Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
18 november 2014
AWB 13/934, AWB 13/3562, AWB 13/3563 en AWB 13/4356, in het geding tussen belanghebbende en
1.Ontstaan en loop van het geding
24 december 2013 het beroep inzake de aanslag IB/PVV 2008 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar inzake de aanslag IB/PVV 2008 vernietigd, de aanslag IB/PVV 2008 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 119.136, en de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig verminderd. Verder heeft de Rechtbank in dezelfde uitspraak de beroepen inzake de aanslagen IB 2009 tot en met 2011 ongegrond verklaard.
30 januari 2014, tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
8 juli 2014, nummer 200.150.340, ECLI:NL:GHARL:2014:6292, het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard, omdat ten tijde van het verzoek nog geen leden van het Hof met de behandeling van onderhavige zaken waren belast.
2.Feiten
.De Hoge Raad heeft bij arrest van 31 januari 2014, nr. 13/03957, ECLI:NL:HR:2014:207, het ingestelde cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard onder verwijzing naar artikel 80a Wet RO.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
18 november 2014.
binnen zes wekenna de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij: