraf van 24 maanden nemen - en het gegeven dat het hof op onderdelen tot een andere bewezenverklaring dan de rechtbank komt en ten aanzien van feit 4 tot een als zwaarder te kwalificeren delict, acht het hof de door de advocaat-generaal gevorderde gevangenisstraf van 8 jaren, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Beroepsverbod
Net als de rechtbank schat het hof – gelet op het feit dat hij zich jarenlang schuldig heeft gemaakt aan het plegen van zedenmisdrijven tegen een groot aantal verschillende slachtoffers – de kans op herhaling in als hoog, zeker als verdachte in een vergelijkbare positie of rol komt te verkeren. Het hof zal daarom, zoals gevorderd door de advocaat-generaal, als bijkomende straf een beroepsverbod opleggen om als dansleraar (in brede zin) van vrouwelijke pupillen werkzaam te zijn, voor de duur van 13 jaren.
Contactverbod
Uit het dossier is gebleken dat verdachte, ondanks uitdrukkelijk verzoek van de politie om dat niet te doen, veel moeite heeft gedaan om in contact te komen met verschillende aangeefsters. Gelet daarop dient er rekening mee te worden gehouden dat verdachte zich in de toekomst mogelijk belastend naar aangeefsters zal gedragen. Gelet op het voorgaande zal het hof daarom aan verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht opleggen, inhoudende een contactverbod met aangeefsters voor de duur van vijf jaren.
Voorwaardelijk verzoek
Het hof ziet in het voorliggende dossier en het verhandelde ter zitting geen aanleiding voor het opleggen van een gedragsbeïnvloedende maatregel in de vorm van een behandeling, zoals is verzocht door de raadsman van verdachte. Afgezien van verdachtes interesse in (sociale) psychologie heeft verdachte, in zijn houding ten opzichte van de verschillende aangiftes in deze zaak, bij het hof vooralsnog niet de indruk gewekt enige ingang voor behandeling te bieden. Een eventuele behandeling kan te zijner tijd ook aan de orde komen in het kader van een penitentiair programma of voorwaardelijke invrijheidsstelling. Het hof ziet daarom nu geen reden om de zaak te heropenen voor het laten opmaken van een nader reclasseringsrapport, zoals voorwaardelijk is verzocht door de raadsman. Het hof wijst het voorwaardelijke verzoek daarom af.

Vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen

Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair bepleit alle benadeelde partijen, met uitzondering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] , niet-ontvankelijk te verklaren in hun vordering tot schadevergoeding vanwege de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsman verzocht de vordering voor wat betreft de immateriële schade te matigen nu de gevorderde bedragen niet in lijn zijn met wat doorgaans in vergelijkbare zaken wordt toegekend.
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bevestiging van het vonnis voor wat betreft de beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen.
Oordeel van het hof
Het hof stelt bij de beoordeling van de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen het volgende voorop.
Reis- en parkeerkosten
De vorderingen van de benadeelde partijen tot vergoeding van hun reis- en parkeerkosten komen slechts voor toewijzing in aanmerking, voor zover de benadeelde partijen die schade als rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde hebben geleden.
De gevorderde reis- en parkeerkosten in verband met het informatieve gesprek bij de politie, het doen van aangifte of het afleggen van een getuigenverklaring, het bijwonen van de zittingen dan wel gesprekken met de officier van justitie, Slachtofferhulp Nederland en de advocaat, kunnen niet worden aangemerkt als schade die benadeelden rechtstreeks hebben geleden als gevolg van de bewezenverklaarde feiten. Het zijn geen redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid als bedoeld in art. 6:96, tweede lid, onder b van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Voor vergoeding van die kosten biedt het BW noch enige andere relevante regeling een wettelijke grondslag. Die kosten zijn in de gegeven omstandigheden evenmin aan te merken als voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten.
Vooropgesteld wordt dat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat een redelijke uitleg van artikel 532 Sv (voorheen artikel 592a) met zich brengt dat bij de bepaling van de daar bedoelde kosten dezelfde maatstaf wordt gehanteerd als in civiele procedures. In civiele procedures wordt de maatstaf voor de toekenning van proceskosten ontleend aan de artikelen 237 tot en met 240 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv). Deze proceskostenregeling is een limitatieve en exclusieve regeling, behoudens bijzondere omstandigheden (HR 12 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1600).
Volgens artikel 238, eerste en tweede lid, in verbinding met artikel 239 Rv komen alleen als kosten voor vergoeding in aanmerking: reis-, verlet- en verblijfkosten voor het bijwonen van de zitting van de partij die aanspraak heeft op proceskostenvergoeding indien in persoon mag worden geprocedeerd en ook daadwerkelijk in persoon is geprocedeerd. Voor andere reis-, verblijfs- of verletkosten – zoals voor het bezoeken van leden van het openbaar ministerie of de advocaat – kent de proceskostenregeling geen vergoeding.
De kosten die – als het niet tot een gerechtelijke procedure komt – als schade voor vergoeding in aanmerking zouden kunnen komen in de zin van artikel 6:96, tweede lid, onder b BW, zoals kosten ter vaststelling van schadeaansprakelijkheid, vormen onderdeel van en zijn begrepen in de vergoedingen die kunnen worden toegekend op grond van het wettelijk stelsel van proceskosten in civiele zaken, indien het wél tot een procedure komt (vgl. artikel 241 Rv).
Voor vergoeding van andere kosten dan de in deze regeling neergelegde is, behoudens bijzondere omstandigheden, geen plaats. Voor de voeging in het strafproces is geen procesvertegenwoordiging vereist. In dit geval echter zijn alle benadeelde partijen in eerste aanleg en in hoger beroep ter zitting bijgestaan door een advocaat.
Het hof is dus van oordeel dat de gevorderde reis- en parkeerkosten in verband met het doen van aangifte of het afleggen van een getuigenverklaring, dan wel gesprekken met Slachtofferhulp Nederland en de advocaat en het bijwonen van de zittingen, geen rechtstreekse materiële schade zijn en evenmin toewijsbaar zijn als proceskosten op grond van de genoemde proceskostenregeling.
De omstandigheid dat de benadeelde partijen tevens spreekgerechtigd slachtoffer waren en een aantal daarvan ook gebruik hebben gemaakt, leidt niet tot een ander oordeel. De met de uitoefening van het spreekrecht gepaard gaande kosten vormen thans geen schade waarvoor de verdachte aansprakelijk kan worden gehouden. Het is aan de wetgever om daarvoor, desgewenst, een wettelijke grondslag te creëren (vgl. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25 juli 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:6126).
Immateriële schade
Artikel 6:106 BW geeft een limitatieve opsomming van de gevallen waarin een persoon recht heeft op vergoeding van immateriële schade als gevolg van onrechtmatig handelen, onder meer als sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze. Van de in artikel 6:106 lid 1, onder b, BW bedoelde aantasting in de persoon op andere wijze is in ieder geval sprake indien de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen. Daarnaast kunnen de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in artikel 6:106 lid 1, onder b, BW bedoelde aantasting in de persoon op andere wijze sprake is.
Uit het onderzoek ter terechtzitting, waaronder de namens de benadeelde partijen gegeven toelichting op hun vorderingen, kan het bestaan van geestelijk letsel bij de benadeelde partijen in een aantal gevallen naar objectieve maatstaven worden vastgesteld. Voorts volgt uit de aard en ernst van de normschending en de ernstige gevolgen daarvan voor de benadeelde partijen zoals deze mede blijken uit het hiervoor vermelde en uit de afgelegde slachtofferverklaringen in eerste aanleg en in hoger beroep, dat sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze.
Het hof acht, rekening houdend met alle omstandigheden van het geval, waaronder de aard en ernst van de schade, de gevolgen, de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen plegen toe te kennen en de bedragen zoals opgenomen in de ‘Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven’, toewijzing van na te melden bedragen aan immateriële schadevergoeding billijk.
Bespreking van de individuele vorderingen
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 12.075,-, bestaande uit bestaande uit € 75,- materiële schade (wegens reiskosten in verband met het informatieve gesprek bij de politie, het doen van aangifte, fysiotherapie en traumabehandelingen) en € 12.000,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Voorts wordt een bedrag van € 569,25 aan proceskosten gevorderd. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep volledig toegewezen. De benadeelde partij wordt bijgestaan door mr. W. ten Have.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden. Het hof stelt de omvang van de immateriële schade naar maatstaven van billijkheid vast op € 10.000,-. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, zal worden toegewezen. Voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade, zal het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Ten aanzien van de gevorderde materiële schadevergoeding overweegt het hof als volgt. Zoals hiervoor overwogen komen de gevorderde reiskosten voor zover deze zien op het informatieve gesprek bij de politie en het doen van aangifte niet voor toewijzing in aanmerking. De gevorderde reiskosten met betrekking tot fysiotherapie en traumabehandelingen komen in beginsel wel voor toewijzing in aanmerking. Nu door de benadeelde partij echter niet is gespecificeerd welk deel van de reiskosten van in totaal € 75,- betrekking heeft op de fysiotherapie en traumabehandelingen, kan het hof de hoogte van de materiele schade niet vaststellen. De zaak aanhouden om de benadeelde partij in de gelegenheid te stellen de materiële schade nader te specificeren, zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op € 569,25, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 8.602,66, bestaande uit € 102,66 materiële schade (wegens reiskosten in verband met gesprekken met de advocaat en Slachtofferhulp Nederland, het doen van aangifte, het afleggen van een getuigenverklaring en het bijwonen van zittingen) en € 8.500,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep volledig toegewezen. De benadeelde partij wordt bijgestaan door mr. M.R.M. Schaap.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden. Het hof stelt de omvang van de immateriële schade naar maatstaven van billijkheid vast op € 7.500,-. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, zal worden toegewezen. Voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade, zal het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Ten aanzien van de gevorderde materiële schadevergoeding overweegt het hof als volgt. Zoals hiervoor overwogen komen de gevorderde reiskosten voor zover deze zien op gesprekken met de advocaat en Slachtofferhulp Nederland, het doen van aangifte, het afleggen van een getuigenverklaring en het bijwonen van zittingen niet voor toewijzing in aanmerking. Het hof zal de benadeelde partij daarom voor wat betreft de gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 8.530,36, bestaande uit € 30,63 materiële schade (wegens reiskosten in verband met het doen van aangifte, gesprekken met Slachtofferhulp Nederland en het bijwonen van zittingen) en € 8.500,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep volledig toegewezen. De benadeelde partij wordt bijgestaan door mr. M.R.M. Schaap.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3 primair en 4 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden. Het hof stelt de omvang van de immateriële schade naar maatstaven van billijkheid vast op € 7.500,-. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, zal worden toegewezen. Voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade, zal het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Ten aanzien van de gevorderde materiële schadevergoeding overweegt het hof als volgt. Zoals hiervoor overwogen komen de gevorderde reiskosten voor zover deze zien op het doen van aangifte, gesprekken met Slachtofferhulp Nederland en het bijwonen van zittingen niet voor toewijzing in aanmerking. Het hof zal de benadeelde partij daarom voor wat betreft de gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 7.011,13, bestaande uit € 11,13 materiële schade (wegens reiskosten in verband met het doen van aangifte en gesprekken met Slachtofferhulp Nederland) en € 7.000,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep volledig toegewezen. De benadeelde partij wordt bijgestaan door mr. M.R.M. Schaap.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 5 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden. Het hof stelt de omvang van de immateriële schade naar maatstaven van billijkheid vast op € 5.000,-. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, zal worden toegewezen. Voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade, zal het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Ten aanzien van de gevorderde materiële schadevergoeding overweegt het hof als volgt. Zoals hiervoor overwogen komen de gevorderde reiskosten voor zover deze zien op het doen van aangifte en gesprekken met Slachtofferhulp Nederland niet voor toewijzing in aanmerking. Het hof zal de benadeelde partij daarom voor wat betreft de gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 7.500,- wegens immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep volledig toegewezen. De benadeelde partij wordt bijgestaan door mr. C.E. Jeekel.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 6 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden. Het hof stelt de omvang van de immateriële schade naar maatstaven van billijkheid vast op € 5.000,-. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, zal worden toegewezen. Voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade, zal het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 10.609,56, bestaande uit € 5.609,56 materiële schade (wegens studievertraging en reiskosten in verband met het informatieve gesprek bij de politie, het doen van aangifte, gesprekken met Slachtofferhulp Nederland en de psycholoog en het bijwonen van zittingen) en € 5.000,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Voorts wordt een bedrag van € 250,- aan proceskosten gevorderd. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 5.103,30. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering. De benadeelde partij wordt bijgestaan door mr. M.R.M. Schaap.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 7 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden. Het hof stelt de omvang van de immateriële schade naar maatstaven van billijkheid vast op € 5.000,-.
Ten aanzien van de gevorderde materiële schadevergoeding overweegt het hof als volgt. Zoals hiervoor overwogen komen de gevorderde reiskosten voor zover deze zien op het informatieve gesprek bij de politie, het doen van aangifte, gesprekken met Slachtofferhulp Nederland en het bijwonen van zittingen niet voor toewijzing in aanmerking. Het hof zal de benadeelde partij voor dat deel niet-ontvankelijk in de vordering verklaren. De gevorderde reiskosten met betrekking tot de gesprekken bij de psycholoog van in totaal € 70,06 komen wel voor toewijzing in aanmerking.
Voor wat betreft de gevorderde kosten wegens studievertraging is het hof van oordeel dat de vordering door de benadeelde partij onvoldoende is onderbouwd. De zaak aanhouden om de benadeelde partij in de gelegenheid te stellen de schade nader te specificeren, zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Gelet op het voorgaande zal de vordering tot een bedrag van € 5.070,06, te vermeerderen met de wettelijke rente, worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op € 250,-, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 5.129,44, bestaande uit € 129,44 materiële schade (wegens reiskosten in verband met het doen van aangifte, het afleggen van een getuigenverklaring, gesprekken met Slachtofferhulp Nederland en het bijwonen van zittingen) en € 5.000,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Voorts wordt een bedrag van € 152,- aan proceskosten gevorderd. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep volledig toegewezen. De benadeelde partij wordt bijgestaan door mr. M.R.M. Schaap.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 8 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden. Het hof stelt de omvang van de immateriële schade naar maatstaven van billijkheid vast op € 5.000,-. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, zal worden toegewezen.
Ten aanzien van de gevorderde materiële schadevergoeding overweegt het hof als volgt. Zoals hiervoor overwogen komen de gevorderde reiskosten voor zover deze zien op het doen van aangifte, het afleggen van een getuigenverklaring, gesprekken met Slachtofferhulp Nederland en het bijwonen van zittingen niet voor toewijzing in aanmerking. Het hof zal de benadeelde partij daarom voor wat betreft de gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 7.560,-, bestaande uit € 60,- materiële schade (wegens reiskosten in verband met het informatieve gesprek bij de politie, het doen van aangifte en traumabehandelingen bij [jeugdhulp en onderwijs] ) en € 7.500,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Voorts wordt een bedrag van € 569,25 aan proceskosten gevorderd. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep volledig toegewezen. De benadeelde partij wordt bijgestaan door mr. W. ten Have.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 9 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Het hof stelt de omvang van de immateriële schade naar maatstaven van billijkheid vast op € 5.000,-. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, zal worden toegewezen. Voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade, zal het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Ten aanzien van de gevorderde materiële schadevergoeding overweegt het hof als volgt. Zoals hiervoor overwogen komen de gevorderde reiskosten voor zover deze zien op het informatieve gesprek bij de politie en het doen van aangifte niet voor toewijzing in aanmerking. De gevorderde reiskosten met betrekking tot traumabehandelingen bij [jeugdhulp en onderwijs] komen in beginsel wel voor toewijzing in aanmerking. Nu door de benadeelde partij echter niet is gespecificeerd welk deel van de reiskosten van in totaal € 60,- betrekking heeft op de traumabehandelingen, kan het hof de hoogte van de materiële schade niet vaststellen. De zaak aanhouden om de benadeelde partij in de gelegenheid te stellen de materiële schade nader te specificeren, zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op € 569,25, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 5.000,- wegens immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 2.500,-. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering. De benadeelde partij wordt bijgestaan door mr. M.R.M. Schaap.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 10 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden. Het hof stelt de omvang van de immateriële schade naar maatstaven van billijkheid vast op € 3.500,-. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, zal worden toegewezen. Voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade, zal het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 11]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 5.464,46, bestaande uit € 464,46 materiële schade (wegens reiskosten ad € 59,52 in verband met het doen van aangifte, gesprekken met slachtofferhulp Nederland en het bijwonen van zittingen en zorgkosten/eigen risico ad € 404,94) en € 5.000,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep volledig toegewezen. De benadeelde partij wordt bijgestaan door mr. M.R.M. Schaap.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 11 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden. Het hof stelt de omvang van de immateriële schade naar maatstaven van billijkheid vast op € 5.000,-.
