Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de navorderingsaanslag tot een, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.526;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder tot het vergoeden van de door eiser[es] geleden immateriële schade tot een bedrag van € 3.000, waarop het reeds voldane bedrag van € 2.000 in mindering komt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.518;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 49 aan eiseres te vergoeden.”
8 december 2022. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
2.2. Feiten
Hof: belastbaar inkomen uit werk en woning] aangegeven van € 11.679 en daarbij € 4.007 specifieke zorgkosten in aftrek gebracht. Conform de aangifte is aan eiseres met dagtekening 6 september 2013 de aanslag opgelegd.
6 juli 2017, bij verweerder ontvangen op 11 juli 2017, met daarbij een aantal bewijsstukken. Per brief van 22 september 2017 heeft verweerder eiseres meegedeeld dat hij bij zijn voornemen bleef en met dagtekening 7 oktober 2017 heeft verweerder eiseres de onderhavige navorderingsaanslag opgelegd, berekend naar een biww van € 15.686 (€ 11.679 + € 4.007).
HAA 21/6661 inzake de navorderingsaanslag IB/PVV 2013 ingetrokken, vanwege een begin juli 2022 gedane toezegging van de inspecteur om deze navorderingsaanslag op grond van het correctiebeleid te zullen vernietigen.
uitspraak op het bezwaarschrift 2012” van 27 oktober 2021 is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
Kostenvergoeding
Motivering van uitspraak op bezwaarschrift 2013” van 27 oktober 2021 is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
Kostenvergoeding
In beginsel leidt dat tot een immateriëleschadevergoeding van € 2.000.
3.3. Geschil in hoger beroep
4.Overwegingen van de rechtbank
5.Beoordeling van het geschil
Vergoeding van immateriële schade
Dit oordeel van de rechtbank is in overeenstemming met het arrest HR 31 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:154, BNB 2020/39, waarin de Hoge Raad heeft overwogen dat “
bij overschrijding van de redelijke termijn per fase van de procedure eenmaal € 500 per half jaar als vergoeding van immateriële schade [moet] worden toegekend. In dit verband verdient opmerking dat voor het antwoord op de vraag of de redelijke termijn is overschreden, de bezwaarfase en de beroepsfase tezamen als één fase hebben te gelden”.
6.6. Kosten
7.Beslissing
N. Djebali, leden van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van
mr. H.A.S. Roozeboom als griffier. De beslissing is op 1 augustus 2023 in het openbaar uitgesproken.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.