ECLI:NL:GHAMS:2016:3068
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en de berekening van lijfrentepremies in het Hofmodel
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om een hoger beroep van Dexia Nederland B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft effectenleaseovereenkomsten die door [geïntimeerde] zijn aangegaan met Dexia. De kantonrechter had geoordeeld dat de lijfrentepremies bij de berekening van de financiële lasten volgens het Hofmodel betrokken moesten worden, wat Dexia betwistte. Het hof oordeelde dat de lijfrentepremies niet als een onaanvaardbaar zware last voor [geïntimeerde] moesten worden beschouwd en dat de verplichtingen uit de overeenkomsten geen onaanvaardbare financiële druk op hem legden. Het hof bevestigde dat de wettelijke rente over de inleg moet worden berekend vanaf het moment van betaling, in lijn met een eerder arrest van de Hoge Raad. De zaak werd aangehouden in afwachting van andere vergelijkbare zaken die aan de Hoge Raad zijn voorgelegd, om inconsistenties in de rechtspraak te voorkomen. De beslissing van het hof was om de zaak te verwijzen naar een rolzitting en verdere beslissingen aan te houden.