Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde] ,
2.PROMONTORIA HOLDING 107 B.V.,
ORTOLAN NEDERLAND CREDIT OPLOSSINGEN GMBH,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Eerste aanleg
- i) alle (due diligence) rapporten en analyses, de volledige tussen [geïntimeerde] en Promontoria gevoerde (e-mail)correspondentie en alle interne documenten van [geïntimeerde] en Promontoria, waaronder mede begrepen besprekingsverslagen, memo’s en telefoonnotities, kortom: alle schriftelijke stukken die direct of indirect betrekking hebben op de totstandkoming van de afspraken tussen [geïntimeerde] en Promontoria over de verkoop en/of overdracht van de vorderingen van [geïntimeerde] op ImmoSec aan Promontoria uit hoofde van het aan ImmoSec verleende krediet;
- ii) alle schriftelijke afspraken (inclusief de volledige bijlagen, side letters en alle andere relevante documentatie) die al dan niet notarieel tussen [geïntimeerde] en Promontoria direct of indirect zijn gemaakt met betrekking tot de verkoop en/of de overdracht van de vorderingen van [geïntimeerde] op ImmoSec aan Promontoria;
- iii) alle (due diligence) rapporten en analyses, de volledige tussen Promontoria en Ortolan gevoerde (e-mail)correspondentie en alle interne documenten van Promontoria en Ortolan, waaronder mede begrepen besprekingsverslagen, memo’s en telefoonnotities, kortom: alle schriftelijke stukken die direct of indirect betrekking hebben op de totstandkoming van de afspraken tussen Promontoria en Ortolan over de verkoop en/of overdracht van de vorderingen van Promontoria op ImmoSec aan Ortolan uit hoofde van het aan ImmoSec verleende krediet;
- iv) alle schriftelijke afspraken (inclusief alle bijlagen, side letters en alle andere relevante documentatie) die al dan niet notarieel tussen Promontoria en Ortolan zijn gemaakt die direct of indirect betrekking hebben op de verkoop en/of overdracht van de vorderingen van Promontoria op ImmoSec aan Ortolan, waaronder in het bijzonder de volledige versie van de tussen Promontoria en Ortolan gesloten koop en verkoopovereenkomst van 10 oktober 2019 (inclusief alle bijlagen) en de volledige akte van cessie van 10 oktober 2019.
5.Beoordeling
grieven III en IVkomt ImmoSec op tegen het oordeel van de rechtbank dat een rechtmatig belang bij de gevraagde bescheiden en de afgifte daarvan ontbreekt. Het hof stelt voorop dat voldoende duidelijk moet zijn op welke bescheiden de vordering betrekking heeft, bij gebreke waarvan niet kan worden beoordeeld of, en zo ja in hoeverre, bij inzage in de gevorderde bescheiden voldoende rechtmatig belang bestaat. In die zin is er een samenhang tussen de hiervoor genoemde voorwaarde a) dat er een rechtmatig belang bij de afgifte of inzage is en voorwaarde b) dat de vordering betrekking heeft op bepaalde bescheiden.
mogelijkheiddat de bescheiden informatie bevatten die relevant is voor een of meer van die procedures, is niet toereikend om een rechtmatig belang te kunnen aannemen. Voor zover ImmoSec stelt schade te lijden of te hebben geleden door het handelen van [geïntimeerden] ., heeft zij dat niet met feiten of omstandigheden ondersteund. De rechtbank heeft in het 2023-vonnis immers bepaald dat de opzegging van het krediet door Ortolan niet geldig is geweest zodat de leningen op dit moment niet afgelost hoeven te worden. Daarmee zijn de stellingen van ImmoSec ten aanzien van het rechtmatig belang onvoldoende concreet en kan het door haar gestelde belang bij de bescheiden die zij van [geïntimeerden] . vordert, niet worden aangenomen.
grief Iaan dat de rechtbank een onjuiste maatstaf heeft toegepast door te oordelen dat eerst moet komen vast te staan dat sprake is geweest van een langdurige hoogstpersoonlijke relatie, voordat kan worden beoordeeld of er op [geïntimeerde] een (bijzondere) zorgplicht rustte die met zich bracht dat [geïntimeerde] (extra) maatregelen moest nemen om de belangen van ImmoSec te beschermen. Volgens ImmoSec heeft de rechtbank ten onrechte een oordeel gegeven over de inhoud van de rechtsbetrekking, terwijl het bestaan van die rechtsbetrekking slechts voldoende aannemelijk hoeft te zijn.
€ 2.428,00(tarief II, 2 punten)
2.428,00(tarief II, 2 punten)