ECLI:NL:RBAMS:2015:9088

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 december 2015
Publicatiedatum
17 december 2015
Zaaknummer
13/730046-15 (Promis)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor voorbereiding van liquidatie met vuurwapens en brandstichting

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 december 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die samen met een medeverdachte werd beschuldigd van voorbereidingshandelingen voor moord en brandstichting. De verdachten werden op 6 juni 2015 in Amsterdam aangehouden terwijl zij in een gestolen BMW zaten, uitgerust met een volautomatisch aanvalsgeweer, twee handvuurwapens en andere voorwerpen die geschikt waren voor het plegen van een liquidatie. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden, waaronder de donkere kleding, het kogelwerend vest en de aanwezigheid van brandbare vloeistoffen, erop wezen dat de verdachten daadwerkelijk van plan waren een moord te plegen. De verklaringen van de verdachten werden als ongeloofwaardig beschouwd, vooral omdat zij geen redelijke verklaring konden geven voor de aanwezigheid van de wapens en de gestolen auto. De rechtbank veroordeelde de bestuurder tot zeven jaar gevangenisstraf en de passagier tot acht jaar, waarbij de ernst van de feiten en de impact op de samenleving zwaar meegewogen werden. De rechtbank benadrukte dat de voorbereidingshandelingen van de verdachten grote overeenkomsten vertoonden met eerdere liquidaties en dat het ingrijpen van de politie een nieuwe liquidatie had voorkomen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een aantal andere ten laste gelegde feiten, maar achtte de bewezenverklaring van de voorbereidingshandelingen voor moord, brandstichting, wapenbezit en heling van de gestolen auto gerechtvaardigd.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/730046-15 (Promis)
Datum uitspraak: 10 december 2015
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] , [plaats 1] ,
gedetineerd in [detentieadres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 november 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. J.M. Kees en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. B.L.M. Ficq naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging op de zitting – ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 06 juni 2015 te Amsterdam en/of [plaats 2] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, ter voorbereiding van het met anderen of een ander te plegen misdrijf van moord en/of doodslag en/of opzettelijke vrijheidsberoving en/of diefstal met geweld en/of afpersing in vereniging bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 c.q. 282 c.q. 312 c.q. 317 jo 47 van het Wetboek van Strafrecht, in elk geval een misdrijf waarop een gevangenisstraf van tenminste 8 jaren is
gesteld, opzettelijk
a. a) een (gestolen) personenauto (merk: BMW) en/of
b) drie, in elk geval een of meer, (automatische) (vuur)wapen(s) (te weten een (doorgeladen) pistool (merk: Crvena Zastava) en/of een geluidsdemper (behorende bij de Crvena Zastava) en/of een (halfgeladen) volautomatisch aanvalsgeweer (merk: Zastava, systeem AK-47) en /of een (doorgeladen) revolver (merk: smith&Wesson)) en/of
c) acht, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7.65mm) en/of (in voornoemde Crvena Zastava) zes, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7.65mm) en/of (in voornoemde Smith&Wesson) zes, althans een of meer patro(o)n(en) (7.65mm) en/of acht, althans een of meer patro(o)n(en) (geschikt om verschoten te worden met het pistool van het merk Crvena Zastava, model 70) en/of (een patroonmagazijn, bestemd voor een Zavstava, systeem AK-47, met daarin) twintig, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7,62 x 39 mm) en/of
d) een kogelwerend vest en/of
e) twee, althans een of meer flessen (met daarin benzine, althans enige ontvlambare vloeistof) en/of
f) een aansteker en/of
g) een rol wc-papier en/of
h) een of meer paar (donkerkleurige) handschoen(en) en/of
i. i) een of meer (donkerkleurig(e)) kledingstuk(ken)
bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
(Artikel 289 en/of 287 en/of 282 en/of 312 en/of 317 jo 47 jo 46 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 06 juni 2015, te Amsterdam en/of [plaats 2] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het met anderen of een ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten brandstichting (als bedoeld in artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht) in/aan een (gestolen) BMW, althans een personenauto, opzettelijk
a. a) twee, althans een of meer flessen (met daarin benzine, althans enige ontvlambare vloeistof) en/of
b) een aansteker en/of
c) een rol wc-papier
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad, kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf;
(Artikel 46 jo 157 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij op of omstreeks 06 juni 2015 te Amsterdam, in ieder geval in Nederland tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een of meerdere vuurwapen(s) van categorie II en/of III voorhanden heeft gehad, te weten
a)een (half geladen) volautomatisch aanvalsgeweer (merk Zastava, systeem AK-47)) en/of
b)een (doorgeladen) pistool (merk Crvena Zastava, model 70)) en/of
c)een geluidsdemper (behorende bij de Crvena Zastava) en/of
d)een doorgeladen revolver (merk Smith& Wesson) en/of
munitie van categorie III, te weten
e)(een patroonmagazijn, bestemd voor een Crvenna Zastava, met daarin) acht, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7.65mm) en/of
f)(in voornoemde Crvena Zastava) zes, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7.65mm) en/of
g)(in voornoemde Smith&Wesson) zes, althans een of meer patro(o)n(en) (7.65mm) en/of
h) acht, althans een of meer patro(o)n(en) (geschikt om verschoten te worden met het pistool van het merk Crvena Zastava, model 70)
i. i) (een patroonmagazijn, bestemd voor een Zavstava, systeem AK-47, met daarin) twintig, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7,62 x 39 mm);
(Artikel 26 jo 55 van de Wet wapens en munitie jo 47 Wetboek van Strafrecht)
4.
