2.7.Bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 21 maart 2017 heeft de Inspecteur de informatiebeschikkingen gehandhaafd. De uitspraken op bezwaar vermelden onder meer:
“De volgende vragen zijn mijns inziens niet of onvolledig beantwoord.
1. Verklaring Vrijwillige verbetering
De bij de informatiebeschikking als bijlage 2 gevoegde Verklaring Vrijwillige verbetering is niet ingevuld en de gevraagde bijlagen zijn niet aan mij gestuurd.
De volgende informatie is daarbij specifiek niet aangeleverd:
2. Verschil correctie vermogen bijlage 1 t.o.v. de verstrekte informatie vermogen bijlage 2.
Het verschil tussen de in de bijlage 1 genoemde correcties van het vermogen en de overgelegde informatie in bijlage 2 (uit uw brief van 21 april 2016) is niet verklaard.
3. Verstrekking Informatie vermogen Sabadell Altlantico.
Er is ingekeerd voor banktegoeden gehouden bij de bank Sabadell Atlantico in Madrid, Spanje. Tot op heden is alleen informatie binnen gekomen vanaf september 2014. De stukken van vóór september 2014 zijn niet aangeleverd.
4. Nadere verstrekking informatie vermogen UBS.
Uit niets blijkt te wiens name het vermogen wordt gehouden bij de UBS.
In de bijlage bij de Verklaring Vrijwillige verbetering is gevraagd een afschrift te verstrekken van het openingsformulier van elke bankrekening. Deze zijn niet door mij ontvangen.
Ten aanzien van de gerechtigdheid tot het vermogen werkt de UBS met het formulier “Feststellung des wirtschaftlich berechtigten”. Een afschrift hiervan is niet door mij ontvangen.
5. Commissies.
In het verzoek om inkeer is geen melding gemaakt van ontvangen commissies.
Voor het eerst in de brief van 21 april 2016 wordt hiervan melding gemaakt. U schrijft:
“Ik merk op dat de heer [X] in de jaren 2003-2006 aanzienlijke bedragen aan commissie heeft ontvangen, welke door hem contant zijn doorbetaald aan agenten in Spanje, Italië en Portugal. Ik voeg daarvoor in bijlage 3 een overzicht van die inkomsten bij. Naar ik meen behoren deze inkomsten niet tot het box 1 inkomen van de Erven [X] ”.
De nadere informatie hierover dient u nog de verstrekken. Het gaat om de volgende informatie:
o Van wie en waarvoor zijn deze commissie ontvangen.
o Ik verzoek u mij de onderliggende stukken (bankafschriften, declaraties/nota’s ed) te verstrekken.
o Aan wie is deze commissie doorbetaald?
o Graag ontvang ik de onderliggende stukken waaruit blijkt dat deze gelden zijn doorbetaald.
o Waarom zouden deze gelden niet tot het box 1 inkomen behoren?
Volgens de berekeningen in bijlage 1 zijn deze gelden belast.
In uw brief van 16 september 2016 geeft u aan dat door het overlijden van de heer [X] geen verdere informatie kan worden achterhaald over de commissies. Na het overlijden van de heer [X] [in] 2015 zijn diens fiscale verplichtingen van rechtswege overgegaan op de erfgenamen, hetgeen meebrengt dat de erfgenamen gehouden zijn de verplichtingen krachtens de artikelen 47 en 49 AWR na te komen.
6. KBC bank België.
Ik heb de bankstukken ontvangen vanaf 01-01-2006, U heeft voorgesteld om, gelet op het zeer geringe saldo op de rekening, dit verder te laten rusten, Ik heb gezien dat het saldo op 1-1-2006 gering is, echter dit zegt niets over de saldi vóór 1-1-2006. U dient daarom alsnog de ontbrekende bankstukken en het openingsformulier van deze rekening toe te sturen.”