Ten aanzien van de gevorderde materiële schadevergoeding overweegt het hof als volgt. Zoals hiervoor overwogen komen de gevorderde reiskosten voor zover deze zien op het doen van aangifte, gesprekken met Slachtofferhulp Nederland en het bijwonen van zittingen niet voor toewijzing in aanmerking. Het hof zal de benadeelde partij voor dat deel niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
De gevorderde zorgkosten/eigen risico komen in beginsel wel voor toewijzing in aanmerking. Uit de onderbouwing blijkt dat van het totaal gevorderde een bedrag van € 371,84 betrekking heeft op het eigen risico ten behoeve van traumabehandeling van [slachtoffer 11] . Dat bedrag komt voor toewijzing in aanmerking. Het resterende bedrag van € 33,10 heeft volgens de onderbouwing geen betrekking op [slachtoffer 11] , maar op [betrokkene 5] . De benadeelde partij heeft onvoldoende onderbouwd dat die kosten het rechtstreekse gevolg zijn van het bewezenverklaarde handelen van verdachte. De enkele mededeling van de vader van [slachtoffer 11] ter zitting van het hof dat die kosten zijn gemaakt ten behoeve van [slachtoffer 11] , volstaat daartoe niet. De zaak aanhouden om de benadeelde partij in de gelegenheid te stellen de materiële schade op dat punt nader te specificeren, zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Gelet op het voorgaande zal de vordering tot een bedrag van € 5.371,84, te vermeerderen met de wettelijke rente, worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 5.269,87, bestaande uit € 269,87 materiële schade (wegens reiskosten in verband met het doen van aangifte, gesprekken met slachtofferhulp Nederland en het bijwonen van zittingen) en € 5.000,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep volledig toegewezen. De benadeelde partij wordt bijgestaan door mr. M.R.M. Schaap.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 11 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden. Het hof stelt de omvang van de immateriële schade naar maatstaven van billijkheid vast op € 5.000,-. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, zal worden toegewezen.
Ten aanzien van de gevorderde materiële schadevergoeding overweegt het hof als volgt. Zoals hiervoor overwogen komen de gevorderde reiskosten voor zover deze zien op het doen van aangifte, gesprekken met Slachtofferhulp Nederland en het bijwonen van zittingen niet voor toewijzing in aanmerking. Het hof zal de benadeelde partij daarom voor wat betreft de gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 5.829,72, bestaande uit € 829,72 materiële schade (wegens reiskosten in verband met het doen van aangifte, het afleggen van een getuigenverklaring, gesprekken met slachtofferhulp Nederland en het bijwonen van zittingen) en € 5.000,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep volledig toegewezen. De benadeelde partij wordt bijgestaan door mr. M.R.M. Schaap.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 11 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade immateriële heeft geleden. Het hof stelt de omvang van de immateriële schade naar maatstaven van billijkheid vast op € 5.000,-. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, zal worden toegewezen.
Ten aanzien van de gevorderde materiële schadevergoeding overweegt het hof als volgt. Zoals hiervoor overwogen komen de gevorderde reiskosten voor zover deze zien op het doen van aangifte, het afleggen van een getuigenverklaring, gesprekken met slachtofferhulp Nederland en het bijwonen van zittingen niet voor toewijzing in aanmerking. Het hof zal de benadeelde partij daarom voor wat betreft de gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 5.258,85, bestaande uit € 258,85 materiële schade (wegens reiskosten ad € 9,36 in verband met het doen van aangifte, gesprekken met slachtofferhulp Nederland en het bijwonen van zittingen; zorgkosten in verband met behandeling bij de psycholoog ad € 249,49) en € 5.000,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 758,85. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering. De benadeelde partij wordt bijgestaan door mr. M.R.M. Schaap.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 12 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden. Het hof stelt de omvang van de immateriële schade naar maatstaven van billijkheid vast op € 1.000,-. Voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade, zal het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Ten aanzien van de gevorderde materiële schadevergoeding overweegt het hof als volgt. Zoals hiervoor overwogen komen de gevorderde reiskosten voor zover deze zien op het doen van aangifte, gesprekken met Slachtofferhulp Nederland en het bijwonen van zittingen niet voor toewijzing in aanmerking. Het hof zal de benadeelde partij voor dat deel niet-ontvankelijk in de vordering verklaren. De gevorderde zorgkosten met betrekking tot de behandeling bij de psycholoog komen wel voor toewijzing in aanmerking.
Gelet op het voorgaande zal de vordering tot een bedrag van € 1.249,49, te vermeerderen met de wettelijke rente, worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 28, 31, 36f, 38v, 38w, 45, 57, 242, 246 en 247 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair, 10 primair, 11 en 12 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair, 10 primair, 11 en 12 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Ontzet de verdachte van het recht tot uitoefening van het beroep van dans- of sportleraar,
dans-/sportinstructeur of -begeleider waarbij verdachte met vrouwelijke pupillen werkt voor de duur van 13 (dertien) jaren.
Legt op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid inhoudende dat de veroordeelde voor de duur van
5 (vijf) jarenop geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
- [slachtoffer 1] ( [geboortedag 2] 2003);
- [slachtoffer 2] ( [geboortedag 3] 2001);
- [slachtoffer 3] ( [geboortedag 4] 2005);
- [slachtoffer 4] ( [geboortedag 5] 1999);
- [slachtoffer 5] ( [geboortedag 6] 2003);
- [slachtoffer 6] ( [geboortedag 7] 2002);
- [slachtoffer 7] ( [geboortedag 8] 2002);
- [slachtoffer 8] ( [geboortedag 9] 2002);
- [slachtoffer 9] ( [geboortedag 10] 2000);
- [slachtoffer 10] ( [geboortedag 12] 1990);
- [slachtoffer 11] ( [geboortedag 14] 1996);
- [slachtoffer 12] ( [geboortedag 13] 1999);
- [slachtoffer 13] ( [geboortedag 11] 2002).
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt
2 (twee) wekenvoor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Bepaalt dat de totale duur van de vervangende hechtenis ten hoogste
6 (zes) maandenbedraagt.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ter zake van het onder 1 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 10.000,00 (tienduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
€ 569,25 (vijfhonderdnegenenzestig euro en vijfentwintig cent).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 1] , ter zake van het onder 1 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 10.000,00 (tienduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste
30 (dertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade
op 27 augustus 2020.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 2] ter zake van het onder 2 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 2] , ter zake van het onder 2 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste
28 (achtentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
11 maart 2020.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 3] ter zake van het onder 3 primair en 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 3] , ter zake van het onder 3 primair en 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste
28 (achtentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
24 augustus 2020.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 4] ter zake van het onder 5 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 4] , ter zake van het onder 5 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste
28 (achtentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
1 januari 2017.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 5] ter zake van het onder 6 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 5] , ter zake van het onder 6 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste
28 (achtentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
9 juli 2020.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 6] ter zake van het onder 7 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.070,06 (vijfduizend zeventig euro en zes cent) bestaande uit € 70,06 (zeventig euro en zes cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 6] , ter zake van het onder 7 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 5.070,06 (vijfduizend zeventig euro en zes cent) bestaande uit € 70,06 (zeventig euro en zes cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste
28 (achtentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op
1 januari 2021en van de immateriële schade op
7 augustus 2020.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 7] ter zake van het onder 8 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
€ 152,00 (honderdtweeënvijftig euro).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 7] , ter zake van het onder 8 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste
28 (achtentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
7 juli 2020.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 8] ter zake van het onder 9 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
€ 569,25 (vijfhonderdnegenenzestig euro en vijfentwintig cent).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 8] , ter zake van het onder 9 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste
28 (achtentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
7 februari 2020.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 9] ter zake van het onder 10 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 9] , ter zake van het onder 10 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste
28 (achtentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
12 april 2017.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 11]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 11] ter zake van het onder 11 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.371,84 (vijfduizend driehonderdeenenzeventig euro en vierentachtig cent) bestaande uit € 371,84 (driehonderdeenenzeventig euro en vierentachtig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 11] , ter zake van het onder 11 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 5.371,84 (vijfduizend driehonderdeenenzeventig euro en vierentachtig cent) bestaande uit € 371,84 (driehonderdeenenzeventig euro en vierentachtig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste
28 (achtentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op
18 augustus 2021en van de immateriële schade op
1 augustus 2020.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 12] ter zake van het onder 11 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 12] , ter zake van het onder 11 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste
28 (achtentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
1 augustus 2020.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 10] ter zake van het onder 11 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 10] , ter zake van het onder 11 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste
28 (achtentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
1 augustus 2020.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 13] ter zake van het onder 12 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.249,49 (duizend tweehonderdnegenenveertig euro en negenenveertig cent) bestaande uit € 249,49 (tweehonderdnegenenveertig euro en negenenveertig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 13] , ter zake van het onder 12 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 1.249,49 (duizend tweehonderdnegenenveertig euro en negenenveertig cent) bestaande uit € 249,49 (tweehonderdnegenenveertig euro en negenenveertig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste
22 (tweeëntwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op
16 december 2020en van de immateriële schade op
8 april 2018.
Aldus gewezen door
mr. M.B. de Wit, voorzitter,
en, mr. L.T. Wemes en mr. G.A. Versteeg, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.M. Nicolai, griffier,
en op 12 mei 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. G.A. Versteeg is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004402-21
Deze bijlage behoort bij het arrest van dit hof van 12 mei 2023 in de strafzaak tegen verdachte
[verdachte].
Het hof bezigt met betrekking tot hetgeen is bewezenverklaard de volgende bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar met paginanummering aangeduide processen-verbaal en andere stukken betreft dit op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal dan wel andere bescheiden, als bijlagen opgenomen bij het proces-verbaal van het opsporingsonderzoek van de politie eenheid Noord-Nederland, onder de dossiernaam Roodkapje, zaaknummer 2020332296, opgemaakt en gesloten op 30 november 2020.
1. Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 24, 26 en 27 augustus 2021 van de meervoudige kamer in de rechtbank Noord-Nederland, voor zover inhoudende
als verklaring van verdachte:
T.a.v. alle feiten
Ik was in de periode van de tenlastelegging, van 2015 tot en met 27 augustus 2020, eigenaar van dansschool [plaats 2] [dansschool] te [plaats 2] en was daar ook één van de dansdocenten. Ik had een goede naam als docent opgebouwd en ik heb successen behaald met demoteams. Van buiten de dansschool kwamen er ook wel dansers naar mij toe om te vragen of ik hen les wilde geven. In de dansschool waren veel docenten werkzaam die vanuit de eigen opleiding kwamen en bij de dansschool dansten. Ik was erg betrokken bij mijn dansschool en had een goed overzicht wie er werkte en wie in de toekomst in de dansschool zou werken en wat de ambities van mijn danstalenten waren. Ik benaderde talenten voor een persoonlijk gesprek en gaf dan ook aan wat ze moesten doen om verder te komen met het dansen. Zo gaf ik dan aan welke lessen ze moesten volgen om nog beter te worden en of ze bijvoorbeeld nog leniger moesten worden. Naar aanleiding van dergelijke gesprekken, heb ik meerdere dansers persoonlijk begeleid en heb ik ook stretchtrainingen verzorgd. De dansers in de demoteams waren de aderen van de dansschool, maar ik was het hart.
In de periode van de tenlastelegging heb ik met verschillende leerlingen in de dansschool één-op-één stretchoefeningen gedaan en heb ik diverse leerlingen massages gegeven. Bij een stretchoefening om de split te leren, zat ik aan de voorzijde van de leerling op een bankje om ze vanaf die kant te helpen om verder in de split te komen. Leerlingen kwamen dan met hun hoofd richting mijn buik. Als een leerling erg lenig was, kon deze in de buurt van mijn kruis komen. Ik heb bij meerdere leerlingen ter afleiding van de pijn een oefening voorgesteld, waarbij met de mond open tongbewegingen werden gedaan en waarbij ik aangaf dat ze zich moesten ontspannen. Ik zei dan: “Kaak open, de tong naar buiten, tong naar links, tong naar rechts, tik je kin aan, tik je neus aan, adem in door je neus, adem uit door je mond.” Ook heb ik gezegd dat ze hun hoofd recht moesten houden.
T.a.v. feit 1
Ik heb [slachtoffer 1] in de zomer van 2020 aangeboden om met mij te gaan stretchen, zodat ze leniger zou kunnen worden. Ik wist dat zij graag in het demoteam wilde komen. Ik heb met haar meerdere keren een stretchoefening gedaan, waarbij ik aan haar voorzijde zat en zij naar voren moest buigen met haar hoofd richting mijn buik. Ondertussen heb ik haar gevraagd afleidingsoefeningen te doen, waarbij ze haar mond open moest doen en haar tong van links en naar rechts moest bewegen. Daarbij zei ik dat ze zich moest ontspannen. Tijdens een één-op-één-sessie heb ik haar gevraagd of ze mij oraal wilde bevredigen. Ze vroeg me of ze dat moest doen, en daarop antwoordde ik: “Natuurlijk niet, waarom stel je die vraag. Ik bepaal niet of je in het demoteam komt. Wat wil je nu?” Zij heeft mij vervolgens gepijpt. Ik heb haar gevraagd of ze het wilde afmaken. Ik heb die dag een gesprek met haar gehad over de vraag of zij kans had om in het demoteam te komen. Daarna, voor mijn vakantie, heb ik nog een keer met haar gestretcht.
T.a.v. feit 2
Ik heb met [slachtoffer 2] vaak gestretcht en heb haar vaak gemasseerd. Ik heb haar ook in haar lies gemasseerd. Ik heb haar ook regelmatig bij haar klieren gemasseerd. [slachtoffer 2] wilde in Amerika gaan dansen. Ik was “close” met [slachtoffer 2] .
T.a.v. feiten 3 en 4
[slachtoffer 3] heb ik een tijdje getraind. Ik heb ook met haar gestretcht en heb haar gemasseerd. Zij was heel fanatiek. Zij was niet erg lenig en sterk en daar kon ze aan werken. Ik heb haar op 31 augustus 2020 geappt met de vraag of ze assistent-trainer wilde worden van [slachtoffer 2] haar team.
T.a.v. feit 5
[slachtoffer 4] is de dochter van mijn ex-vriendin met wie ik onder meer in de periode van de tenlastelegging samenwoonde. [slachtoffer 4] danste ook bij de dansschool. Ik heb haar in de periode van 2015-2016 vaak massages gegeven vanwege een schouderblessure. Ik heb aangegeven dat ze zich moest laten masseren, aangezien ze anders niet meer zou kunnen dansen. Als ik haar masseerde had ze haar beha aan en als ze op haar buik lag, deed ik haar behabandje los. Bij het omdraaien kreeg ze er een handdoek overheen. Ik masseerde haar schouders en nek en zij had haar handen op haar borsten. Het is voorgekomen dat zij haar handen hoger had en dat ik tegen haar zei dat ze haar handen lager moest doen. Het kwam voor dat zij huilde tijdens de massages. Ik heb eenmaal haar bovenbeen gemasseerd. Zij heeft in 2017 aangegeven dat zij het niet fijn vond dat ik haar masseerde.
T.a.v. feit 6
[slachtoffer 5] danste ook bij [plaats 2] [dansschool] . In de zomer van 2020 heb ik met haar gesproken over het worden van dansdocent. Zij was heel ambitieus. Ik heb met haar gestretcht, vanaf de voorzijde. Het klopt dat zij op een bepaald moment overstuur was en uit de stretchpositie gehaald wilde worden, waarna ze huilend is weggegaan.