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 03 juni 2015 tot en met 04 juni 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een motorvoertuig, te weten een BMW (met kenteken [kenteken 1] ) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoon 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan verdachte;
(Artikel 310/311 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair:
hij op een of meer tijdstip(en) in of omstreeks de periode van 03 juni 2015 tot en met 06 juni 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederlands, (telkens) tezamen en in verenging met (een) ander(en), althans alleen, een personenauto (te weten een BMW met kenteken [kenteken 1] ) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van die voornoemde BMW wist, dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;
(Artikel 416/417bis Wetboek van Strafrecht)
5.
hij op of omstreeks 07 juni 2015 te Amsterdam, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een vuurwapen van categorie III, te weten
- een pistool (merk Glock) en/of
munitie van categorie III, te weten
- dertien (13), althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber.38 Special), voorhanden heeft gehad.
(Artikel 26 jo 55 van de Wet wapens en munitie jo 47 Wetboek van Strafrecht)

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft – onder verwijzing naar zijn schriftelijke requisitoir – zich op het standpunt gesteld dat het medeplegen van voorbereidingshandelingen van moord en brandstichting, zoals ten laste gelegd onder 1 en 2, alsmede het voorhanden hebben van de wapens en munitie die in de BWM zijn aangetroffen, zoals ten laste gelegd onder 3, bewezen verklaard dient te worden.
Vaststaat dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] zittend in de gestolen BMW hebben staan posten ‘om iemand te checken’. In de auto zijn de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen (wapens en munitie) aangetroffen. Verdachte heeft geen redelijke verklaring gegeven voor de aanwezigheid hiervan. De aangetroffen voorwerpen zijn afzonderlijk maar zeker gezamenlijk naar hun uiterlijke verschijningsvorm geschikt voor het misdadige doel dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] voor ogen stond. Alles wijst erop dat dit doel het vermoorden van iemand was.
Ook de diefstal van de BWM, dan wel de subsidiair ten laste gelegde heling van de BMW, dient bewezen te worden verklaard. Het voorhanden hebben van een vuurwapen en bijbehorende munitie, zoals ten laste gelegd onder 5, dient eveneens bewezen te worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft een aantal omstandigheden aangedragen, op basis waarvan verdachte dient te vrijgesproken van voorbereiding van moord. Allereerst was vanuit de BMW door de plek van parkeren (namelijk in een bocht, dwars op de andere straat waar de mogelijke doelwitten zouden verschijnen) geen zicht op een mogelijk doelwit. De BMW stond met de neus de verkeerde kant op geparkeerd, waardoor nooit snel een mogelijk doelwit kon worden gevolgd dat zich op de kruisende straat bevond. Er zijn geen bivakmutsen in de auto aangetroffen, hetgeen afwijkend is van de normale gang van zaken bij liquidaties. Als laatste is gebleken dat de beoogde doelwitten op geen enkele wijze te linken zijn aan criminele groeperingen en de wapens niet los in de auto lagen, maar in tassen zaten. Dit wijst niet op het prompt moeten kunnen hanteren van de wapens.
