In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 3 november 2020, wordt een hoger beroep behandeld van belanghebbende [X] tegen een informatiebeschikking van de Inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft een verzoek om beperkte kennisneming van bepaalde stukken die door de Inspecteur zijn ingediend. De Inspecteur had eerder een informatiebeschikking vastgesteld op basis van informatie verkregen van de Zwitserse autoriteiten over een bankrekening van belanghebbende. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar dit werd ongegrond verklaard door de rechtbank Gelderland. In hoger beroep stelt belanghebbende dat de Inspecteur niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd en dat er gewichtige redenen zijn voor beperkte kennisneming van bepaalde documenten.
Het Hof behandelt de vraag of de Inspecteur alle relevante stukken heeft overgelegd en of de verzoeken tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd zijn. Het Hof concludeert dat de Inspecteur het 'Memo Project Duitse Informatie' alsnog als op de zaak betrekking hebbend stuk moet overleggen, maar dat beperkte kennisneming van het 'memo Verhuld Vermogen' gerechtvaardigd is, met uitzondering van enkele passages die alsnog openbaar moeten worden gemaakt. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in belastingprocedures, maar erkent ook de noodzaak van bescherming van privacy en interne beleidsdocumenten van de Belastingdienst. De zaak wordt voortgezet met een tweede zitting op 13 januari 2021.