T.a.v. feit 7
[slachtoffer 6] danste ook bij [plaats 2] [dansschool] . Zij werd net als [slachtoffer 5] opgeleid tot dansdocent. Zij heeft ook met mij gestretcht. Tijdens de stretchoefening vanaf de voorzijde heb ik haar een ontspanningsoefening gegeven waarbij zij haar kaak open moest doen en dan met haar tong van links naar rechts moest bewegen.
T.a.v. feit 8
Over [slachtoffer 7] verklaar ik dat ik meerdere keren met haar gestretcht heb. Zij wilde in de selectiegroep en daar is ze later voor geselecteerd. Het kwam wel voor dat als een meisje in de stretchhouding wegdraaide dat ik zei dat ze haar lichaam recht moest houden.
T.a.v. feit 9
Het klopt dat [slachtoffer 8] danskleding bij mij heeft gepast. Daarbij raakte ik met de hand de onderkant van de body. Ik heb haar ook gevraagd een andere beha aan te doen. Ik heb tegen haar gezegd dat ze last van haar rug heeft vanwege haar borsten. Ik heb haar nek gemasseerd.
T.a.v. feit 10
[slachtoffer 9] danste ook bij de dansschool. Zij heeft in het demoteam gezeten en liep stage bij de dansschool. Het is een keer voorgekomen dat de knoopjes van haar bovenkleding niet voldoende dicht zaten. Ik heb toen tegen haar gezegd dat ‘ze’ - daarmee bedoel ik haar borsten - er zo uit vallen. De dag erna had ze een dikke trui aan en was ze boos en heeft ze me vermeden.
T.a.v. feit 11
[slachtoffer 10] heb ik persoonlijk begeleid, omdat zij vooruitgang wilde boeken in het dansen. Ik vond ook dat zij zich niet voor haar naaktheid moest schamen. Ik heb haar gemasseerd en heb haar gezegd dat zij haar borsten onder de douche moest masseren. Dit heb ik meerdere mensen geadviseerd. Ik heb één keer met haar afgesproken om te gaan stretchten. Zij gaf toen aan dat zij de stretchhouding waarbij ik aan de voorzijde van haar zat niet prettig vond.
[slachtoffer 11] heeft met mij gestretcht en ik heb haar gemasseerd. Zij zat in een team waarover ik zeggenschap had.
[slachtoffer 12] gaf les bij de dansschool. Ik heb regelmatig met haar getraind. Ik heb ook een keer met haar gestretcht.
T.a.v. feit 12
[slachtoffer 13] danste ook bij de dansschool. Het klopt dat ik op feestjes van de dansschool ben geweest, waar zij ook aanwezig was.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 september 2020, opgenomen op pagina 889 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van verdachte:
T.a.v. feit 1
Ik bracht [slachtoffer 1] uit de stretchhouding en ze kwam in een vlinderhouding. Daarin hadden we een gesprek en ik heb haar gevraagd of ze mij oraal wilde bevredigen. Ze was er huiverig over en toen zei ik: “Dan niet.” Toen ze mij vroeg of ze dat moest doen om in het demoteam te komen, zei ik tegen haar: “Ach, nee natuurlijk niet, je hoeft heus niet dit te doen om in een demoteam te komen.” We hadden een gesprek over het demoteam, waarom ze daar graag in wilde. Dat ze het nu wel echt graag wilde. Ze vroeg mij dus of ze dit moest doen, omdat ze dacht dat ze daarom in het demoteam kon komen. Ik zei toen tegen haar dat ze dit niet moest doen, je bent al goed genoeg als je zo door gaat dan kom je er vanzelf in. Toen zei ze tegen mij, maar het zou wel helpen toch? Toen zei ik tegen haar: “Dat weet ik niet?” Ik vroeg aan haar: “Zou je het erg vinden om te doen?” Vervolgens ging ze bezig. Ik heb haar haar vastgehouden. Ze heeft tussendoor Ice Tea gedronken. Ze is net zo lang doorgegaan totdat ik klaarkwam en ik pakte daarna een doekje voor haar en hierop heeft ze het uitgespuugd. En dit is twee keer gebeurd. Ik heb haar ook gezegd dat ze haar shirt wel uit mocht doen. [slachtoffer 1] zat eerst in een splithouding. Als iemand in de maximale stretchpositie zit, dan til ik diegene op om weer terug te komen. In deze houding kan iemand wel weglopen, maar dat is niet handig. Je moet gecontroleerd omhoog komen. Je beschadigt je spieren. Bij de vlinderhouding druk ik met mijn voeten op de knieën.
T.a.v. feit 2
Ik heb [slachtoffer 2] heel vaak gemasseerd. Ik masseerde haar liezen na het stretchen. Ik ben wel eens wat snel met mijn handen langs haar benen gegaan en dan ging ze een beetje omhoog. Ze heeft ook wel eens gezegd: “Nu zit je wel heel erg hoog”.
T.a.v. feit 9
Ik heb [slachtoffer 8] gemasseerd en zij heeft mijn liezen gemasseerd.
T.a.v. feit 1
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 september 2020, opgenomen op pagina 65 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [slachtoffer 1]:
Ik, [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2003, doe aangifte van een strafbaar feit tegen [verdachte] , gepleegd te [plaats 2] . Hij is de eigenaar van de dansschool en hij is ook docent daar. Het begon allemaal op 28 juli 2020. De les was afgelopen om 19.00 en [verdachte] kwam naar mij en [betrokkene 1] en hij zei dat wij moesten stretchen, want hij zei dat we achter liepen en daar zouden we beter van worden en toen zei [verdachte] : “Ik zie nu dat jij denkt ik wil met jou stretchen” en ik zei dat dit ook zo was. Toen was het 22.30 uur hij zei dat hij wel een half uur de tijd had. Hij had een matje op de grond gelegd en daar moest ik op gaan zitten. Mijn benen moest ik tegen de uiteindes van de bank of bed leggen. Hij ging dan op dat bed zitten tussen mijn twee benen in. Ik zat op de grond. Hij tilde mij op richting hem zodat ik steeds meer in een split terecht kwam. Ik moest me helemaal gaan ontspannen, mijn hoofd en mijn schouders, eigenlijk alles. Mijn hoofd kwam dan richting zijn kruis. Ik vond het ongemakkelijk en hij zei steeds dat ik moest ontspannen. Dus ik ontspande mijn hoofd uiteindelijk maar. Hij zei ook steeds waarom wil je in het demoteam en in welke team dan en dat hij zag dat ik heel goed aan het trainen was. Dat stretchen doet veel pijn en hij had twee spelletjes bedacht zodat ik van de pijn afgeleid zou worden. Hij had als eerste bedacht dat ik op zijn duim moest bijten en hij maakte er een spelletje van dat ik naar zijn duim moest toe happen. Hij trok de duim dan steeds weg. Dit deed hij met beide duimen en hij had bedacht dat ik mijn kaak helemaal open moest doen: helemaal wijd en dan de tong naar buiten, tong naar links, tong naar rechts tik je kin aan, tik je neus aan adem in door je neus, adem uit door je mond. Ik vond dat best raar; ik zat in een ongemakkelijke positie. Ik zat met mijn hoofd bij zijn kruis. Ik zag dat zijn geslachtsdeel groter werd. Ik merkte dat wanneer ik mijn kaak open moest doen dat ik mijn hoofd terugtrok, want ik wilde niet bij zijn geslachtsdeel komen. Dan zei hij dat ik mijn hoofd moest ontspannen. Hij had een speciale grijze broek aan en er zat een gat in ter hoogte van zijn kruis. Ik voelde zijn penis tegen mijn wang aan, zonder stof. Ik moest dan weer hetzelfde doen, mijn kaak weer open en toen probeerde hij het in mijn mond te stoppen. Ik ging steeds terug met mijn hoofd. Op een gegeven moment werd ik zo bang. Hij zei: “Bijt maar, bijt maar.” Hij wilde dat ik in zijn penis ging bijten, maar dat deed ik niet. Ik werd zo bang dus ik deed het maar. Ik dacht: “Straks kom ik niet in het team.” Ik gaf duidelijk aan dat ik niet wilde, ik zei “nee dat wil ik niet” en ik trok mijn hoofd steeds weg. Hij vroeg: “Vind je het heel erg om het af te maken?” Ik zei: “Ja dat vind ik erg”. Toen vroeg hij: “Vind je het echt heel erg?” en toen zei ik: “Ja” en toen stopte hij ook. Het was al 23.30 uur. Ik gaf aan dat ik nu weg moest, maar je kan iemand niet zomaar uit de stretch halen, want dan kun je geblesseerd raken. Hij haalde mij langzaam uit de stretch. Dit duurde ongeveer 10 minuten. Toen hij klaar was gingen we naar buiten en hij zei: “Sorry dit had niet moeten gebeuren, dit moet je tussen ons laten.” Hij zei: “Zal ik je tante even bellen, dan breng ik je naar huis.” Hij fietste met mij mee richting mijn huis.
Een volgende keer (15 augustus 2020) stretchte ik weer met hem. Ik had gezegd dat ik tot 15.00 uur de tijd had. Ik moest weer in de stretch gaan zitten, hij begon weer met zijn duimspel en dat met die kaak weer. En ik moest weer de dingen doen die hij zei. Ik zei weer: “Nee, nee, nee.” Hij vroeg mij: “Wil je het ook niet doen als je iets van mij krijgt?” Ik zei eerst nee, maar ik was ook wel benieuwd wat hij zou zeggen. Dus ik vroeg aan hem: “Wat zou ik dan van jou moeten krijgen? Hij zei hierop: “Wat zou je willen?” en toen zei ik tegen hem: “Ik hoef niets van jou.” Hij negeerde mij even 10 minuten. Hij begon daarna weer dat ik echt graag in het team wilde. Ik was er zo hard mee bezig en als het niet nu zou zijn dan volgend seizoen. Toen ging hij het weer proberen en ik werd toen heel erg bang en mijn ademhaling ging toen ook heel erg raar doen. Ik werd echt bang en hij zei dat ik aan het hyperventileren was, doordat mijn adem zo raar deed. Hij had daar een flesje Ice tea staan en daar moest ik wat van drinken. Ik had wat gedronken en ik moest hem weer pijpen van hem en ik was zo bang dus ik deed het maar en hij hield ook mijn hoofd vast, dus ik kon geen kant op. Op dat moment begon hij ook aan mijn borsten te zitten en ik zei dat ik het niet wilde en schudde ook met mijn hoofd, maar hij negeerde dat en hij ging gewoon door. Toen kwam hij op een gegeven moment klaar. Hij gaf mij een doekje om het uit te spugen. Toen ik het uitgespuugd had, ben ik weggegaan. Tijdens het uitspugen zag ik dat er vlekken op mijn sporttopje waren gekomen. Hij had mij na het drinken van de Ice Tea in een andere stretch positie gezet: dit was een kleermakerszit stretch; hij noemt het een vlinderstretch. Tijdens deze stretch had hij zijn benen over mijn benen heen voor het oprekken. Tijdens het stretchen moest ik van hem mijn shirt uit doen.
De week erna (24 augustus 2020) ben ik nog een keer gegaan. Op een zaterdag vroeg hij aan mij of we vanavond morgen of maandag gingen stretchen, want hij ging op vakantie. Ik gaf aan dat alle dagen voor mij niet uitkwamen. Toen vroeg mij hoe laat ik maandag naar school moest. Ik gaf eerlijk aan dat ik om 11.30 uur op school moest zijn. Dus hij zei: “Dan ben je om 09.30 uur op de dansschool.” Toen gingen we stretchen, moest mijn shirt meteen uit en uiteindelijk ging het weer zoals de vorige keren, zoals duimhappen en dat met mijn kaak. Ik moest hem weer pijpen en ik zei: “Ik wil dit niet.” Hij zei dat het de vorige keer zo goed ging. Ik zei dat ik de vorige keer ook niet wilde. Hij begon aan mijn borsten te zitten en ik zei dat ik dit niet wilde en hij zei: “Oh, nu is het verboden gebied.” Ik zei dat ik het de vorige keer ook niet wilde. Ik moest hem weer pijpen, maar dit ging nu veel harder en ik moest nu ook kokhalzen. Hij deed zijn hand ook weer op mijn hoofd. Hij kwam weer klaar in mijn mond. Ik rende overstuur naar de wc. Mijn wekker van school ging ook af hij zei dat ik het moest afmaken. Hij gaf me weer een doekje. Na deze laatste keer had ik een keelontsteking.