Ten aanzien van de voorbereiding van brandstichting heeft de raadsvrouw opgemerkt dat verdachte de mogelijkheid tot het in brand steken van de auto erkent, maar hij daarmee nog niet gevaarzetting voor goederen of anderen erkent. Vrijspraak dient te volgen van het onder 2 ten laste gelegde, omdat geen bewijs is geleverd voor voorbereiding van brandstichting.
Volgens de raadsvrouw kan wel bewezen worden verklaard het vervoeren en aanwezig hebben van de wapens en munitie, zoals ten laste gelegd onder 3, de heling van de BMW, zoals ten laste gelegd onder 4 subsidiair, en het voorhanden hebben van het wapen en munitie, zoals ten laste gelegd onder 5.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Vrijspraak van het onder 4 primair ten laste gelegde
Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank niet bewezen wat onder 4 primair is ten laste gelegd, wegens gebrek aan wettig bewijs. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4.3.2
Het oordeel over de overige ten laste gelegde feiten
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
De aangetroffen auto, wapens en verdere uitrusting
In de nacht van 6 juni 2015 heeft verdachte met medeverdachte [medeverdachte 1] een BMW met kenteken [kenteken 1] opgehaald. De gang van zaken was hierbij als volgt. Op een afgesproken punt is medeverdachte [medeverdachte 1] overgestapt vanuit zijn eigen auto in de auto van verdachte. Verdachte reed vervolgens naar de plaats waar de BMW klaarstond, waar hij medeverdachte [medeverdachte 1] afzette. Medeverdachte [medeverdachte 1] is vervolgens in de BMW gestapt en heeft verdachte twee straten verderop weer opgepikt. [2] De BMW stond open, de sleutel zat in het contactslot. [3] De auto was door verdachte geregeld. [4]
Diezelfde nacht heeft de politie deze BMW, die als gestolen stond geregistreerd, aangehouden.
Medeverdachte [medeverdachte 1] was de bestuurder van dit voertuig. [5] Achteraf is gebleken dat verdachte op dat moment rechts op de achterbank zat. [6] Medeverdachte [medeverdachte 1] is toen aangehouden; verdachte vluchtte de auto uit en is een dag later aangehouden.
In de auto bevond zich ten tijde van de aanhouding op de passagiersstoel een volautomatisch aanvalsgeweer met daarin een patroonmagazijn, welk wapen in het zicht lag in een openstaande sporttas. [7] Het volautomatisch aanvalsgeweer van het merk Zastava, systeem AK-47, bleek halfgeladen te zijn. In het patroonmagazijn zaten patronen kaliber 7.62 x 39 mm. [8]
Rechts achterin werd op de vloer van de BMW een plastic tas aangetroffen, met daarin een pistool met bijbehorende geluidsdemper, een revolver en losse munitie. [9] Het pistool van het merk Crvena Zastava, model 70, was doorgeladen met in totaal acht patronen, kaliber 7.65 mm. Het revolver van het merk Smith & Wesson, was eveneens doorgeladen en bevatte in totaal zes patronen van kaliber 7.65 mm. Verder werden nog een los patroonmagazijn, bestemd voor een pistool van het merk Crvena Zastava model 70, met acht patronen kaliber 7.65 mm en acht volmantel rondneus patronen, kaliber 7.65 mm los in de AH-tas aangetroffen. [10]
Medeverdachte [medeverdachte 1] was die nacht geheel in het zwart gekleed. Onder zijn zwarte bomberjack droeg hij een kogelwerend vest, met daaronder een zwart shirt. Met dit zwarte shirt kon het gezicht worden bedekt. Daarnaast had hij zwarte handschoenen bij zich. [11]
Ook verdachte was gekleed in donkere kleding. [12] Verdachte had in de auto deels een capuchon op. [13] Of verdachte ten tijde van zijn vlucht een kogelwereld vest droeg is niet bekend. Hij was wel in het bezit van een kogelwerend vest; dit is bij huiszoeking gevonden op zijn verblijfadres. [14] Achterin de BWM werden zwarte handschoenen aangetroffen, waarop DNA van verdachte is aangetroffen. [15] Verdachte heeft verklaard dat hij die nacht ook zwarte handschoenen bij zich had. [16]
Medeverdachte [medeverdachte 1] was ten tijde van de aanhouding in het bezit van een aansteker en een rol toiletpapier. [17] In de auto bevonden zich twee flessen met ontvlambare vloeistof. [18] Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat het plan was de auto in brand te steken; [19] verdachte heeft verklaard dat dat een mogelijkheid was. [20]
