Uitspraak
1.[appellant 1],
[appellanten],
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerden],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
te vernietigen het vonnis van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, op 2 oktober 2013 onder zaak-/rolnummer C/07/202947 / HL ZA 12-187 tussen partijen gewezen en, opnieuw rechtdoende, alsnog:
3.De feiten
De vloerbedekking van de privégedeelten dient van een zodanige samenstelling te zijn dat contactgeluiden zoveel als mogelijk worden tegengegaan. Met name (behoudens in de sanitair ruimten, stallingsplaatsen, stallingsgarages en bergingen) is het niet toegestaan parket, stenen vloerbedekking en/of andere harde (vloer) bedekking aan te brengen, tenzij het parket of de harde (vloer) bedekking niet in rechtstreeks contact staat met de oudervloer en de wanden en een contactgeluidsisolatie van de isolatie-index voor contactgeluiden (ICO) van tien decibel of meer wordt gewaarborgd, een en ander volgens de Nederlandse Norm
[Z] DITRA SOUND vermindert het contactgeluid van vloerconstructies met 13 dB (controlewaarden volgens DIN EN ISO 140-8)".
[geïntimeerden] zijn niet in het bezit van een TNO certificaat.
Bijgaand het huishoudelijk reglement. Ik heb vanmiddag de verkoper gesproken en gemeld dat de benedenbuurvrouw vanmiddag aan de deur was inzake de vloer. (…)
na de melding hebben wij op dit moment geen overlast meer van de familie [geïntimeerde 1] omdat zij de discipline opbrengen om op sokken of sloffen te lopen."
het euvel".
De heer [geïntimeerde 1] heeft ons op
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De bespreking van de grieven
- Zij waren op de hoogte van artikel 26 van de splitsingsakte waarin, kort gezegd, de eis wordt gesteld dat de harde vloerbedekking niet in rechtstreeks contact mag staan met de ondervloer en de wanden en dat een geluidsisolatie voor contactgeluiden (ICO) van tien decibel of meer moet worden gewaarborgd, een en ander “
- Zij wisten dat de ondervloer in het gekochte appartement niet door TNO was goedgekeurd en dat het door de akte voorgeschreven attest derhalve ontbrak;
- Zij waren in het bezit van de productinformatie van de Duitse fabrikant [Z] met betrekking tot de wel aanwezige ondervloer, waarin wordt vermeld dat deze ondervloer het contactgeluid “
- Zij waren in het bezit van het verslag van [geïntimeerden] dat als bijlage was meegezonden bij de e-mail van de makelaar aan hen van 8 december 2009 (zie r.o. 3.4). Uit die bijlage valt op te maken dat de heer [geïntimeerde 1] een bezoek heeft afgelegd aan zijn onderburen [X] in verband met een door hen geuit probleem aangaande geluidsoverlast, waarvan de heer [geïntimeerde 1] in het verslag aangeeft dat hem daarvan niets bekend was. Voorts blijkt uit dit verslag dat volgens [X] het isolatiemateriaal bij de wanden is losgesneden en vervolgens de tegels tot de muur zijn geplaatst, waardoor het volgens hen zo was dat je mensen met hoge hakken kon horen lopen.
garantievan [geïntimeerden] mochten opvatten dat de vloer voldoet aan de materiële eisen van de splitsingsakte (geluidsisolatie van 10 dB volgens de toepasselijke NEN-norm), in die zin dat [geïntimeerden] daar uitdrukkelijk voor in wilden staan. Het hof kan de mededeling in het addendum in de gegeven context niet anders lezen dan dat [geïntimeerden] daarmee overbrengen wat zij wisten, namelijk dat de vloer die er ligt
nietis de vloer als voorgeschreven in de splitsingsakte, maar wel een vloer die volgens de Duitse fabrikant ervan
op basis van de door deze gehanteerde normenhet geluid reduceert met 13 Db. Dit laatste konden [appellanten] ook zelf lezen in de productspecificatie van [Z]. Dat die mededeling op zichzelf onjuist was, hebben [appellanten] niet (voldoende onderbouwd) gesteld. Zij zijn in de memorie van grieven in het geheel niet ingegaan op de reeds in eerste aanleg door [geïntimeerden] gegeven uitgebreide toelichting op het verschil in meetmethodieken naar de normen van TNO en de internationale meetmethodiek die volgens [geïntimeerden] door de Duitse fabrikant is toegepast (conclusie van antwoord/eis onder 48 tot en met 53).
Als er al sprake is van een mogelijk risico, dient de koper dit over te nemen” volgt naar het oordeel van het hof duidelijk dat [geïntimeerden] op dit punt niets hebben willen garanderen, in tegendeel: dat zij het risico dat de vloer toch niet zou voldoen bij de kopers wensten te leggen. Wat dat betreft kunnen de formele eis van goedkeuring door TNO en de materiële eisen niet los van elkaar worden gezien. Omdat er geen TNO goedkeuring voorhanden was, viel nu eenmaal niet uit te sluiten dat de vloer toch niet aan de eisen van de splitsingsakte voldeed, ook al gaf de productinformatie van [Z] geen enkele aanleiding om daarvan uit te gaan. De strekking van de bepaling in het addendum is duidelijk dat [geïntimeerden] wat dat betreft geen enkel risico wilden lopen en dit bij de kopers wensten neer te leggen. [appellanten] zijn daarmee akkoord gegaan en [geïntimeerden] mochten op grond daarvan aannemen dat zij geen risico meer droegen inzake problemen met betrekking tot de geluidsisolatie van de vloer. Het hof deelt wat dat betreft ook het oordeel van de rechtbank dat de bepaling moet worden gezien in de context van de overige bepalingen van het addendum, die erop neerkomen dat [geïntimeerden] ook op een aantal andere punten het risico dat het gekochte niet voldoet aan de verwachte eigenschappen op [appellanten] hebben gelegd. Het enkele feit dat, naar hiervoor is aangenomen, [geïntimeerden] ook zelf dachten dat de vloer materieel voldeed aan de eisen van de splitsingsakte en dat zij aldus de verwachtingen van [appellanten] voeding hebben gegeven, maakt het voorgaande niet anders. Naar het oordeel van het hof is de situatie het best te typeren als een geval van wederzijdse dwaling waarbij echter op voorhand het risico bij de kopers is neergelegd (artikel 6: 228 lid 2 slot BW). Vergelijk in deze zin de conclusie van antwoord/eis onder 62 en de mededeling van de (voormalige) advocaat van [appellanten] ter comparitie in eerste aanleg (PV, pagina 2, 2e alinea).