Die keer [7] zat ik in de stretchpositie. Op een gegeven moment merk ik dat zijn penis erbij komt. Ik kan dan zelf niet meer uit die stretch komen. Op een gegeven moment zegt hij dan wel: “Doe maar, bijt maar.” Maar dat is niet het eerste moment waarop ik merk dat die penis er weer bij komt. Als ik merk dat die penis erbij komt, probeer ik het te negeren door mijn hoofd weg te doen, door die penis te ontwijken. Mijn lichaam van de penis afwenden. Hij zei steeds weer: “Je moet naar het midden gaan. Je moet ontspannen.” Ik probeerde steeds mijn hoofd af te wenden. Hij zegt dan dat ik moet luisteren en dan doe ik maar wat hij wil. Ik was echt bang. Ik heb het gevoel dat wanneer ik niet doe wat hij wil dat ik dan niet in het team kom. Hij is ook onvoorspelbaar, ik kan niet zo goed peilen hoe hij kan reageren. Maar het is vooral dat wanneer ik niet doe wat hij wil dat ik dan niet hard genoeg werk en dat ik dan niet graag genoeg wil en dan kom ik dus niet in dat team. Op een gegeven moment zegt hij: “Bijt maar, doe maar.” Dan bijt ik op mijn tong en op dat moment duwt hij wel zijn penis tegen mijn wang en dan voelt hij wel dat mijn kaken heen en weer ging van het bijten op mijn tong. Ik deed net alsof ik niet begreep wat ik moest doen. Dat veranderde op het moment dat ik bang werd. Hij bleef maar doorgaan. Hij duwde ook echt zijn penis tegen mijn lippen. Hij duwde door en dan kwam zijn penis tegen mijn tanden. Ik was echt bang en ik dacht doe dan maar, straks wordt hij boos en kom ik niet in het team. Hij begon ook met zijn handen aan mijn achterhoofd te duwen en aan mijn staart te trekken. Hij duwde mij naar zijn kruis. Zijn penis komt in mijn mond en hij wil zo diep mogelijk. Eerst deed ik niks, maar op een gegeven moment ging ik toch luisteren naar wat hij vroeg. Eerst bijten en daarna zachtjes zuigen en dat moest ik dat steeds harder doen en ik deed het wel ietsjes harder maar uiteindelijk was het zijn hand die mijn hoofd ging besturen zodat hij het tempo ging bepalen. Het stopte omdat hij klaarkwam. Ik heb steeds geprobeerd tegen te stribbelen, ik heb ook wel nee geschud, maar uiteindelijk kon ik niet anders dan meewerken. Mijn ademhaling ging raar doen op het eerste moment dat zijn penis in mijn mond kwam en dat hij zei bijt er maar op, doe maar, zuig er maar aan. Ik deed op dat moment nog niks en toen werd mijn ademhaling slecht en zei hij dat ik aan het hyperventileren was. Ik moest toen wat van hem drinken. Vervolgens zet hij mij in de vlinderstretch. Hij doet dan zijn benen over mij heen. Mijn gezicht is dan ter hoogte van zijn kruis. Toen moest ik hem weer pijpen. Hij zei dat ik zachtjes moest bijten en zuigen en hij duwde zijn penis tegen mijn lippen aan. Ik schudde nee met mijn hoofd. Hij deed zijn handen weer op mijn hoofd en hij ging mijn hoofd weer besturen zodat mijn hoofd weer heen en weer ging. Het stopte toen hij klaarkwam. Het sperma liep in mijn mond. Dit voorval vond plaats in de middag. Hij rekte steeds de tijd. Ik appte [getuige 3] dat ik later was en dat ik het later uit zou leggen. Toen ik bij haar kwam vertelde ik wat er gebeurd was en ook dat ik dat topje nog aan had. Het shirt en sporttopje heeft zij in een zak gedaan. Ik danste elke dag 2 à 3 uur, 5 dagen in de week. Ik had als doel om in een demoteam te komen. Daar trainde ik hard voor. Ik heb geen andere dingen in mijn leven waar ik ruimte voor heb. Mijn vriendschappen zijn allemaal bij de dansschool. [verdachte] weet dat mijn relatie over was. Hij weet ook dat ik bij mijn tante en [slachtoffer 8] woon en dat ik naar [slachtoffer 8] opkijk. Hij weet van mijn onzekerheden en van mijn kwetsbaarheid.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 22 september 2020, opgenomen op pagina 529 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [getuige 3]:
Ik, [getuige 3] , dans bij de dansschool [plaats 2] [dansschool] . [slachtoffer 1] heeft dingen met mij besproken. De allereerste keer dat we het erover hadden was in de zomervakantie van 2020. We gingen naar het zwembad. Dat was op 10 augustus 2020. [slachtoffer 1] vertelde: “Ik heb ook gestretcht met [verdachte] .” Ze was een beetje ongemakkelijk. Ik merkt aan [slachtoffer 1] dat ze het lastig vond om te vertellen. Ik merkte wel dat ze iets kwijt moest. Uiteindelijk vertelde ze stap voor stap wat er gebeurde. Ze zei dat ze ging stretchen bij [verdachte] en dat hij haar steeds verder duwde. Dat ze op duimen moest bijten. En daarna was er iets anders in haar mond. Ze vertelde niet wat dat was, maar aan de manier waarop ze het mij vertelde wist ik het wel. Op het moment bij het zwembad vertelde ze dat dus niet expliciet, maar later heeft ze me dat wel verteld. Ik zei tegen [slachtoffer 1] : “Wat vind je ervan als we het tegen mijn ouders zeggen, die kunnen ons helpen.” [slachtoffer 1] zei dat ze het goed vond om het te vertellen. [slachtoffer 1] vertelde die middag verder nog dat [verdachte] haar had gevraagd om nog een keer te stretchen. [slachtoffer 1] vond dat lastig omdat ze het gevoel had dat ze geen keuze had. De manier waarop [verdachte] appt, snapt en praat is alsof je er niet onderuit kunt. Hij geeft je het gevoel dat je geen nee kunt zeggen. Daarna spraken [slachtoffer 1] en ik snel af bij mij thuis. Ik denk dat we een kleine week daarna weer bij elkaar waren. Die keer dat [slachtoffer 1] bij ons kwam, had ze het nog niet aan haar tante verteld. Mijn vader sneed het onderwerp aan en [slachtoffer 1] vertelde toen wat er was voorgevallen. Ze vertelde eigenlijk hetzelfde aan mijn ouders, als wat ze aan mij in het zwembad had verteld. Tijdens het verhaal dat [slachtoffer 1] deed, vroeg mijn moeder wat er nu precies in haar mond had gezeten. [slachtoffer 1] vertelde dat het de piemel van [verdachte] was. Mijn ouders adviseerden [slachtoffer 1] haar om het aan haar tante te vertellen en om aangifte te doen. [slachtoffer 1] was wel bang voor de reactie van haar tante, ze was vooral bang dat ze niet meer zou mogen dansen. [slachtoffer 1] heeft met mij gesproken over een topje. Dat was toen we gingen afspreken samen. Ze kwam van het stretchen met [verdachte] . Mijn ouders waren op dat moment nog niet op de hoogte. Ze vertelde dat ze een topje had en dat daar viezigheid op zat, althans op de sportbeha. Ze vertelde dat het vocht was van [verdachte] . Ze vertelde dat dit kwam van het stretchen. Ze had tijdens het stretchen haar shirt uitgedaan en die viezigheid was op haar beha terecht gekomen. Ze vroeg zich af of ze de beha moest bewaren. Ik weet dat het meerdere keren iets is gebeurd tussen [slachtoffer 1] en [verdachte] . [verdachte] “snapte" haar steeds en daardoor voelde ze druk en durfde ze geen nee te zeggen. [slachtoffer 1] is heel gedreven. Dans staat bij haar echt op één. Ze wil heel graag in een team en daar gaat ze dan ook helemaal voor.
5. Een geschrift, inhoudende een uitdraai van
whatsapp-gesprekken tussen [getuige 3] en [slachtoffer 1], opgenomen als bijlage achter de getuigenverklaring van [getuige 3] vanaf pagina 538 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende:
[23-07-2020 22:24:47] [getuige 3] : Hee [slachtoffer 1] , ik kan morgen toch niet naar dans komen.
[23-07-2020 22:25:18] [getuige 3] : Dus ik zie je dan niet meer voor de vakantie he, wel jammer.. vandaag vond ik het zoo gezellig samen
(…)
[10-08-2020 13:54:25] [slachtoffer 1] : Hey schat
[10-08-2020 13:54:34] [slachtoffer 1] : Denk dat ik iets later ben
[10-08-2020 13:54:44] [slachtoffer 1] : Werd even niet zo lekker dus moest even gaan zitten
[10-08-2020 13:54:56] [slachtoffer 1] : Ik vertrek over +- 10 minuutjes
[10-08-2020 13:56:14] [getuige 3] : Oh nee, doe maar rustig aan [slachtoffer 1] goed drinken!
[10-08-2020 13:56:51] [getuige 3] : Is goed, tot zoo
[10-08-2020 14:43:16] [getuige 3] : [slachtoffer 1] , ben je onderweg?
[10-08-2020 18:36:05] [slachtoffer 1] : Ik vond het echt leuk vandaag, en ben echt blij dat ik met je heb kunnen praten vandaag
[10-08-2020 20:02:09] [getuige 3] : Ah wat lief [slachtoffer 1] , ja heel gezellig was het! Ik vind het echt fijn dat je mij vertrouwt hierin, we gaan snel wat leuks doen deze week en we vinden er wat op, het zal je niet nog een keer gebeuren.
[10-08-2020 22:30:24] [slachtoffer 1] : Hou van jou [getuige 3]
(…)
[14-08-2020 16:52:43] [slachtoffer 1] : Hoe laat zal ik morgen bij je komen?
[14-08-2020 16:53:12] [slachtoffer 1] : Ik kan wel pas vanaf 15:00 richting [plaats 3] komen denk ik, misschien is het leuk om samen te gaan eten
[14-08-2020 19:08:56] [getuige 3] : Ja dat is goed hoor, dan spreken we gewoon aan het eind van de middag af met eten, leuk!
[15-08-2020 15:04:20] [slachtoffer 1] : Over een kwartiertje ben ik klaar en dan kom ik jouw kant op
[15-08-2020 15:04:34] [slachtoffer 1] : Dus denk dat ik er rond 16:00 ben
[15-08-2020 15:14:01] [getuige 3] : Ooh geeft niet, is goed hoor
[15-08-2020 15:25:25] [getuige 3] : En [slachtoffer 1] , ik heb mijn ouders nog niks verteld, ik wist niet zo goed hoe en wat. Dus dat kan dan nog, maar ik heb er zin in tot zo
[15-08-2020 16:22:18] [slachtoffer 1] : Mijn bus is er over 5 minuutjes
[15-08-2020 16:22:27] [slachtoffer 1] : Sorry dat het allemaal zo laat geworden is
[15-08-2020 16:22:48] [slachtoffer 1] : Maar ik vertel je straks alles
[15-08-2020 16:23:17] [getuige 3] : Ah ja, geeft niet hoor ik hoor het zo!
[15-08-2020 16:23:51] [getuige 3] : Ben je er dan ongeveer kwart voor? Dan wacht ik je op
(…)
[17-08-2020 12:06:55] [getuige 3] : Hee [slachtoffer 1] , weet je al wat je vandaag gaat doen met [verdachte] ? Ik vind het eng om eerlijk te zeggen. Ik persoonlijk vind dat je niet meer moet stretchten 1 op 1. Maar ik snap wat je denkt en wat je doel is met het demoteam, dus wil je alsjeblieft voorzichtig doen [slachtoffer 1] . En grenzen aangeven waar nodig, hoe moeilijk het ook is. Ik ben er voor je
[17-08-2020 12:23:11] [slachtoffer 1] : Heyy [getuige 3] , vandaag ga ik niet heb morgen met hem afgesproken ik ga hem dan ook zeggen dat dat de laatste keer is omdat ik het gewoon heel druk krijg weer enz. Ik ga voor dat we beginnen duidelijk aangeven puur stretchen niet meer. Vind het echt heel lief dat je me appt. Ik zal zeker voorzichtig doen. Dankjewel [getuige 3] , ben echt heel blij met onze vriendschap
[17-08-2020 13:42:14] [getuige 3] : He ik heb het net verteld aan mijn ouders. Zij reageerden goed, ze willen jou graag helpen! Net als ik had verwacht. Wat zij voor nu zeggen is dat je niet l op l moet afspreken. Je kunt het best een smoesje verzinnen om niet te gaan. En als je het fijn vindt kunnen we samen even praten, met mn ouders erbij. Ik weet zeker dat zij goed kunnen helpen. En je moet ook even je verhaal kwijt kunnen, dat kan bij hun. Dus als je wilt kunnen we even een avondje afspreken, zeg maar wanneer je kan. En het liefst niet l op l afspreken met [verdachte] , dat lijkt mij en mn ouders het best.
[17-08-2020 13:43:20] [getuige 3] : Het is een heel lang bericht, sorry daarvoor.. maar ik ben best opgelucht nu ik het heb verteld, en ik denk dat jij dat ook bent daarna. Ik wil niet dat je dit alles alleen doormaakt. Dus ik ben er voor je en mijn ouders ook!
[17-08-2020 15:39:07] [slachtoffer 1] : Ahh Ben echt heel blij dat je ouders en jij mij willen helpen. Da ik kan idd het best een smoesje bedenken ik durf ook echt niet meer alleen met hem te zijn. Da dat is een goed idee! Ik dacht misschien als het voor jou en je ouders uit komt vrijdag avond?
(…)
[25-08-2020 23:14:08] [slachtoffer 1] : Hey schat
[25-08-2020 23:14:44] [slachtoffer 1] : Wil je nog even op de hoogte stellen dat ik zaterdag misschien stappen ga ondernemen
[26-08-2020 08:39:02] [slachtoffer 1] : Na het gesprek van zaterdag ga ik ook naar mijn tante.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 25 september 2020, opgenomen op pagina 116 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [getuige 2]:
[slachtoffer 1] is als een dochter voor me. Officieel is ze mijn nicht. Vrijdag 28 augustus 2020, heb ik te horen gekregen wat er is gebeurd. [slachtoffer 1] had keelpijn en ik wilde niet dat ze naar een afspraak ging. [slachtoffer 1] barstte in tranen uit. Het was een groot emotioneel drama. Ze zei: “Mijn keel komt inderdaad door [verdachte] .” Ik vroeg wanneer. Ze zei: “lk had afgelopen maandag ook al keelpijn.” Ik vroeg haar wat er was gebeurd. Ik moest naar de dansschool voordat ik naar school moest, dat was al om half tien ‘s ochtend. Ze vertelde niet uit haar zelf en ik vroeg haar dingen. Ze zag hoe ik schrok. Ik hoorde dat ze zei dat er dingen waren gebeurd. Ze vertelde niet in details. Ze vertelde ook dat ze DNA materiaal had, maar dat dit niet van de maandag was. Ik vroeg hoe vaak er iets was gebeurd. Ze vertelde dat er in ieder geval vijf keer iets gebeurd was, de eerste keer was 27 juli 2020 zo vertelde ze. [slachtoffer 1] vertelde op dat moment geen details. Ze heeft me later verteld dat ze dit niet kon. Ze voelde zich schuldig, ze schaamde zich, ze zag dat ik heel erg schrok. Ze was bang dat ik haar meteen van de dansschool zou halen. Ik dacht hoe heeft [verdachte] zich dit in zijn hoofd kunnen halen. Bij [slachtoffer 1] ligt al een trauma, [verdachte] is op de hoogte. Hij kent al die kinderen door en door. Hij weet dat [slachtoffer 1] bij mij woont en niet bij haar moeder. Het was net uit met haar vriendje. [verdachte] weet dat [slachtoffer 1] een heel kwetsbaar meisje is.
Op 27 juli 2020 heb ik [slachtoffer 1] een app berichtje gestuurd. Het was rond 23.00 uur en ik vroeg haar waar ze bleef. Naar aanleiding van dit berichtje werd ik later gebeld door [verdachte] met [slachtoffer 1] haar telefoon. Hij vertelde dat de les was uitgelopen en dat ze hadden gestretcht.
7. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 31 maart 2021 opgemaakt door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Noord-Nederland, voor zover inhoudende
als verklaring van [slachtoffer 8]:
Ik weet nog dat op een avond [verdachte] belde dat hij met [slachtoffer 1] had gestretcht en dat hij
haar thuis zou brengen omdat het al laat was. Hij had mijn moeder gebeld. Zij vond dat wel
vreemd, maar [verdachte] gaf aan dat hij [slachtoffer 1] ook thuis zou brengen. Mijn moeder ging
akkoord omdat zij het prettig vond dat [slachtoffer 1] naar huis werd gebracht. [slachtoffer 1] kwam
toen heel laat thuis en ze was overstuur, anders. Ze wilde er echter niets over zeggen.
T.a.v. feit 2
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 1 september 2020, opgenomen op pagina 248 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [slachtoffer 2]:
Ik, [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 3] 2001, doe aangifte van een strafbaar feit gepleegd te [plaats 2] door [verdachte] in de periode tussen 1 november 2019 en 24 februari 2020. Hij is mijn dansleraar van [plaats 2] [dansschool] . Ik ken hem sinds ik 6 jaar ben. [verdachte] is de baas. Hij heeft ook les gegeven en hij traint demoteams. Demoteams bestaan uit een groep dansers die aan wedstrijden meedoen. Ik geef ook dansles bij de dansschool. Ik begon met het stretchen met [verdachte] in de laatste twee maanden van 2019. Ik heb toen kort even rust gehad en daarna begon ik er begin 2020 weer mee. Ik danste veel op de dansschool. Ik groeide wel qua dansen, maar ik moest leniger worden om professioneel danser te worden. Ik wilde bepaalde doelen bereiken en daar had ik het met [verdachte] over. [verdachte] gaf aan dat hij wel met mij wilde stretchen zodat ik beter kon worden. We spraken af drie keer in de week ongeveer. Soms twee keer in de week. Ik heb bij hem gestretcht van het einde van 2019 tot halverwege februari 2020. Mijn doel is om naar Amerika te gaan om daar professioneel te gaan dansen.