Medeverdachte [medeverdachte 1] had – naar hij heeft verklaard op verzoek van verdachte – geen mobiele telefoon bij zich. [21] Ook had hij geen geld, bankpas of identiteitsbewijs bij zich. [22] De BMW was voorzien van een getinte achterruit en getinte achterste zijruiten. [23]
Naar aanleiding van deze aanhoudingen zijn huiszoekingen bij beide verdachten uitgevoerd. Bij een doorzoeking op 7 juni 2015 op het GBA-adres van verdachte, te weten [adres] te Amsterdam , is een pistool (merk Glock) en 13 patronen (kaliber .38 Special) aangetroffen. [24] Het wapen en de munitie zijn strafbaar gesteld in de zin van de Wet Wapens en munitie. [25] Zowel verdachte als medeverdachte en medebewoner [persoon 2] hebben verklaard op de hoogte te zijn geweest van de aanwezigheid van dit wapen en deze munitie. [26]
Verklaringen
Beide verdachten hebben verklaard dat de auto klaar stond, dat ze die hebben opgehaald in de omgeving van het Ecuplein en dat zij (via de Heemstedestraat, waar zij blijkens een ANPR-camera om 2.41 uur langskwamen) naar de Amstelveenseweg zijn gereden en in een zijstraat daarvan, te weten de Karperweg, geruime tijd hebben stilgestaan.
Volgens verdachte was die plaats afgesproken om de in de auto aanwezige wapens over te dragen, maar kwam de afnemer niet opdagen. Verdachten zouden toen het te lang duurde onverrichter zake weer zijn vertrokken.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft meermaals verklaard dat het de bedoeling was iemand te checken [27] . Dat heeft hij ter zitting verduidelijkt door te zeggen dat daarmee bedoeld was iemand in de gaten houden. [28] Als getuige gehoord is hij daarop teruggekomen en heeft hij verklaard dat hem niet duidelijk was wat of wie ‘gecheckt’ moest worden.
Beoordeling
De belangrijkste vragen die door de rechtbank moeten worden beantwoord, is of verdachte zich samen met zijn medeverdachte in de nacht van 6 juni 2015 te Amsterdam schuldig heeft gemaakt aan voorbereiding van moord en aan voorbereiding van brandstichting.
Voorop staat dat de bij verdachten aangetroffen auto met drie vuurwapens en de verdere uitrusting zonder meer geschikt is om een moord te plegen: met de aanwezige vuurwapens kunnen in korte tijd door twee personen zeer veel kogels worden afgevuurd, zodat de kans dat het slachtoffer dat overleeft minimaal is. De zwarte kleding en de gezichtsbedekking, het laatste waarover in ieder geval de medeverdachte [medeverdachte 1] beschikte, zijn verder geschikt om herkenning te voorkomen. Ter voorkoming van herkenning was ook de BMW met een getinte achterruit en getinte achterste zijruiten zeer geschikt. Verdachte zat achterin en had ook nog (deels) een capuchon op.
Ook waren alle onderdelen aanwezig die traceerbaarheid achteraf haast onmogelijk maakten: er werd gebruik gemaakt van een snelle auto die gestolen was, de auto kon met behulp van benzine, wc-papier en een aansteker in brand worden gestoken en verdachten hadden handschoenen bij zich. Bovendien hadden ze geen mobiele telefoons bij zich, zodat ook een onderzoek naar telecomgegevens niets zou opleveren.
Het voorafgaande betekent deze voorwerpen gezamenlijk naar hun uiterlijke verschijningsvorm dienstig kunnen zijn voor het plegen van een moordaanslag.
Bestemming tot het begaan van een misdrijf
Dat het plegen van een moordaanslag ook daadwerkelijk het doel was dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] voor ogen hadden, blijkt daarbij ook uit het feit dat moet worden aangenomen dat het hen om een bepaalde persoon te doen was. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft immers meermaals verklaard dat het de bedoeling was “iemand te checken”. Aan zijn latere afzwakking van die verklaring hecht de rechtbank geen geloof.
Ook het door verdachte opgeworpen alternatief acht de rechtbank ongeloofwaardig. Zijn eerdere verklaring over de herkomst van de wapens is door het onderzoek onderuit gehaald.
