ECLI:NL:GHAMS:2024:1840
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en onaanvaardbare financiële last in leaseovereenkomsten
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om drie leaseovereenkomsten die [geïntimeerde] met Dexia heeft afgesloten. De centrale vraag is of deze overeenkomsten een onaanvaardbaar zware financiële last voor [geïntimeerde] vormden. Dexia betwist dit en stelt dat de leaseovereenkomsten niet onrechtmatig zijn. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat Dexia bij het aangaan van leaseovereenkomsten haar zorgplicht heeft geschonden. De schadevergoeding in effectenleasezaken wordt afgehandeld volgens een door het hof opgesteld model. Het hof overweegt dat de netto alimentatieverplichting van [geïntimeerde] meegewogen moet worden in de berekening, maar de kosten van de echtscheidingsprocedure niet. Het hof concludeert dat de resterende termijnen en beëindigingskosten die door Dexia in rekening zijn gebracht, gebaseerd zijn op een oneerlijk beding en komen te vervallen. Het hof vernietigt het eerdere vonnis en veroordeelt partijen tot betaling aan elkaar op basis van de berekeningen die zijn gemaakt. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. Het arrest is gewezen op 2 juli 2024.