Bij het stretchen moest ik met mijn benen in een split tegen de bank gaan zitten. Ik merkte dat ik dicht bij zijn kruis zat. Hij zat op de bank met zijn benen over mijn benen heen en zijn benen zaten aan beide kanten van mijn lijf. Hierdoor zat ik met mijn gezicht in zijn kruis. Hij vroeg mij telkens mijn hoofd te ontspannen. Ik voelde me heel ongemakkelijk. Hij had een gat in zijn broek bij zijn kruis. Ik zag zijn piemel door het gat heen. Na het stretchen ging hij mij masseren. Mijn buik lag op de bank en mijn knieën op de grond. Mijn kont was dan naar achter. Hij zat achter mij. Ik heb een handdoek om en hij ging de binnenkant van mijn benen masseren. Dat deed hij bij mijn lies, want die deed best wel pijn doordat ik een half uur in de stretch had gezeten. Op een gegeven moment ging hij wel heel hoog, dichtbij mijn kruis. Hij ging toen niet verder, maar hij zat wel heel dicht achter mij en ik voelde zijn geslachtsdeel tegen mij aan. Dat vond ik een heel onprettige houding. De eerste keer heeft hij mijn geslachtsdeel niet aangeraakt. Soms masseerde hij aan het einde nog mijn borsten. Dan ging hij meestal voelen vlakbij mijn oksel. Daar zitten klieren, zei hij. Ik was vaak verkouden en als het pijn deed dan kon hij wel helpen omdat mijn klieren vaak opgezet waren. Hij kwam dicht bij mijn borst en op een gegeven moment was hij mijn borsten aan het masseren in plaats van mijn klieren. Vaak was zijn duim aan de ene kant van mijn borst en de vingers aan de andere kant van de borst. Hij ging dan met zijn hand in mijn beha. Hij raakte van mijn borst eigenlijk alles, behalve de tepel, aan. Meestal deed hij dat aan het einde. Bijna elke keer. De eerste keer dat hij aan mijn geslachtsdeel zat, was denk ik de tweede week dat ik ging stretchen. Eigenlijk ging het weer als normaal. Warming up, stretchen met voeten tegen elkaar knieën naar buiten, stretchen tegen de bank. Alles ging het zelfde. Daarna ging hij masseren en ging hij met zijn handen steeds hoger. Toen merkte ik dat hij mijn onderbroek opzij deed en dat hij met zijn hand in mijn onderbroek ging. Ik voelde dat hij met zijn vinger bijna in mijn geslachtsdeel ging. Ik durfde niets te zeggen, ik was verstijfd. Aan het einde ging hij mijn borsten weer masseren. Dit was ook de keer dat hij dicht achter mij zat en dat ik zijn geslachtsdeel tegen mijn kont en tussen mijn benen voelde. Hij was mijn lies aan het masseren. Toen ging hij steeds verder naar binnen. Hij ging steeds verder naar de binnenkant en ik merkte dat hij mijn onderbroek opzij deed. Ik merkte dat hij steeds verder naar mijn geslachtsdeel toe ging. Hij ging mijn geslachtsdeel eigenlijk masseren. Hij ging met zijn vingers aan mijn geslachtsdeel zitten. Hij was aan het masseren met zijn vingers en toen voelde ik ook dat hij bijna met zijn vinger in mijn geslachtsdeel ging. Hij raakte mijn schaamlippen en het gedeelte waar je je tampon in doet aan. Hij ging rondjes masseren. Dat deed hij ook bij mijn geslachtsdeel. Hij stopte op een gegeven moment, maar daarna voelde ik zijn vinger dat gat in gaan. Als je het vergelijkt met een tampon, zou die tampon er denk ik half zijn ingegaan. Hij heeft mijn been gemasseerd. Ook ging hij mijn kont masseren omdat hij zei dat mijn kont gespannen was. Hij deed de handdoek opzij omdat hij er anders niet bij kon. Ik voelde zijn geslachtsdeel bij mijn kont en tussen mijn benen. Ik voelde dat het een glibberige huid was. Ik voelde dat met mijn hand. Dat masseren gebeurde na elke stretchtraining. Hij zat dan altijd met zijn vinger bij mijn geslachtsdeel, maar er niet altijd in. Dat is wel meer dan één keer gebeurd. Ik was gewoon heel bang. Hij is best intimiderend. Ik was bang om iets te zeggen om iets te verliezen. Om de dansschool of mijn baan te verliezen. Ik heb de laatste keer gezegd dat hij moest stoppen. Eén van de laatste keren heb ik gezegd dat ik het niet fijn vond. Na die keer ben ik nog twee keer geweest. Ik had de hoop dat het niet meer zou gebeuren omdat ik had aangegeven dat ik het niet prettig vond. Maar hij bleef het doen. Hij bleef aan mijn geslachtsdeel zitten en ik zat weer klem tussen de bank en hem. Hij bleef dichterbij schuiven.
Hij heeft tegen mij gezegd dat als ik niet met hem ging trainen ik niet in Amerika zou komen, dat ik het niet zou bereiken als professioneel danseres. Dat is echt mijn doel. Hij liet altijd lijken dat hij alles wist en dat hij je met alles kon helpen en zou zorgen dat hij je bracht op de plek waar je wilde komen. En omdat ik zo graag naar Amerika wil, bleef ik naar hem toegaan.
T.a.v. feiten 3 en 4
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 september 2020, opgenomen op pagina 290 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [slachtoffer 3]:
Ik, [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag 4] 2005, doe aangifte tegen [verdachte] wegens seksueel misbruik gepleegd te [plaats 2] . Ik ken [verdachte] vanaf mijn 10e jaar. Ik ben toen op de dansschool [plaats 2] [dansschool] gekomen.
[verdachte] is de baas van de dansschool [plaats 2] [dansschool] en hij geeft les en runt
de dansschool. Het stretchen is ongeveer een jaar geleden begonnen. Hij begon mij aan
te raken op plekken, die ik niet wilde hebben. Hij ging mij masseren. Hij raakte mij aan op mijn kont, borsten en geslachtsdeel.
[verdachte] wilde mij trainen. De eerste training was ergens in september 2019 en de laatste keer was op 24 augustus 2020. De eerste training moest ik me opwarmen op de dansschool. Hij vroeg wat ik wilde bereiken met dansen en wat mijn doelen waren. Hij zei dat hij mij daarbij wilde helpen. Daarna ging hij me helpen met stretchen zodat ik de split en de spagaat zou kunnen en leniger en beter zou worden. Ik gaf in dat gesprek aan dat ik naar Amerika wilde en dat ik les wilde gaan geven. Ik wilde er veel voor gaan trainen. Hij wilde mij daarbij wel begeleiden. Hij kan regelen dat ik les kan geven op andere dansscholen. Hij ging mij daarvoor trainen. Hij vond dat ik leniger moest zijn en hij wilde mij daarbij wel helpen. We hadden afgesproken om te gaan stretchen en het solo even te laten zitten. Ik moest eerst leniger worden. We spraken dan een dag af en een tijd om te gaan stretchen. Dat was dan twee keer in de week. Je had een bank en daar moest je in een split tegenaan gaan zitten. Ik zat tegen de bank met mijn benen wijd in de split. Hij zat op de bank en hij trok je dan tegen de bank aan. Hij had mij bij mijn rug vast. Dat stretchen was heel pijnlijk. Hij droeg dan die grijze broek. Hij vroeg of ik dan wel aan zijn geslachtsdeel wilde zitten. Je kon ook zien dat hij vaak een stijve kreeg als ik in die positie zat. Hij droeg een soort pyjama broek. Hij had knoopjes van voren en er stonden altijd twee of drie knoopjes open. Dat hij mij vroeg om zijn geslachtsdeel te zitten was denk ik de 6e of 7e keer stretchen. Dat ging als volgt. Dat stretchen deed pijn en toen zei hij dat je afleiding moest zoeken. Hij vroeg toen of aan zijn geslachtsdeel wilde zitten. Ik schrok er best wel van en ik heb gezegd dat ik dat niet wilde. Ik mocht toen uit de positie en ik mocht toen wel weg. Uit die positie kun je niet zelf. Hij gaat dan achter je staan. Hij trekt je dan heel voorzichtig naar achteren. Hierdoor kun je dan je benen weer sluiten. Daarna kun je weer opstaan. Hij deed het drie of vier keer niet. Toen vroeg hij het weer of ik aan zijn piemel wilde zitten en ik weigerde. Ik zei dat ik dat niet wilde en dat ik dat niet ging doen. Hij zei hier niets op. Hij liet me toen wel extra lang in de positie zitten. Hij ging me toen ook harder naar de bank trekken, wat hij normaal niet deed. Ik zat wel anderhalf uur in deze positie. Normaal is het na drie kwartier of een uur wel klaar. Daarna vroeg hij me of ik hem wilde pijpen en hij wilde me masseren. Daarna ging hij steeds verder. Er wordt niets gezegd tijdens het trekken naar de bank. Ik huilde alleen maar omdat het erg pijn deed. Toen hij mij vroeg om hem te pijpen zat ik in een split en ik zag dat hij een stijve piemel kreeg. Het deed pijn en hij zei dat ik afleiding moest zoeken. Toen vroeg hij of ik hem wilde pijpen. Ik kon door de broek heen zien dat hij een stijve kreeg. De knoopjes stonden open en de piemel kwam er doorheen. Dat had ik gezien vanaf de tweede of derde keer. Mijn hoofd zit tegen zijn buik, er is dan eigenlijk geen afstand tussen mij en [verdachte] als ik in die positie zit. Als je in die positie had gezeten, haalde hij jou eruit. Je moest dan op je knieën gaan zitten. Je zit dan op je onderbenen, je bovenlichaam is omhoog, maar je leunt voorover op je ellebogen op de bank. Hij masseert je nek. Hij ging naar mijn billen en benen. Hij zat dan aan mijn billen. Hij ging mijn benen masseren en raakte dan mijn geslachtsdeel aan. Hij masseerde mijn billen ook. Hij kneep erin en wreef erover heen. Ik vond het niet kunnen en ik wilde dat ook niet. Ik heb dat tegen hem gezegd. Het masseren was op de blote huid. Hij ging eerst bij mijn knieën. Hij ging dan steeds verder naar boven tot aan mijn lies. Hij masseerde steeds verder naar boven tot aan mijn geslachtsdeel. Hij raakte ook mijn geslachtsdeel aan, maar dat had er niets mee te maken, want dat was niet gestretcht. Dus hij hoefde dat helemaal niet aan te raken. Hij masseerde mijn lies en toen deed hij zijn hand in mijn onderbroek. Hij wreef dan over mijn geslachtsdeel. Ik trok dan weg naar de zijkant of naar achteren. Hij ging dan gewoon weer verder met het aanraken van mijn geslachtsdeel. Bij de clitoris, richting het plasgaatje, tussen de schaamlippen. Ik zeg dat ik het niet wil, maar hij gaat gewoon verder. Het stopt als hij er genoeg van heeft. Dan stopt hij ook met masseren. Dit wrijven en masseren van je geslachtsdeel is vaak gebeurd. Bij de eerste keren masseren gebeuren die handelingen niet. Na 5 of 6 keer masseren gebeuren die handelingen. We stretchten pas in januari 2020 tot aan maart 2020 volop. Hij heeft mij in 2019 gevraagd om hem te pijpen, maar de daadwerkelijke handelingen begonnen in januari 2020. Ik denk dat de handelingen tijdens het masseren rond de 15 keer gebeurd zijn. In augustus begon het stretchen weer. Hij deed weer precies hetzelfde tijdens het masseren. De laatste keer dat er handelingen tijdens het stretchen hebben plaatsgevonden was maandag 24 augustus 2020. Na de eerste ervaring ben ik teruggegaan. Ik wilde gewoon beter worden. Hij had gezegd dat hij mij ermee kon helpen. Ik wist niet wanneer ik weer zo’n kans zou krijgen om les te geven op een dansschool als ik ermee zou stoppen. [verdachte] heeft een keer tegen mij gezegd dat als ik hem zou pijpen ik minder buik- en rugspieroefeningen hoefde te doen. Maar ik heb toen gezegd dat ik dat niet wilde en toen moest ik de oefeningen wel doen. Ik had best wel veel vertrouwen in [verdachte] . Hij heeft mij ook gezegd dat als ik 16 jaar was ik op onze dansschool les mocht geven.
T.a.v. feit 5
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 11 september 2020, opgenomen op pagina 355 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [slachtoffer 4]:
Ik, [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedag 5] 1999, doe aangifte tegen [verdachte] wegens seksueel misbruik gepleegd te [plaats 2] in 2016. [verdachte] kwam bij ons wonen, omdat hij een relatie had met mijn moeder. In het begin hadden we best wel ruzies. Hij bemoeide zich met mij. Hij had autoritair gedrag. Hij wilde dingen voor mij uitmaken. [verdachte] kreeg rond 2012 een relatie met mijn moeder [getuige 4] . [verdachte] nam echt direct een vaderrol. Hij controleerde mijn kamer of ik die wel schoon had gemaakt. Hij controleerde mijn school. Hij bepaalde hoe laat ik thuis kwam. Ik heb ook wel dansles van [verdachte] gehad.
Ik had een schouderblessure en hij wilde dat ik naar een therapeut hiervoor ging. Als ik dat niet zou doen, wilde hij me zelf behandelen. Ook mocht ik dan niet meer dansen van hem. Dansen is heel belangrijk voor mij. Ik heb daar mijn hele sociale leven. [verdachte] had een massagetafel gekocht en dit in een kantoortje in de dansschool geplaatst. Ik moest elke dag na school rond 16.00 uur van [verdachte] langskomen om behandeld te worden. Dit heeft wel een paar weekjes geduurd. Hij maakte dan steeds rare opmerkingen: dat ik dikke billen had gekregen en dat ik het lichaam van mijn moeder had gekregen. Ook vond hij dat ik te kleine beha’s droeg. De keer daarop dat ik er weer kwam, had hij een grotere beha gekocht voor mij. Tijdens het masseren raakte hij mijn borsten aan. Hij raakte mijn borsten aan tot net boven mijn tepel. Ik had wel een beha aan maar hij deed mijn bandjes naar beneden. Ik lag dan op mijn rug en hield mijn handen op mijn borsten om ze wat te bedekken. Hij duwde mijn handen dan weg. Ik zei tegen hem, dat het niet fijn voelde, maar hij luisterde daar niet naar. Hij maakte knijpende bewegingen. Dit was dagelijks dat hij dat deed. Hij heeft een keer mijn kruis aangeraakt. Mijn lies voelde toen niet zo fijn en hij ging toen mijn been masseren. Hij raakte daarbij mijn kruis aan. Ik was eigenlijk altijd wel verdrietig als ik op de massagetafel lag. Hij gaf aan dat hij het voor mij deed, maar toen zei ik dat dat voor mij niet hoefde. Hij is toen boos weggelopen. Ik had tegen mijn moeder gezegd dat ik het masseren door [verdachte] niet prettig vond. Zij zou met hem gaan praten zodat het niet meer hoefde. Maar toen ze terugkwam van het gesprek was ze helemaal omgedraaid. Ik moest er wel weer heen.
Ik lag bij de massages op mijn rug. Hij stond achter mijn hoofd. Hij zat dan met beide handen aan mijn schouders. Hij draaide rondjes met zijn handen en hij kneep of drukte wat. Hij ging steeds lager totdat ik zijn handen wegduwde. En dan ging hij weer hoog om zo weer naar beneden te gaan, totdat ik zijn handen weer wegdrukte. Ik had mijn handen over mijn borsten. Ik moest van hem wel ontspannen en mijn borsten loslaten, maar dat wilde ik niet. Hij zei ook vaak dat ik ze los moest laten, omdat hij er niet bij kon. Hij raakte mijn borsten boven mijn tepels aan de bovenkant en zijkant aan. Maar ik liet ze niet los. Vanaf het begin zat hij gelijk aan mijn borsten. Hij wilde mijn lies ook eens masseren. Ik wilde dat niet maar hij deed het gewoon. Hij ging de binnenkant van mijn linkerbeen masseren en ging steeds hoger. Hij raakte met zijn hand daarbij mijn kruis aan. Hij raakte mijn schaamlippen aan. Dit is eenmalig gebeurd.
Als ik niet ging, mocht ik geen dansles volgen en als ik daar niet heen kon had ik eigenlijk niets anders in mijn leven. Thuis zouden er ook ruzies zijn en hij zou dan ook ruzie krijgen met mijn moeder. Na een flinke ruzie over de massages is het gestopt. Ik heb het wel meerdere keren gezegd dat ik niet gemasseerd wilde worden door hem. Ik heb hem gezegd dat ik niet wilde dat hij op die plekken zat.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 15 september 2020, opgenomen op pagina 493 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [getuige 4]:
Vroeger werden de schouders van mijn dochter [slachtoffer 4] door [verdachte] gemasseerd. [verdachte] heeft gezegd dat hij dat wel zou doen, anders zou ze niet meer kunnen dansen. En dat dansen is natuurlijk heel belangrijk voor haar. Ze zei in die tijd al dat ze dat masseren niet prettig vond. Dat was denk ik in 2015. Ik weet het niet helemaal zeker, die jaren, maar ongeveer.