Vervolgens heeft verdachte ter zitting, nadat hij had kunnen kennisnemen van de volledige inhoud van het dossier, inclusief de camerabeelden die zich in het dossier bevinden, een ander alternatief naar voren gebracht. Uitgangspunt is dat die laatste verklaring indringend dient te worden getoetst.
Dit alternatief is ongeloofwaardig, gelet op het volgende.
In de eerste plaats heeft verdachte ter zitting verklaard dat hij ook geen telefonisch contact kon krijgen met de afnemer. Hij heeft desgevraagd verklaard dat hij een mobiele telefoon bij zich had. Dit terwijl hij medeverdachte [medeverdachte 1] had gevraagd geen mobiele telefoon mee te nemen. De enige reden die de rechtbank hiervoor kan bedenken is dat dit was om traceerbaarheid achteraf te voorkomen. Gelet daarop is het hoogst onwaarschijnlijk dat verdachte wel een mobiele telefoon bij zich had.
In de tweede plaats zat het automatische wapen in een gele tas, die zich in een open grotere tas bevond, die bij de aanhouding van medeverdachte [medeverdachte 1] op de voorbank stond. In een losse plastic tas op de vloer van de BMW waar verdachte zat, bevonden zich de twee andere wapens. Als het de bedoeling was geweest de wapens aan een derde mee te geven, zouden alle wapens samen in een tas hebben gezeten.
In de derde plaats waren het pistool en de revolver doorgeladen en was de AK47 half doorgeladen, wat ook niet logisch is bij een levering van wapens. Tot slot hebben verdachten allebei een ander scenario geschetst, en ondersteunen de verklaringen over het doel van de avond elkaar dus niet.
Nu de verklaring van verdachte niet geloofwaardig is en op grond van de verklaringen van verdachten in combinatie met de camerabeelden vaststaat dat verdachten geruime tijd in de stilstaande auto in de Karperweg hebben gewacht, kan dat geen ander doel hebben dan het door medeverdachte [medeverdachte 1] ook (aanvankelijk) genoemde doel, dat zij daar waren omdat er “iemand” gecheckt moest worden, in de zin dat verdachten, voorzien van de wapens en verder uitrusting zoals boven omschreven, hier stonden te wachten met het doel om iemand te vermoorden.
Dat medeverdachte [medeverdachte 1] als getuige ter zitting heeft verklaard dat hij niet wist wat of wie er in de gaten werd gehouden, is niet geloofwaardig. Dit wordt hierna onder het kopje medeplegen nader uiteengezet.
Op grond van het bovenstaande is het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en behoeft de vraag welke persoon in concreto werd gevolgd niet te worden beantwoord. Ook de vraag of verdachten, op het moment dat zij werden aangehouden, achter de auto van het beoogde slachtoffer aanreden (en deze hadden kunnen zien vanaf de plek waar verdachten hebben staan posten), is niet van belang. Dat geen bivakmutsen in de auto zijn aangetroffen, staat een bewezenverklaring ook niet in de weg. Vaststaat dat medeverdachte [medeverdachte 1] een gezichtbedekkend shirt droeg, terwijl verdachte achterin zat, waar de auto was voorzien van getinte ruiten, en verdachte in de auto in ieder geval een capuchon op had. Bovendien kan niet worden uitgesloten dat verdachte een of meerdere bivakmuts(en) bij zich droeg, nu hij pas de volgende dag is aangehouden. Het verweer van de raadsvrouw op dit punt treft derhalve geen doel.
