Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
- de memorie van grieven, met producties,
- een antwoordakte van Dexia, met productie.
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing bij de rechtbank
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
- advisering door Vero (grief 1 en 2);
- het doorgeven van orders (grief 2);
nietin
eigennaam handelde, maar
in naam van Dexia, met het doel om tussen Dexia als aanbieder en de potentiële afnemer een financiële effectenleaseovereenkomst te sluiten. Vero is derhalve opgetreden als vertegenwoordiger van Dexia en niet als zelfstandig tussenpersoon. Nu er, anders dan [appellante] aanvoert, geen enkel aanknopingspunt is om aan te nemen dat Vero als cliëntenremisier (dienstverlener) is opgetreden, strandt reeds daarom het beroep van [appellante] op schending van artikel 41 NR 1999 en de daarop geënte rechtspraak. Daarom kan ook niet worden aangenomen dat Vero cliënten bij Dexia heeft aangebracht en dat zij daarvoor een vergunning dan wel vrijstelling nodig had.