T.a.v. feit 6
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 september 2020, opgenomen op pagina 150 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [slachtoffer 5]:
Ik, [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedag 6] 2003, doe aangifte tegen dansdocent [verdachte] wegens aanranding, gepleegd te [plaats 2] op 9 juli 2020. In mijn vrije tijd dans ik heel veel. Ik werd door [verdachte] opgeleid tot docent, samen met [slachtoffer 6] . Wij waren bijna elke dag op de dansschool. Hij zet ons het echt op het kwetsbaarst dat mijn lichaam in zijn macht is. Ik ging stretchen met [verdachte] omdat ik beter moest worden. Ik moest meer kunnen dan de rest. Stretchen moet in een aparte positie. Je zit met je gezicht in zijn kruis, die positie moest ik aannemen. Ik merkte dat hij ging aaien over mijn rug, mijn haar vasthouden in een staart. Hij ging ook op een ander soort toon praten, van “Vind je dit fijn?”, seksueel eigenlijk. Ik merkte op een gegeven moment dat hij steeds dezelfde broek aan had waar een gat in zat bij zijn kruis. Hij moest zich altijd eerst omkleden voor het trainen. Hij deed elke keer die broek aan. Op een gegeven moment merkte ik dat hij er niks onder had. Ik zag het maar negeerde het. Het voelde niet goed. Toen ging ik daarna wel weer stretchen ik werd steeds gepusht: maandag, woensdag en vrijdag moest ik komen. En daarna kon ik docenttraining krijgen. Ik moest dus wel komen. Ik heb vaak gezegd dat ik geen zin had, dat ik niet kon. Ik werd ook wel wakker gebeld door [verdachte] waar ik bleef. Ik ging altijd heen met tegenzin, het deed pijn, het was ongemakkelijk. Ik ging toch heen. Een keer ging ik heen met veel tegenzin. Hij had diezelfde broek aan. Ik merkte dat zijn geslachtsdeel naar buiten drukte, hij leunde naar achter. Ik merkte dat zijn geslachtsdeel tegen mijn wang zat. Ik schrok en deed alsof ik super veel pijn had. Ik kan niet alleen uit die stretch komen, je scheurt dan. Hij haalde mij eruit. Ik was helemaal aan het huilen omdat dat gebeurde. Hij zei: “Het lijkt wel alsof je boos bent.” Ik zei dat het niet zo was, maar dat ik moe was en pijn had. Ik ben naar huis gegaan toen.
De privélessen zijn net voor 9 juni 2020 begonnen. Ik had van [getuige 8] gehoord dat [verdachte] mij als docent wilde misschien. Toen had ik een afspraak met hem op [dansschool] . Hij speelde op me in dat ik beter kon worden in mijn tussenjaar. Hij zei dat ik moest stretchen, meer uren maken, maar ook buiten de lessen privé met hem, krachttraining doen. Hij heeft mij gehersenspoeld, ik moest beter worden. Ik wilde die baan, ik wilde docent worden. Ik moest mij bewijzen dat ik ervoor wilde gaan en dat ik het aan kon. Hij wist dat ook van mij. De stretchoefening ging als volgt. [verdachte] zat op de bank, ik moest ervoor gaan zitten met mijn benen wijd. Ik moest met mijn hakken op de kussens. Ik moest met mijn armen om zijn nek en hij tilde mij dan in de split. Dan moest ik mijn armen om mijn middel dan zat mijn gezicht in zijn kruis. Zijn benen waren dan achter mijn benen. Ik bewoog mijn hoofd steeds omdat het ongemakkelijk was. Omdat ik de pijn moest vergeten, moest ik mijn kaak ver open doen, mijn mond. Ik moest dan mijn tong naar buiten van links naar rechts, kin aanraken. En hij zei ook dat ik moest ontspannen. Ik zat vaak te janken hij masseerde dan mijn nek en aaide over mijn rug. Ik moest oefeningen doen met mijn tong uit mijn mond. Dat moest ik wel 6 à 7 keer per les doen. Ik vond het niet fijn. Ik lag met mijn hoofd in zijn kruis, het gaf geen fijne vibe en ik dacht wat is dit voor bullshit.
Op 9 juli 2020 merkte ik dat ik zijn geslachtsdeel in mijn gezicht had. Ik ging stretchen en merkte dat hij een gat in zijn broek had. Ik had pijn en ik merkte iets van huid tegen mijn huid aan en dacht wat kan dat nou zijn. Toen ik doorhad dat zijn geslachtsdeel in mijn gezicht zat, flipte ik. Ik wilde naar huis. Terwijl ik in de stretchhouding zat, zat ik met mijn hoofd in zijn kruis en ik deed mijn ogen open en zag zijn geslachtsdeel door dat gat in zijn broek. Ik ging door met stretchen en toen voelde ik dat er iets tegen mijn wang aan zat, iets van vlees. Ik voelde huid, plakkerige huid, tegen mijn linkerwang aan. Zijn handen zaten achter mijn rug. Ik merkte dat het naar mijn linker mondhoek ging. [verdachte] zei dat ik die kaak oefeningen moest doen, mond open te doen en mijn tong uit te steken en van links naar rechts te bewegen. Ik deed het niet omdat ik dat niet wilde. Er schakelde iets in mijn hoofd, survival mode. “Ik moet weg, dit is niet goed, ik moet naar huis.” Ik zei: “Haal me uit de stretch.” Ik duwde me van hem af en zei dat hij mij eruit moest halen. Ik heb het op 11 juli 2020 aan [getuige 7] verteld.
T.a.v. feit 7
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 5 september 2020, opgenomen op pagina 176 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [slachtoffer 6]:
Ik, [slachtoffer 6] , geboren [geboortedag 7] 2002, doe aangifte tegen [verdachte] wegens seksueel misbruik, gepleegd te [plaats 2] tussen 1 juni 2020 en 10 augustus 2020. Ik dans op de dansschool [plaats 2] [dansschool] en dans daar nu vier jaar in een team en doe ook aan wedstrijden mee. In april of mei kwam [getuige 8] opeens naar mij toe. Ze vroeg aan mij wat mijn ambities waren in dans. [verdachte] en [getuige 8] hadden overleg gehad dat ze vonden dat ik wel les kon geven. Ik wilde dat wel heel graag. Een week later riep [verdachte] mij naar zich toe. In het laatste jaar was hij ook echt de trainer van mijn team. Hij vroeg aan mij of ik ook met hem wilde stretchen. Ik ging met hem stretchen in zijn kantoor op de dansschool. Bij de derde of vierde keer gebeurden er dingen waarvan ik dacht: “Dit klopt niet helemaal.” Bij het trainen droeg hij een grijze broek. Ik kwam erachter dat bij deze grijze broek een groot gat zat. Ik zag gewoon zijn penis daar uit steken. Ik zat op de grond, met mijn benen in de spreidzit. Ik zat tegen een bankje aan met mijn voeten. Hij zat op dat bankje en klemde zijn voeten om mijn benen daar achter neer. Hij tilde mij toen in een split. Ik lag zowat op zijn kruis. Ik heb dat als het ware in mijn gezicht gehad. De eerste keer voelde ik iets. De volgende keren tijdens het trainen ben ik op gaan letten. Ik zag toen dat het wel echt was wat ik zag. Hij had ontspanningsoefeningen. Ik moest mijn kaak open doen. Ik moest dan met mijn tong naar links en naar rechts. Mijn neus en kin aanraken. De laatste keren vroeg hij ook of ik op zijn duim wilde zuigen. Ik heb dat ook gedaan. Hij vroeg ook van “Ga maar bijten”. Hij zei ook weleens: “Ga maar harder zuigen.” Ik moest zijn duim dan pakken, zodat ik verder naar voren zou komen, zodat ik verder in een split zou gaan zitten. Hij wilde ook altijd dat ik mijn hoofd recht zou houden. Ik zou dan precies met mijn hoofd bij zijn kruis komen. Ik weet zeker dat ik zijn penis wel eens recht in mijn gezicht heb gehad. Ik heb het tegen mijn wang aan gevoeld. Ik moest dan ook weleens tussendoor even mijn wang afvegen omdat ik nattigheid voelde. Bij het stretchen zitten zijn benen om mij heen. Ik zat echt vast en kon geen kant op. De ontspanningsoefening hield het volgende in: tong naar links, naar rechts, naar de neus en naar de kin en ademen. Kaak open, zei hij altijd. Ik moest dan zover mogelijk mijn tong uitsteken. En dan mijn neus en kin aantikken. En dan moest ik inademen en uitademen. Als ik mijn tong echt zo ver mogelijk zou uitsteken dan zou mijn tong zijn penis aanraken. Ik zag zijn penis dan. Ik probeerde heel vaak mijn hoofd zo neer te leggen dat zijn penis bij mijn kin zat en niet bij mijn mond. Hij schoof soms ook weleens wat naar achteren op de bank, zodat ik weer precies daar tegen aan zou komen. Ik heb zijn penis ook tegen mijn wang en mijn gezicht gevoeld. Ik voelde iets hards en slijmerigs. Zodra wij klaar zijn met trainen, trekt hij ook altijd een andere broek aan. Die stretchoefeningen heb ik tussen de 8 en 10 keer met hem gedaan. Daarvan is er meerdere keren iets gebeurd wat niet had gemoeten. De eerste keer was ergens eind juni 2020 en de laatste keer was één van de laatste dagen van juli. Hij zei dat ik doordat ik stretchte steeds beter zou gaan worden. Ik keek ook wel tegen hem op. Ik ben het afgelopen jaar veel beter geworden. Ik mocht misschien naar het grootste team. Ze zijn Europees kampioen geworden en ze mochten dit jaar naar Amerika. Hij wist dat nog niet zeker, maar dat hij wel in zijn hoofd had dat ik in dit team mocht. Ik kon [verdachte] niet wegduwen, want ik kon niet zo snel uit de stretchhouding komen. Dat duurt wel 10 of 15 minuten voordat je uit een stretch bent. Ook mentaal heb ik het maar gewoon laten gebeuren. Ik geloofde er heilig in dat ik er beter van werd en dat ik misschien in dat team zou komen. Ik kreeg ook van andere docenten heel veel complimenten. Ik dacht als ik naar hem luister, dan kom ik er wel of zo.
Op een gegeven moment is [slachtoffer 5] naar mij toegekomen en vertelde ze wat er gebeurd is. Zij is toen gestopt en ik ben nog doorgegaan met trainen omdat ik ervan overtuigd werd, dat ik er beter van werd.
T.a.v. feit 8
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 september 2020, opgenomen op pagina 234 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [slachtoffer 7]:
Ik, [slachtoffer 7] , geboren [geboortedag 8] 2002, doe aangifte tegen [verdachte] wegens seksueel misbruik, gepleegd te [plaats 2] . Ik ken [verdachte] als baas van de dansschool [plaats 2] [dansschool] waar ik dans. Ik dans op hoog niveau en het liefste wil ik naar L.A. om daar te dansen. Ik wilde de split leren. Dus toen heb ik gevraagd of hij ook wilde stretchen met mij. Hij zei dat hij niet zo snel met iemand wilde stretchen. Hij wilde eerst iemand goed leren kennen, zei hij. Stretchen kon volgens hem een verkeerd beeld brengen. Na 3/4 maand zat ik achter de balie. Toen vroeg hij aan mij of ik echt gestretcht wilde worden. Ik zei: “Ja.” Toen moest ik in een bepaalde positie zitten om te laten zien hoe ver ik kwam met stretchen. Ik voelde zijn ding toen tegen mij. Het kwam echt onder mijn benen door. Daar begon het toen. Toen ging ik elke week stretchen, soms 2 keer in de week of 3 keer in de week. Na een tijdje merkte ik dat hij steeds meer aan mij begon te zitten. Bij het stretchen zit ik in een positie waarbij ik in een split voor hem zit, hij zit dan op de stretchbank. Zijn benen gaan over mijn benen met zijn hakken tegen mijn billen. Ik hou hem dan vast met beiden armen om zijn rug. Op deze manier rekt hij mijn spieren op. Maar ik heb in deze positie last van duizeligheid. Vooral als hij dan tegen mij praat. Ik moet dan echt mijn ogen dicht doen om me te concentreren. Dit doe ik om de pijn te vergeten. Hij had dan als tip om met mijn tong buiten mijn mond oefeningen te doen. Ik draaide mijn hoofd dan weg naar de zijkant, maar hij pakte dan mijn hoofd vast en draaide deze weer terug naar het midden. Mijn hoofd leunt dan tegen zijn buik aan. Ik voelde op een gegeven moment iets langs mijn wang. Dan zit hij dus met zijn hand daar, die ging dan wat naar achteren vanuit zijn lies. En toen voelde ik iets tegen mijn wang. Hij zei altijd tegen mij: “Ik doe iets voor jou, en jij doet iets voor mij.” Op 7 juli 2020 had ik een les. Hij zat toen te kijken en zei dat ik achteruit gegaan was. Dit was 2 of 3 weken later. Ik had een aantal keren de stretch overgeslagen omdat ik mij niet prettig voelde bij hem. Hij vroeg of ik na deze les een half uurtje wilde stretchen. Toen werd ik weer als altijd in de positie ingezet. Hij begon weer over die tong en dat fakete ik dus weer, hij zat weer met zijn handen aan mijn gezicht te voelen en toen voelde ik weer dat hij weer iets deed met zijn hand bij zijn broek en daarna voelde ik weer een ding, daarmee bedoel ik zijn piemel, tegen mijn wang. En toen hoorde ik hem zeggen: “Doe hem er maar in.” Ik zei: “Nee ik kom niet voor die shit.” Hij zei: “Ah toe, je hebt toch geen vriendje.” Ik ging door dat ik dat niet wilde. Hij dwong mij echt tot pijpen. Maar ik zat in een positie waar ik niet gelijk uit kon. Dat moet heel geleidelijk. Anders scheur je dingen. Ik werd door hem tegengehouden en hij hield mij in de stretchpositie. Hij zei: “Je kunt het nog wel even volhouden, 20 seconden.” Ik wilde niet meer in deze positie blijven zitten, maar hij hield mij echt tegen. Hij haalde me uiteindelijk wel uit de stretchpositie. Ik voelde dat het zijn piemel was die tegen mijn wang zat. En hij zat elke keer met zijn hand zo bij zijn broek. Op een keer heb ik mijn ogen heel kort opgedaan. Ik zag toen zijn piemel. Ik zag dat hij stijf was. En ik voelde dat hij niet droog was, tegen mijn wang voelde het nat.
Met stretchen heeft hij altijd een grijze broek aan. Die had hij altijd aan. Hij kleedde zich dan om voor het stretchen. Ik ben gaan kijken in de doucheruimte nadat [verdachte] daar met een andere broek vandaan kwam, en ik zag een grijze broek liggen en ik zag een gat in die broek.