Medeplegen
Uit het dossier volgt dat verdachte de initiatiefnemer is geweest. Zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte 1] verklaren dat medeverdachte [medeverdachte 1] van niets wist en alleen maar zou rijden. Dat laatste is echter niet geloofwaardig. Verdachte heeft verklaard dat de tas met het automatische wapen zich op de passagiersstoel voorin bevond; [29] hijzelf zat achterin. Deze (openstaande) tas met het automatisch wapen is bij de aanhouding aangetroffen op de passagiersstoel voorin. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat de tas achterin lag, waar ook verdachte zat en dat die tas vlak voor de aanhouding pas voorin is gelegd. Dat is onaannemelijk, nu niet valt in te zien met welk doel verdachte het automatische wapen achterin zou hebben gehad en juist vlak voor hij de auto ontvluchtte dat wapen alsnog voorin zou hebben gelegd, terwijl hij zich op dat moment voorbereidde op de vlucht nadat de auto tot stilstand was gekomen. Er moet dus vanuit worden gegaan dat de verklaring van verdachte op dit punt juist is en niet die van medeverdachte [medeverdachte 1] . Dat betekent dat medeverdachte [medeverdachte 1] een openstaande tas met daarin zichtbaar een automatisch wapen naast zich had liggen. Dat gegeven maakt dat het onaannemelijk is dat medeverdachte [medeverdachte 1] niet op de hoogte was van de aanwezigheid van dat vuurwapen. Gelet op de omstandigheid dat [medeverdachte 1] dit wapen halfgeladen binnen zijn handbereik had liggen, terwijl hij donkere kleding droeg, met een shirt waarmee hij zijn gezicht kon bedekken, hij een kogelwerend vest droeg en handschoenen voorhanden had, moet bovendien worden aangenomen dat afgesproken was dat hij degene zou zijn die dat wapen in voorkomende gevallen zou hanteren. Hieruit volgt dat – nu ook verdachte wapens onder handbereik had – afspraken moeten zijn gemaakt over de onderlinge taakverdeling en moet worden aangenomen dat medeverdachte [medeverdachte 1] ook van de overige wapens op de hoogte was. Dit alles maakt dat het meer aannemelijk is dat medeverdachte [medeverdachte 1] op de hoogte was van de persoon waar het om ging. Bij dat alles komt dat ook gelet op de rest van uitrusting zoals die medeverdachte [medeverdachte 1] bekend was, waaronder behalve de voornoemde zwarte kleding, het kogelwerend vest, de handschoenen (in de zomer) en het gezichtsbedekkende shirt, ook de aansteker, de rol toiletpapier, de gestolen BMW met getint glas en het thuislaten van zijn mobiele telefoon volstrekt onaannemelijk maakt dat medeverdachte [medeverdachte 1] geen weet zou hebben van het doel van de onderneming.
Nu verdachten samen beschikten over de aanwezige middelen en dezelfde criminele intentie hadden, is sprake van een gezamenlijke uitvoering van het delict. Verdachte was weliswaar de initiator, maar op het moment dat verdachten in de gestolen BMW gingen rijden met de aanwezige vuurwapens en de verdere uitrusting zoals hiervoor besproken, was hun bijdrage aan het delict van ongeveer evenveel gewicht, terwijl – zoals hiervoor uiteengezet – moet worden aangenomen dat zij bewust en nauw hebben samengewerkt. Er is dan ook sprake van medeplegen.
Brandstichting
De aanwezige flessen brandbare vloeistof zijn in combinatie met een aansteker en een rol wc-papier zeer geschikt om een auto in brand te steken. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft ook verklaard dat dit het plan was; verdachte heeft verklaard dat dat een mogelijkheid was. Ook als het voornemen om de auto in brand te steken nog niet vast stond, is de aanwezigheid van genoemde middelen met genoemd doel reeds voldoende om tot een bewezenverklaring van de voorbereiding van brandstichting te komen. Van het in brand steken van een auto is gemeen gevaar voor goederen te verwachten, nu immers ten minste aantasting van het wegdek of de bodem waarop die auto zich bevindt is te verwachten, nog daargelaten het gevaar voor andere goederen zoals straatmeubilair of andere geparkeerde voertuigen als deze zich op korte afstand van de auto bevinden.
Wapens
Gezien hetgeen hierboven is besproken over het medeplegen van voorbereidingshandelingen wordt aangenomen dat verdachte en zijn medeverdachte de in de BMW aangetroffen wapens tezamen en in vereniging aanwezig hadden.
Wat de bij medeverdachte [persoon 2] aangetroffen wapens betreft, heeft verdachte de (mede)verantwoordelijkheid daarvoor aanvaard. Daarom wordt ook het medeplegen van het voorhanden hebben van dat wapen met bijbehorende munitie bewezen verklaard, overeenkomstig het standpunt van de officier van justitie en de raadsvrouw.
