Ongeveer een week vóór 6 juni 2015 heeft de verdachte [medeverdachte 1] gevraagd om een klus voor hem te doen. Die klus bestond (in ieder geval) uit het ophalen van een auto en het optreden als chauffeur. Daarbij heeft de verdachte tegen [medeverdachte 1] gezegd: ‘Denk er over na, je hebt een kind’. [medeverdachte 1] vond het ‘cool’ en stemde in. Vervolgens heeft de verdachte [medeverdachte 1] geïnstrueerd om bij de klus donkere kleding te dragen en handschoenen mee te nemen; hij heeft [medeverdachte 1] (kennelijk daartoe) handschoenen gegeven. In de vroegste uren van 6 juni 2015 is de verdachte in verband met die klus in zijn Volkswagen (VW) Golf naar de woning van [medeverdachte 1] in Zaandam gereden. [medeverdachte 1] was op dat moment conform de instructies geheel in het zwart gekleed. Hij droeg onder andere een kogelwerend vest en een shirt waarmee het gezicht kon worden bedekt, alsook handschoenen. Ook de verdachte was geheel in het zwart gekleed, beschikte over een capuchon en had handschoenen bij zich, dit terwijl het die nacht niet koud was. De verdachte zei tegen [medeverdachte 1] dat zij de auto [het hof begrijpt: de op te halen auto] ‘weg moesten doen’ en dat hij – de verdachte – de auto ‘in de fik zou gooien’. De verdachte vroeg [medeverdachte 1] een wc-rol en een aansteker mee te nemen, maar zijn telefoon thuis te laten, aan welke verzoeken [medeverdachte 1] gevolg heeft gegeven. [medeverdachte 1] had geen geld, bankpas of identiteitsbewijs bij zich. Omstreeks 02.00 uur zijn de verdachte (in zijn VW Golf) en [medeverdachte 1] (in een VW Up) richting Amsterdam gereden. Aangekomen op de [adres 2] in Amsterdam Osdorp – op zeer korte afstand van het ouderlijk huis en de woning van de broer van de verdachte aan de Tussen Meer – heeft [medeverdachte 1] zijn VW Up geparkeerd en zijn [medeverdachte 1] en de verdachte in de VW Golf met de verdachte als bestuurder gereden naar de [adres 3], gelegen achter Winkelcentrum Akerpoort, alwaar [medeverdachte 1] werd afgezet bij een aldaar geparkeerd staande, grijze BMW 3-serie die gestolen bleek te zijn. Die BMW (hierna ook: de gestolen BMW) was voorzien van een getinte achterruit en getinte achterste zijruiten en daarin bevonden zich twee flessen met benzine.
Het voertuig was daar geplaatst op verzoek van de verdachte, die wist dat deze auto gestolen was en op de hoogte was van de flessen met benzine die zich in de auto bevonden. De verdachte heeft [medeverdachte 1] op dat laatste nog met zoveel woorden geattendeerd. Het voertuig was niet afgesloten; de sleutel bevond zich in het contactslot. De verdachte had toen een sporttas in camouflagekleuren bij zich die hij in de gestolen BMW legde. Later is gebleken dat de verdachte die nacht ook een plastic tas van Albert Heijn bij zich heeft gehad. [medeverdachte 1] nam vervolgens als bestuurder plaats in die BMW en reed daarmee naar de [adres 10], gelegen aan de voorzijde van genoemd winkelcentrum, alwaar de verdachte zijn VW Golf inmiddels had geparkeerd en stond te wachten. Nadat de verdachte aan de achterzijde van de gestolen BMW was ingestapt reed het tweetal te 02.41.13 uur via de [adres 4] naar de [adres 5]. Daarbij gaf de verdachte [medeverdachte 1] instructies over de te volgen route. Om 02.43 uur draaide de BMW vanaf de [adres 5] de [adres 6] op en reed naar de [adres 1]. In een bocht van die laatste weg werd de gestolen BMW geparkeerd en bleef daar geruime tijd geparkeerd staan. Om 02.42 uur parkeerde een donkerkleurige BMW 5-serie, waarvan gevoeglijk mag worden aangenomen dat deze vanuit dezelfde richting als de gestolen BMW is komen aanrijden en om 02.41.28 vanuit de [adres 5] de [adres 6] is opgedraaid, schuin tegenover [naam 3] nabij de kruising met de [adres 1] op de [adres 6]. [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2]), de bestuurder van deze auto, en zijn passagier [naam 4] (hierna: [naam 4]) zijn vervolgens uitgestapt en [naam 3] binnen gegaan. Om 03.41 uur verlieten [medeverdachte 2] en [naam 4] de shisha lounge en namen afscheid van elkaar, waarna [medeverdachte 2] alleen naar de BMW 5-serie liep en om 03.42 uur wegreed over de [adres 6] in de richting van de [adres 5]. Rond diezelfde tijd reed de gestolen BMW met daarin opnieuw [medeverdachte 1] als bestuurder en de verdachte als passagier op de achterbank via de [adres 7] naar de [adres 6] om bij de kruising bij de [adres 8]/[adres 6] een U-bocht te maken. Inmiddels had het voertuig van [medeverdachte 2] bij de kruising [adres 6]/[adres 5] halt gehouden voor een stopstreep in een vak voor linksafslaand verkeer, terwijl het voor die richting bestemde verkeerslicht rood licht uitstraalde. Luttele momenten later, om 03.43 uur, reed de gestolen BMW op de – nog stilstaande – BMW 5-serie af.
Toen de gestolen BMW het voertuig van [medeverdachte 2] tot op ongeveer 15 meter was genaderd sprong het rode licht op groen, waarna het laatste voertuig zich in beweging zette om de [adres 5] in te draaien en de gestolen BMW hard afremde om vervolgens achter de BMW 5-serie de [adres 5] in te rijden.
Om 03.45 uur reed de BMW 5-serie het [adres 9] op, op een afstand van minder dan 3 meter gevolgd door de gestolen BMW. Inmiddels reed een als zodanig herkenbaar politievoertuig achter de gestolen BMW aan. De verdachte, die dat voertuig had opgemerkt, maande [medeverdachte 1] de auto te stoppen, waarna [medeverdachte 1] het voertuig op het [adres 9] aan de rechterzijde van de weg tot stilstand bracht. Daarna is de verdachte uitgestapt en wel op het moment dat het politievoertuig het [adres 9] op kwam rijden en schuin achter die BMW tot stilstand werd gebracht. De verdachte liep hierop op nonchalante wijze over het trottoir langs het politievoertuig en zette nadat hij deze was gepasseerd een sprint in. [medeverdachte 1] bleef zitten in de gestolen BMW en werd aangehouden op verdenking van de diefstal of de heling van die auto. De politieambtenaren troffen daarna op de bijrijdersstoel de sporttas aan. Daarin bleek zich (in een gele rugtas) een volautomatisch aanvalsgeweer (een ‘Kalasjnikov’) te bevinden dat half geladen was. Achter de bijrijdersstoel werd – op de vloer – de tas van Albert Heijn aangetroffen. Daarin bevonden zich onder andere een doorgeladen pistool waarop een geluiddemper was gemonteerd en een revolver dat was geladen met zes patronen. De wapens konden naar behoren functioneren.