T.a.v. feit 9
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 september 2020, opgenomen op pagina 317 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [slachtoffer 8]:
Ik, [slachtoffer 8] , geboren op [geboortedag 9] 2002, doe aangifte tegen [verdachte] , wegens aanranding, gepleegd te [plaats 2] . Ik ken [verdachte] als de eigenaar van de dansschool [plaats 2] [dansschool] , waar ik danste. Hij had mij gebeld om in de dansschool kleding te passen voor het wedstrijdteam. Ik ging daarheen om te passen en was daar alleen met [verdachte] . Ik moest een body passen en hij zei dat het beter zou zijn als ik mijn beha uit zou doen. Dat deed ik. De body scheen door en de zijkanten waren open. Hij zei dat dit veel beter zat. Toen zei hij, omdat de zijkant van de body openstond, dat hij dat wel voor mij kon regelen. Ik zei dat ik dat zelf ook kon, als hij mij zou vertellen hoe dat moest. Hij zat er eerst een beetje aan, en hij ging steeds verder. Ik zei dat het toen genoeg was omdat daar niets geregeld hoefde te worden. Hij vertelde mij dat er iets mis zou zijn met mijn borsten zelf, van binnen, iets met zenuwen en dat het heel hard was. Hij zei dat hij dat weg kon masseren. Ik dacht nog steeds dat hij mij wilde helpen en hij weet ook dat ik heel onzeker ben over mijn borsten. Toen ging hij aan de zijkant masseren, daar waar het in de body open was. Het ging eerst normaal masseren, hij ging ook niet verder. Het was aan de zijkant open toen ging hij met zijn vingers erin en aan de onderkant van mijn borsten voelen. Ik zei dat dit niet de bedoeling was. Het was niet masseren maar voelen naar wat daar zat. Ik zei dat hij moest stoppen en ik vond het niet fijn. Hij hield op en bleef maar zeggen dat als hij niet zijn gang mocht gaan, ik mijn hele leven ermee zou lopen. Hij ging maar zeggen dat het inwendig niet best was met mijn borsten. Mijn borsten zijn groot. Daarna linkte hij dat aan mijn rug- en nekklachten. Hij stelde toen voor om mijn rug te masseren en mijn nek ook te masseren. Ik zei hem dat ik al een massage kreeg van een vriendin van mijn moeder. Hij begon toen te dreigen dat als ik dat niet zou doen, hij zag dat het mijn dansen beïnvloedde. Hij zei dat ik daardoor lelijk en slordig danste, zo zei hij. Daarna ging hij dreigen dat als ik het niet zou doen dan werd het niet verholpen en dan zou ik zo blijven dansen en dan zou hij mij uit het team moeten gooien. Daar dreigde hij wel vaker mee. Hij begon met masseren van mijn nek en ging langzaam naar onderen. Toen hij op mijn borsthoogte zat gingen zijn handen niet recht naar beneden maar meer naar de zijkant van mijn borsten. Hij begon daar draaiende bewegingen te maken, zo masseerde hij ook. Hij zei dat hij nog veel spanning voelde en hij wilde het oplossen. Ik zei tegen hem dat hij wel weer met mijn rug bezig mocht gaan anders zou ik gaan. Hij begon zijn stem te verheffen en zei dat hij wel weer met mijn rug bezig zou gaan. Hij praatte eerst heel rustgevend en zacht en vertrouwd. Ik schrok van die verheffing van zijn stem. Hij masseerde mij. Hij stopte op een gegeven moment en zei dat hij er iets voor terug wilde. Hij zei: “Ik help jou met jouw rugklachten, ik heb sinds kort een blessure bij mijn lies. Ik zou het fijn vinden als jij daar ook even zou masseren, dan helpen we elkaar.” Hij zette mijn hand bij zijn lies en maakte ronde bewegingen met zijn hand op mijn hand, zodat hij het als het ware voordeed. Wat mij als eerste opviel is dat hij een broek aan had met drie kleine gaten bij zijn kruis. Hij zei steeds in kleine en rustige stapjes dat ik mijn hoofd wat meer naar voren moest doen zodat hij er beter bij kon. Op een gegeven moment was ik heel dicht bij zijn geslachtsdeel. Ik merkte ook dat die stijf was. Ik stond er letterlijk oog in oog mee, omdat hij mij naar voren drukte omdat hij mijn rug masseerde en er druk op legde. Ik zei dat ik nu echt weg moest voordat mijn moeder daar zat te wachten. Hij zei dat ik nog heel even bij zijn lies moest gaan masseren, omdat hij er veel pijn aan had. Hij bracht mij weer in dezelfde positie, sneller dan dat ik kon beseffen en hij drukte mij veel sneller naar beneden en dichter bij zijn geslachtsdeel dan dat ik eerder zat. Hij was aan het masseren en mijn handen werden daar weer geplaatst. Ik voelde zijn geslachtsdeel tegen mijn wang aan, tegen mijn rechterkant. Ik schrok ervan omdat het echt hard was. Hij masseerde verder en ik voelde dat hij met 1 hand van mijn rug afging en dat hij zijn broek liet afzakken. Dat heeft hij in drie/vier stapjes gedaan. Daarna begon hij zwaar te ademen, te hijgen. Op een gegeven moment kwamen er wat kreungeluiden bij. Maar hij drukte mijn hoofd naar beneden en hij was gestopt met mij te masseren. Hij drukte mijn hoofd echt hard naar beneden, het deed pijn. Hij was hardhandig. Het was niet subtiel meer, hij drukte mijn hoofd er echt tegenaan. Ik heb geprobeerd mij los te wurmen. Hij werd geïrriteerd. Hij zei dat ik hem beloofd had dat ik hem zou helpen. Ik zei dat ik nu echt weg moest. Hij stond op en zei dat hij dacht dat wij dezelfde gedachtes hierover hadden. Hij zei ook nog dat ik dit met niemand mocht bespreken omdat mensen daar rare gedachtes over zouden hebben. Dit moest onder ons blijven. Hij zei ook dat als het niet tussen ons zou blijven er gevolgen voor mij aan zouden komen. Ik heb meteen mijn ex-vriend [getuige 5] gebeld. Het was net een paar dagen uit met mijn vriend. We hebben erover gepraat en hij is de enige die het weet.
Hij begon te dreigen dat ik slecht zou blijven en dat ik uit het team gezet kon worden. Het team is waar ik heel lang voor heb gestreden. Ik wilde er echt in. Toen ik er in zat deed ik er ook alles aan om in dat team te blijven. Dus als hij ergens mee dreigde dan luisterde ik wel echt naar hem. Ik wilde perse in dat team blijven. Ik liet hem mij masseren, omdat ik dacht dat hij mij echt zou helpen en ik dacht “Masseer maar als ik daardoor in het team blijf.” Ik schrok ook van zijn stemverheffing. Wat mij bang maakte, was dat hij veel controle had. Dit was in de eerste week van februari van 2020.
16. Een proces-verbaal van verhoor door de rechter-commissaris d.d. 31 maart 2021, inhoudende als
verklaring van [slachtoffer 8]:
Het voorval waarover ik eerder heb verklaard, vond plaats op 7 februari 2020.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 27 oktober 2020, opgenomen op pagina 634 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [getuige 5]:
Mijn ex-vriendin [slachtoffer 8] vertelde mij over wat er met [verdachte] was voorgevallen. Ze belde mij en ze vroeg of ik naar haar toe wilde komen en ze klonk niet goed. Ze was volgens mij net van de dansschool gekomen en toen belde ze mij. Ze zei dat het niet goed ging. Ik ging erheen en toen heeft ze mij het hele verhaal verteld. Ze vertelde dat ze naar [dansschool] was gegaan en 1 op 1 was met hem. Ze vertelde dat ze kleding moest passen en volgens mij vertelde ze dat ze wilde omdraaien om zich om te kleden. Zij moest hem masseren en hij ging haar ook masseren. En het was geloof ik naast haar borst waar hij ging masseren. Zij moest [verdachte] ook masseren en hij zat in zijn blote shirt. En [slachtoffer 8] wilde hem niet masseren en dat ze geïntimideerd werd dat ze door moest gaan. Ze was enorm verdrietig en ook wel in shock. Ze was bang omdat ze het niet mocht doorvertellen. Volgens mij moest zij haar bh ook nog uit doen en toen ging hij haar aan de zijkant van de borsten masseren. Ze zei dat ze de edele delen van hem voelde toen ze moest masseren. Het was meer van masseer me en ga gewoon door. Ze wilde dat niet en hij zei dat ze door moest gaan en uiteindelijk ging ze beneden masseren. Dit gesprek heeft in de koudere periode van het jaar 2019-2020 plaatsgevonden.
T.a.v. feit 10
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 oktober 2020, opgenomen op pagina 388 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van
[slachtoffer 9]:
Ik, [slachtoffer 9] , geboren [geboortedag 10] 2000, doe aangifte tegen [verdachte] vanwege seksueel misbruik gepleegd in de periode van 1 maart 2017 en 12 april 2017 te [plaats 2] . Ik danste daar en liep er stage in die periode.
Op een gegeven moment begon hij over massages en of ik dat kon. Ik reageerde daar niet op omdat ik het een rare vraag vond. Toen ging hij mij masseren terwijl ik nergens last van had. Hij zei dat hij voelde dat het vast zat en dat ik een massage moest hebben. Dit was rond 3 uur. Toen was ik met een meisje waar ik goed mee was, [getuige 6] . Bij haar zei hij ook dat ze een massage nodig had. Ik dacht er toen ook niet verder bij na omdat het kon zijn als hij
het voelt. Ik had haar mee genomen omdat het toch wat gek voelde. Hij had een stoel/tafel achter in zijn kantoor. Ik lag op de massagetafel en had mijn kleren aan gehouden en een sport bh. Hij deed mijn bh los. Ik zei dat ik dat niet wilde. Toen maakte hij hem vast.
Toen begon hij met masseren en ging steeds met zijn handen verder naar beneden
richting mijn borst. Op een geven moment moest ik omdraaien en ging hij naar mijn
lies. Hij zei dat veel mensen daar een massage nodig hebben. Ik zei dat ik dat niet
hoef. Toen vroeg hij of ik al daar door iemand anders gemasseerd werd. Hij vroeg of
ik een vriendje had en wat ik fijn vond in bed. Hij bleef erover doorvragen en ging
in mijn oor fluisteren: “Wat vind je fijn?” Ik had wel een vriendje maar had nog geen
seks gehad, alleen dat heb ik niet tegen hem gezegd. Ik vond dat hem dat niks aan
ging. Toen dacht ik wel dat ik graag weg wilde. Het was moeilijk om weg te gaan omdat hij
bovenop mij aan het masseren was en kon als klein meisje niet goed onder hem weg
komen. Hij is namelijk een grote sterke man. Op een gegeven moment ben ik opgestaan en weggelopen. Het was echt geen fijn gevoel. Ik was 16 toen. Ik heb het toen besproken met wat meiden waarmee ik in een team zat. Dit waren [getuige 6] , [betrokkene 2] , [slachtoffer 13] , [betrokkene 3] en [betrokkene 4] . We hebben het besproken maar toen kwam los dat meer meiden rare ervaringen hadden.
Op een stagedag in maart of april 2017 was ik in de dansschool aan het schoonmaken. Ik had een shirtje met knoopjes aan en het bovenste knoopje was los dus het was vrij dicht. Hij zei dat hij het zo niet aan kon zien en dat ik hem aan het afleiden was. Hij zei dat hij in de verleiding kwam om mij zo te zien. Dat hij niet kon werken als hij mij zo zag. Toen ben ik gaan stofzuigen in de kleedkamers. Hij was in zijn kantoor. Hij kwam opeens binnen. Hij gooide toen de deur dicht. Hij ging voor mij staan. Toen zei die dat ik echt mijn knoopje dicht moest doen. Ik zei dat ik het zelf wel zou doen. Ik liep naar de spiegel in de kleine zaal om het te doen. Het lukte niet en toen ging hij voor mij staan om het zelf dicht te doen en toen heb ik zijn hand weggeduwd. Hij ging met zijn hand naar mijn borst. Ik zei dat ik weg wilde. Hij zei dat als hij iets wilde dat hij dan allang iets met mij had kunnen doen. Hij bleef opmerkingen maken over hoe ik eruit zag en dat ik er volwassen uit zag en dat dit een trigger voor mannen kan zijn om iets met mij te doen. Hij zei dat ik geluk had dat hij zich in kon houden omdat hij anders allang iets met mij kon doen omdat hij veel sterker en ouder was. Hij kwam steeds dichterbij staan en op een gegeven moment heb ik hem weggeduwd en ben ik weggerend. Ik heb mijn stage afgerond en ben nooit meer op de dansschool geweest. Hij greep naar mijn borst om, naar zijn mening, het knoopje dicht te doen. Terwijl het knoopje daar helemaal niet zat. Dit was in april of maart 2017. Ik voelde dat hij mijn borst echt vastpakte.
Ik heb nog wel screenshots en een spraakmemo van toen ik het vertelde. Dat heb ik op 12 april 2017 in de groeps-app gestuurd.
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 8 oktober 2020, opgenomen op pagina 407 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
relaas van verbalisant:
Mij is verzocht een WhatsApp-spraakbericht, ingesproken door [slachtoffer 9] uit te werken Hieronder volgt een woordelijke weergave van het spraakbericht:
Spraakbericht. Ingesproken door [slachtoffer 9] .
Ik was net bij de wc, dus ik ging schoonmaken. Toen zei [verdachte] opeens van, ja [slachtoffer 9] , als jij zo, als jij je zo kleedt, kan ik me echt niet concentreren. Kun je niet wat anders aan doen of zo. Ik denk je kan ook niet kijken. Toen zei die nog een keer van, ja dit kan echt niet, ik kan mijn ogen niet van je afhouden. Dus ik zei, nou je kan toch ook gewoon niet kijken. Ik vond het zo raar, ik dacht echt, wat doe jij. En opeens ik ging ik ging toen mijn doekje schoonmaken bij de wasbak, en toen zei hij, hoe oud ben jij nu [slachtoffer 9] ? Ik zei 16. Toen zei hij, Oh my god. Blessed girl. You’re so blessed. Ik dacht oh my god. Dus ik reageerde er niet op. Ik dacht, doe normaal. En toen, uh, oh ja, toen ging ik stofzuigen en toen zei hij zo van ja, kun je ook achter voor mij, Oh nee oh my god hij zat zeg maar achter die balie en toen, oh ja, hij had het weer over die massage die ik hem zogenaamd zou geven, bla bla. Dus hij zei opeens, van ja, ga je mij nog die massage geven, dus ik zei zo van nee. Toen zei hij, jawel, je moet me gewoon die massage geven. En ik was toen de tweede zaal aan het schoonmaken, en toen zei hij, als je mij een massage geeft, dan mag je daarna gewoon naar huis. Dus ik zei zo van, nee hoeft niet hoor. Toen zei die zo van ja maar ik wil echt een massage van jou. Dus ik zweer het, ik werd echt gek, toen al. Toen op een gegeven moment was ik de kleedkamers aan het stofzuigen en toen zei hij zo, wil je straks ook achter voor me stofzuigen en toen dacht ik al, Oh hell no ik wil echt niet naar achter en dat hij dan daar weer komt. Ik vind hem echt zo scary nu en het ergste komt nog. Ik was zo echt in shock. Ok dus ik zou achter stofzuigen, en toen, oh ja dat was het.
Ik had zeg maar een shirt aan waar knoopjes aan zaten, aan de bovenkant. En ik had de onderste 3 knoopjes dicht. Je zag eigenlijk, je zag precies niks Hij had gevraagd of ik die knoopjes wou dicht doen, maar ik had daar niet echt aan gedacht of zo, weet ik veel.
Toen kwam die daar en zegt hij heb je nog steeds die knoopjes open, ik kan dit echt niet aan zien. Ik dacht van ok, ik dacht ...ik probeerde dat knoopje dicht te doen, ik ga gewoon verder. En hij ging weg. Ik ging verder met schoonmaken, en toen op een gegeven moment. Ik was in kleine zaaltje en hij was in zijn kantoorruimtetje, weet je wel, zijn slaapplek nu of zo, en toen zei hij zeg maar, ja [slachtoffer 9] kom eens, kom eens. Dus ik zei nee, ik dacht ik wil niet ik wil niet. Ik dacht hij gaat me verkrachten of zo. Oh ja bij de balie toen zei hij van oh ja die massage. Ik zei, ja alles kan en toen zei ik zo van ga ik echt niet doen. Toen zei hij we kunnen ook andere dingen doen. Toen dacht ik oh my god you are going way to far bitch. Dit kan echt niet. En toen, ok, nu komt het. Ik zweer je, ik wou zo hard janken. In dat kleine zaaltje. Hij zei ja kom eens. Ik zei nee. Oh waarom niet waarom niet, doe niet zo gemeen, kom gewoon even. Ik ga niets raars doen. En toen dacht ik al van, oh my god. Dit is niet goed. Ok en ik kwam dus niet ik wou gewoon weglopen. Want ik had die stofzuiger nog.
Ik dacht ok Rennen for y life. Maar dat kon niet want, ok kijk let op kijk wat hij deed. Toen kwam hij naar mij toe. Hij pakte mij vast duwde die deur dicht, want ik wou de deur open doen en hij duwde de deur dicht. Hij zei je gaat niet weg. Ik zweer het. Ik dacht echt, oh my god, ik dacht echt hell no wtf is going on. Hij zei je gaat nu dat knoopje dicht doen Hij pakte gewoon mijn tiet om dat knoopje gewoon dicht te doen en toen, toen trok hij gewoon mijn shirt naar hem toe om in mijn shirt te kijken echt. En toen duwde ik hem weg. Ik werd echt gek he. Ik zei wtf doe normaal. Ik wist echt niet wat er gebeurde. En toen zei ik van mag ik aub weg en toen zei hij doe niet zo gemeen dit kan toch gewoon bla bla. Toen zei ik nee dit kan echt niet dit is niet normaal. Laat me aub weggaan nu. Toen zei hij hoezo kom even mee. We gaan niets doen. We gaan niks geks doen. I don’t care, ik wil dit niet ik wil nu weg. Ik wou die deur weer open doen en toen duwde hij de deur weer dicht. Hij pakte mij gewoon vast en zei hij [slachtoffer 9] . Toen bleef hij mij lang aankijken en ik dacht, oh my god. Ik kon zo hard janken Toen zei hij je bent echt een pracht van een vrouw je hebt echt geluk dat ik me in kan houden. Sommige mannen kunnen dat niet. En ik moet echt moeite doen om me nu in te houden. Sommige mannen kunnen dat niet en je moet daar echt mee oppassen.