Heling van de BWM
Met de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat sprake is van heling van de BMW met kenteken [kenteken 1] . Verdachte heeft dit feit ook bekend, zoals hiervoor is weergegeven.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
op 6 juni 2015 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander, ter voorbereiding van het met een ander te plegen misdrijf van moord als bedoeld in de artikelen 289 jo 47 van het Wetboek van Strafrecht, opzettelijk
a. a) een gestolen personenauto (merk: BMW) en
b) drie (automatische) vuurwapens (te weten een doorgeladen pistool (merk: Crvena Zastava) en een geluidsdemper behorende bij de Crvena Zastava en een halfgeladen volautomatisch aanvalsgeweer (merk: Zastava, systeem AK-47) en een doorgeladen revolver (merk: Smith & Wesson)) en
c) acht patronen (kaliber 7.65mm) en (in voornoemde Crvena Zastava) zes patronen (kaliber 7.65mm) en (in voornoemde Smith&Wesson) zes patronen (7.65mm) en acht patronen (geschikt om verschoten te worden met het pistool van het merk Crvena Zastava, model 70) en een patroonmagazijn, bestemd voor een Zavstava, systeem AK-47, met daarin twintig patronen (kaliber 7,62 x 39 mm) en
d) een kogelwerend vest en
e) twee flessen met daarin enige ontvlambare vloeistof en
f) een aansteker en
g) een rol wc-papier en
h) donkerkleurige handschoenen en
i. i) donkerkleurige kledingstukken
bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad;
2.
op 6 juni 2015 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander ter voorbereiding van het met een ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten brandstichting (als bedoeld in artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht) in een gestolen BMW opzettelijk
a. a) twee flessen met daarin enige ontvlambare vloeistof en
b) een aansteker en
c) een rol wc-papier
voorhanden heeft gehad, kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf;
3.
op 6 juni 2015 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander vuurwapens van categorie II en/of III voorhanden heeft gehad, te weten
a. a) een half geladen volautomatisch aanvalsgeweer (merk Zastava, systeem AK-47) en
b) een doorgeladen pistool (merk Crvena Zastava, model 70) en
c) een geluidsdemper (behorende bij de Crvena Zastava) en
d) een doorgeladen revolver (merk Smith& Wesson) en
munitie van categorie III, te weten
e) een patroonmagazijn, bestemd voor een Crvenna Zastava, met daarin acht patronen (kaliber 7.65mm) en
f) (in voornoemde Crvena Zastava) zes patronen (kaliber 7.65mm) en
g) (in voornoemde Smith&Wesson) zes patronen (7.65mm) en
h) acht patronen geschikt om verschoten te worden met het pistool van het merk Crvena Zastava, model 70;
i. i) een patroonmagazijn, bestemd voor een Zavstava, systeem AK-47, met daarin twintig patronen (kaliber 7.62 x 39 mm);
4.
Subsidiair:
op 6 juni 2015 te Amsterdam tezamen en in verenging met een ander een personenauto (te weten een BMW met kenteken [kenteken 1] ) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die voornoemde BMW redelijkerwijs wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5.
op 7 juni 2015 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander een vuurwapen van categorie III, te weten een pistool (merk Glock) en munitie van categorie III, te weten dertien patronen (kaliber.38 Special), voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en de maatregel

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem onder 1, 2, 3, 4 primair en 5 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaren, met aftrek van voorarrest.
Met betrekking tot de inbeslaggenomen items heeft de officier van justitie verzocht het imitatiewapen te onttrekken aan het verkeer en de auto verbeurd te verklaren, nu deze is gebruikt bij het misdrijf.
8.2
Het strafmaatverweer van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte en zijn mededader hebben het gestolen voertuig, de wapens en munitie voorhanden gehad met het doel dit te gebruiken voor het plegen van een liquidatie.
Door de recente golf van liquidaties in en rond Amsterdam bestaat reeds grote onrust in de samenleving. De voorbereidingshandelingen van verdachten vertonen grote overeenkomsten met eerder gepleegde liquidaties of pogingen daartoe. Door het ingrijpen van de politie is een nieuwe liquidatie voorkomen. Bij dergelijke misdrijven tegen het leven gericht wordt de rechtsorde op ernstige wijze geschokt, wordt nabestaanden groot leed aangedaan en worden bestaande gevoelens van onveiligheid in de samenleving versterkt. Daarnaast lopen omstanders groot risico, aangezien liquidaties doorgaans worden gepleegd op de openbare weg. Tegen dit soort misdrijven en dus ook tegen de voorbereiding ervan dient dan ook hard te worden opgetreden. De ernst van de gedraging rechtvaardigt dan ook een langdurige gevangenisstraf.
Verdachte heeft daarnaast bovendien samen met zijn halfbroer nog een vuurwapen en munitie gehad.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 3 november 2015 betreffende verdachte. Daaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Gezien het vorenstaande en met inachtneming van de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de straffen die rechtbanken en gerechtshoven in vergelijkbare zaken plegen op te leggen, zal de rechtbank aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen van na te noemen duur.