Hij zat de hele tijd aan me en zo. Ik wil zo graag stoppen daar met stage nu. Oh my god ik kan niet eens echt iets over zeggen. Ik vind het zo erg wat daar gebeurde. Ik besef het nog steeds niet. Ik durf echt niet meer alleen met [verdachte] in de dansschool te zijn, want de volgende keer, oh.
20. Het proces-verbaal van verhoor van getuigen d.d. 28 april 2021 opgemaakt door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Noord-Nederland, voor zover inhoudende
als verklaring van [getuige 6]:
Ik ken [verdachte] van de dansschool, hij was mijn dansdocent. Ik weet dat [slachtoffer 9] aangifte heeft gedaan over iets dat een aantal jaren geleden is gebeurd. Er werden wel massages gegeven, dat hoorde ik wel van [slachtoffer 9] . Ik ben daar een keer bij geweest. [slachtoffer 9] voelde zich er helemaal niet fijn bij. We zijn toen ook direct weggegaan.
U vraagt of ik weet hoe die massages gingen. Als je ergens last van had dan keek [verdachte]
daar eerst naar, als hij vond dat je massage nodig had dan gaf hij die. Ik snap wel dat het op
die leeftijd niet prettig is om door een ouder iemand gemasseerd te worden. Ik ben één keer
meegegaan. U vraagt waarom ik mee ben gegaan. [slachtoffer 9] wilde dat graag, [verdachte] vond het
goed. U vraagt waar dat was. Dat was in de kleine zaal achter de danszaal.
U vraagt of er weleens andere momenten geweest zijn waar [slachtoffer 9] over verteld heeft. Ja,
[slachtoffer 9] had een keer een bloesje aan waarvan [verdachte] vond dat zij de knoopjes vast moest
doen van [verdachte] . Dat was ongemakkelijk. Haar bloesje stond niet dusdanig open dat hij daar
een opmerking over moest maken. Die opmerkingen maakte hij wel vaker.
T.a.v. feit 11
21. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 september 2020, opgenomen op pagina 275 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [slachtoffer 10]:
Ik, [slachtoffer 10] , doe aangifte van aanranding door mijn dansleraar [verdachte] , gepleegd te [plaats 2] . Ik wilde doorgaan met mijn passie, namelijk dansen. Ik wilde terug naar het niveau waar ik op zat en had een goede trainer nodig die mij daar weer kon brengen. Ik ben naar [verdachte] gestapt en heb hem ook in vertrouwen genomen over dat het niet goed met me ging. Ik moest verplichte lessen volgen en we hadden gesprekken.
Ik heb één keer met hem gestretcht in zijn kantoor. Hij zat op de bank en ik zat ervoor. Ik heb kennis van stretchen, door mijn turnverleden. Stretchen hoort van achteren. Iemand duwt je van achteren naar voren. Hij trok je juist naar voren. Dat is net andersom. Hij zei dat hij zich om ging kleden en hij deed een andere broek aan. Hij legde kussentjes neer. Hij ging op de bank zitten. Ik ging zitten. Ik ging met mijn rug naar hem toe zitten in de stretch positie. Zo ben ik het gewend. Hij zei dat ik om moest draaien en zo kwam ik dus met mijn gezicht naar hem toe. Hij drukte mij naar zich toe. Ik kwam met mijn hoofd op zijn buik. Ik voelde met mijn kin en mijn wang zijn harde geslachtsdeel.
Toen zag en benoemde hij dat ik last van mijn schouder had. Hij begon mij te masseren op mijn rug. Hij zei dat ik helemaal vast zat. Hij zei: “Kom, kom mee. Ik masseer je." Ik ben meegegaan naar zijn kamer. Ik moest mijn shirt deels uit doen. Hij ging richting mijn borst. Het was niet vol mijn borst, maar aan de zijkant. Hij zei: “Ik zit niet aan je borst hoor, maar je klieren zitten ook helemaal vast.” Ik voelde direct dat het niet oké was, maar toch liet ik het toe. Ik dacht dat het erbij hoorde. Hij zei dat ik klieren bij mijn borsten had en die zou ik moeten masseren onder de douche. Hij heeft dat ook aangeraakt. Hij ging met zijn handen langs mijn borsten, rondom. Enige tijd later moest ik met hem de zaal in. Ik moest me uitkleden en ik had alleen mijn string nog aan. Hij zei dat dit was voor mijn zelfverzekerdheid.
Op een gegeven moment moest ik bukken. Dat voelde heel ongemakkelijk. Ik stond met de zijkant van mijn lichaam naar de spiegel, moest bukken en naar mezelf kijken. Ik moest naar hem toelopen. Hij heeft me toen gemasseerd. Hij zat toen ook weer aan mijn borsten.
Hij zei op een gegeven moment dat het genoeg was, het was goed zo. We zouden de volgende keer een stapje verder gaan.
Ik ben één keer wezen stretchen. Hij drukte mijn hoofd dan tegen zijn geslachtsdeel. Hij zat op een bank. Ik zat op de grond. Als je stretcht zit je in de split. Ik zat op de grond. Je handen en armen horen achter je rug. Hij zat dus voor mij en trok mij naar zich toe. Hij bracht mijn gezicht richting zijn kruis. Ik wendde mijn hoofd af, want ik voelde zijn geslachtsdeel in mijn gezicht. Hij zei dat ik moest ontspannen en hij bracht mijn hoofd weer in de richting van zijn geslachtsdeel. Ik voelde aan alles dat het niet oké was. Ik zat in een onmogelijke positie.
Voordat we gingen stretchen zei hij dat hij een andere broek aan ging doen. Ik kan me nog herinneren dat er een soort gat in zat. Deze stretch was eind 2019, begin 2020.
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 september 2020, opgenomen op pagina 289 van voornoemd dossier, inhoudende als
relaas van verbalisant:
Op 2 september 2020 is een aangifte opgenomen van [slachtoffer 10] . De goede pleegdatum/tijd is: vanaf begin 2019 tot en met begin 2020.
23. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 september 2020, opgenomen op pagina 340 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [slachtoffer 11]:
Ik, [slachtoffer 11] , doe aangifte van aanranding door [verdachte] , gepleegd te [plaats 2] in de periode tussen 1 september 2019 en 15 juli 2020.
Ik dans bij [plaats 2] [dansschool] . Ik ben daar in een demoteam gekomen. Dan kun je extra trainingen krijgen. Ik kreeg extra trainingen van de baas: [verdachte] . Hij zei dat ik wat losser moest gaan bewegen. Ik ben een aantal keren gaan stretchen met [verdachte] . Je komt via auditie in het demoteam. [getuige 8] en [verdachte] zitten in de jury.
Tijdens het stretchen zei [verdachte] dat ik bepaalde dingen moest doen met mijn tong om mij af te leiden van de pijn. Ik moest mijn tong omhoog en naar beneden doen. Op een gegeven moment deed ik alsof omdat hij dan heel dichtbij zat. Hij ging met zijn vinger langs mijn mond om mij af te leiden. Daardoor kwam ik in aanraking met zijn geslachtsdeel, dat voelde ik bij mijn kin. Ik voelde ook dat hij harder werd. Het is één keer gebeurd. Mijn moeder was ziek en ik gebruikte dat als excuus om niet bij hem te hoeven stretchen.
[verdachte] is mijn trainer voor de demo-teams. Hij kon dan als we op een wedstrijd tweede werden zeggen hoe slecht we waren. Alles lag dan aan ons. Hij wist hoe hij je mentaal in zijn macht kon krijgen. Hij kon dan in één keer een hele choreografie voordoen en dan zei die dat wij dat in één keer moesten doen. Als dat niet lukte zei hij hoe slecht we wel niet waren.
Ik heb drie keer met hem gestretcht. Hij had een bank en kussens aan de zijkant. Daar moest je dan je benen tegenaan doen. Hij tilde je dan op en trok je dan naar voren. Hij pakt je dan onder je armen en trekt je naar voren. Hij zit dan op de bank, ook met zijn benen wijd. We kijken elkaar dan aan. Hij zit iets hoger dan ik want ik zit op de grond. Mijn gezicht zit ter hoogte van mijn buik. Zijn benen zijn dan wijd open en over die van mij heen. Er zat geen ruimte tussen mijn hoofd en zijn buik. Dan houdt hij mij in de positie. Dan moet je dat met je tong doen. Uitsteken en het puntje van je neus aanraken, daarna je kin en dan van links naar rechts. Hij zegt dat je dan met iets anders bezig bent dan met de pijn, het doet namelijk erg pijn. Hij zegt steeds: “Ontspannen, ontspannen.” Hij droeg altijd een grijze broek met een gat erin ter hoogte van zijn geslachtsdeel. Deze droeg hij alleen tijdens het stretchen. Ik zag er vlekken in. Doordat ik met mijn kin tegen zijn geslachtsdeel aan zat, voelde ik deze wel steeds meer tegen mijn kin aankomen en voelde ik dat zijn geslachtsdeel steeds stijver werd.
Als het stretchen afgelopen was, ging hij masseren. Dan moest je met je buik op de bank hangen. Ik had een boxer aan. Hij deed de pijpjes van de boxer iets opzij. Hij gaat dan naar beneden op mijn kont de knopen eruit wrijven. Zijn handen gingen over de knopen op mijn billen. Dan vroeg hij: “Heb je hier nog pijn of hier nog pijn”, en dan ging hij ook wel eens tussen mijn benen, over mijn geslachtsdeel. Op een plek waar ik dat niet wilde, hij had daar geen toestemming voor. Hij heeft dat één keer aangeraakt met zijn hand. Ik had niet het gevoel dat ik hem kon weigeren.
De eerste keer van het stretchen was ongeveer een jaar geleden. De laatste keer was ergens in de maand juli van dit jaar. De eerste paar keer was snel achter elkaar. Dat was vorig jaar september. Daarna heeft er een hele tijd tussen gezeten. De eerste keer in juli is er niets gebeurd en de tweede keer heb ik net beschreven. Zijn geslachtsdeel heb ik alleen de laatste keer dit jaar in juli gezien. Als mijn moeder niet ziek was geweest dan denk ik dat ik door was gegaan met die lessen, vanwege de druk denk ik of ik had een andere smoes bedacht. Ik had niet de durf om tegen hem te zeggen dat ik dit niet wilde.
24. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 11 september 2020, opgenomen op pagina 367 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [slachtoffer 12]:
Ik, [slachtoffer 12] , doe aangifte van seksueel misbruik door [verdachte] , gepleegd te [plaats 2] . Het is tussen september en december 2019 gebeurd. Ik geef les bij [plaats 2] [dansschool] . [verdachte] sprak mij aan. Hij zei: “Ik zie dat je lenig bent, maar je kan hier en hier nog aan werken.” Hij zei dat ik iets had met de spier vanuit mijn rug/heup naar mijn hamstring. Ik zou dan met hem kunnen gaan stretchen. Hij zei dat ik als professioneel danser meer kon bereiken. Ik heb ook gezegd dat ik wel hoger op wilde en daar hulp bij wilde. De eerste keer was op een zaterdag. Ik ging me daarna opwarmen en toen ging ik met [verdachte] stretchen. Hij had een slaapbank. Ik moest daar in de kikkerhouding opzitten. Hij ging dan boven op mij zitten. Ik kon elke keer verder. Dit was niet direct raar. Later moet ik met gestrekte benen op de grond zitten. Hij zat dan op de bank. Zijn benen wijd. Hij trok mij dan met zijn armen in de richting van zijn lul. Op een gegeven moment kon ik zover dat ik met mijn gezicht bij zijn lul kwam.
[verdachte] deed ook altijd een andere broek aan als we gingen stretchen. Ik kan me nog goed herinneren dat ik ter hoogte van zijn kruis vlekken zag. Ik rook en zag zijn lul gewoon. Hij heeft me ook een keer gemasseerd bij mijn bil. Hij voelde een knoop in mijn bilspier. Hij heeft mij wel gevraagd of hij aan mijn bil mocht komen. Ik zei dat dit mocht als het daardoor beter werd. Hij ging alleen veel verder dan nodig; hij ging helemaal richting mijn vagina.
Ik zat vorig jaar in het team [teamnaam] . Ik stretchte in de periode van september tot en met december 2019 twee keer in de week met [verdachte] . Hij zat dan voor mij. Hij had mij geklemd met zijn voeten. Hij had zijn armen onder mijn oksels door. Ik zat eigenlijk klem. Hij zat dan dus op de bank. Hij leunde dan naar achteren waardoor mijn lichaam naar voren ging. Mijn benen konden nergens heen, want er zaten ook kussens bij de benen. Ik kon niet uit mezelf terug. Dat moest wel langzaam gebeuren. Mijn hoofd zat ter hoogte van zijn onderbuik en bij zijn lul. Als hij naar achteren ging kwam je bij zijn lul. Ik zat daar zo rond de 20 centimeter vandaan. Ik heb wel eens aangegeven dat het er warm en benauwd was. Ik draaide dan mijn hoofd naar de zijkant, maar dit mocht niet. Ik moest recht vooruit blijven kijken.
Het masseren van mijn bil in de maand november of begin december 2019. Ik gaf aan dat ik spierpijn had. Hij vroeg toen of hij het mocht masseren. Dat mocht wel. Hij ging alleen veel verder dan had gehoeven. Hij ging letterlijk met zijn hand in mijn legging of joggingbroek.
Zijn hand ging tot aan de onderkant van mijn bil, aan de binnenkant. Echt richting mijn vagina. Tijdens de bilmassage voelde ik ook de piemel van [verdachte] . Hij zat achter mij op zijn knieën. Hij had mij vast met zijn handen. Hij drukte zijn bekken tegen mijn kont. Zijn piemel tegen mijn kont, zo één keer heel snel.
T.a.v. feit 12
25. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 29 oktober 2020, opgenomen op pagina 409A e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [slachtoffer 13]:
Ik, [slachtoffer 13] , geboren op [geboortedag 11] 2002, doe aangifte tegen [verdachte] van aanranding, gepleegd toen ik ongeveer 14 jaar oud was. Ik zat in het team [teamnaam] . Op feestjes van de dansschool, waar het team [teamnaam] en docenten kwamen, zat [verdachte] vaak aan mijn kont en kneep daar ook in. Vluchtig gebeurde dat. Ik weet dat ik het twee keer echt goed voelde, een tik op de kont of knijpen. En een keer dat ik echt goed voelde dat hij kneep en dat duurde ook lang.
26. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 30 september 2020, opgenomen op pagina 561 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als
verklaring van [getuige 7]:
Ik ben sinds 2015 docent bij [plaats 2] [dansschool] . Ik heb gezien dat [verdachte] bij een feestje van de dansschool aan de kont van [slachtoffer 13] zat. Hij zat naast haar en raakte haar kont aan over de kleding.

Voetnoten

1.HR 13 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM2452.
2.HR 6 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BQ6144.
3.Zie bijvoorbeeld HR 19 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1247.
4.Zie bijvoorbeeld HR 8 september 2015, ECLI NL:HR:2015:2483 en HR 22 december 2015:ECLI:NL:HR:2015:3638.
5.HR 15 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:717.
6.Vgl. HR 24 oktober 1978, ECLI:NL:HR:1978:AC6373 en HR 30 maart 2020:ECLI:HR:2021:388.
7.Het hof gaat er gelet op de beschrijving van aangeefster vanuit dat dit betrekking heeft op het voorval van 15 augustus 2020.