Beslag
Onder verdachte is het volgende voorwerp in beslag genomen:
11 1.00 STK Personenauto [kenteken 2] VOLKSWAGEN Golf 2009 Kl: Zwart 4764860;
12 1.00 STK imitatiewapen ELITE, 4991954.
Onttrekking aan het verkeer
Nu het voorwerp met nummer 12 van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, wordt dit voorwerp onttrokken aan het verkeer.
Verbeurdverklaring
Het voorwerp met nummer 11 behoort aan verdachte toe. Nu met behulp van dit voorwerp het onder 1 bewezen geachte is begaan, wordt dit voorwerp verbeurdverklaard.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 46, 47, 55, 57, 157, 289, 416 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet Wapens en munitie.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 4 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 subsidiair en 5 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
De eendaadse samenloop van:
Ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde:
Medeplegen van voorbereiding van moord.
Ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde:
Medeplegen van voorbereiding van brandstichting.
Ten aanzien van het onder 3 bewezen verklaarde:
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II en een vuurwapen van categorie III.
En voorts:
Ten aanzien van het onder 4 subsidiair bewezen verklaarde:
Medeplegen van opzetheling.
Ten aanzien van het onder 5 bewezen verklaarde:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
8 (acht) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
12 1.00 STK imitatiewapen ELITE, 4991954.
Verklaart verbeurd:
11 1.00 STK Personenauto [kenteken 2] VOLKSWAGEN Golf 2009 Kl: Zwart 4764860.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.H.C. Jongeneel, voorzitter,
mrs. J.B. Oreel en A.K. Glerum, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.H.J. Bucx, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 december 2015.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van verhoor, p. 183 e.v. (meer precies: p. 186).
3.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 26 november 2015, zoals vastgelegd in het proces-verbaal van die zitting.
4.Proces-verbaal van verhoor, p. 198 e.v. (meer precies: p. 203).
5.Proces-verbaal van aangifte, p. 325 e.v. en proces-verbaal van bevindingen, p. 69 e.v.
6.Proces-verbaal van verhoor, p. 183 e.v. (meer precies: p. 184) en proces-verbaal van verhoor p. 198 e.v. (meer precies: p. 202).
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 69 e.v.
8.Proces-verbaal van onderzoek, p. 119 e.v.
9.proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 102 e.v.
10.Proces-verbaal van onderzoek, p. 119 e.v.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 72 e.v.
12.Proces-verbaal verstrekking gegevens, p. 243 e.v.
13.Proces-verbaal van verhoor, p. 183 e.v. (meer precies: p. 188).
14.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 68, proces-verbaal van bevindingen p. 84 e.v. (meer precies: p. 87) en proces-verbaal van verhoor p. 198 e.v.
15.Verslag van Verilabs, d.d. 25 september 2015, met nummer 20150625227, opgemaakt door [verbalisant 1] , p. 1092 e.v.
16.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 26 november 2015, zoals vastgelegd in het proces-verbaal van die zitting.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 81.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 69 e.v. en een verslag van het Nederlands Forensisch Instituut, d.d. 18 augustus 2015, met nummer 2015.06.25.227, opgemaakt door [verbalisant 2] , p. 862 e.v.
19.Proces-verbaal van verhoor, p. 183 e.v. (meer precies: p. 190).
20.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 26 november 2015, zoals vastgelegd in het proces-verbaal van die zitting.
21.Proces-verbaal van verhoor p. 145 e.v. (meer precies: p. 151).
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 81.
23.Proces-verbaal van verhoor, p. 198 e.v. (meer precies: p. 206).
24.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 56 e.v.
25.Proces-verbaal wapenonderzoek, p. 139 e.v.
26.Proces-verbaal van verhoor p. 198 e.v. (meer precies: p. 208) en proces-verbaal van verhoor p. 766 e.v.
27.Proces-verbaal van verhoor, p. 183 e.v. (meer precies: p. 185) en proces-verbaal van verhoor, p. 786 e.v. (meer precies: p. 790).
28.Verklaring medeverdachte [medeverdachte 1] ter terechtzitting van 26 november 2015, zoals vastgelegd in het proces-verbaal van die zitting.
29.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 26 november 2015, zoals vastgelegd in het proces-verbaal van die zitting.