In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in een zaak die betrekking had op de behandeling van een bezwaar. Het college verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM). De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 februari 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. De Raad oordeelde dat de redelijke termijn in deze procedure met meer dan twee jaar is overschreden, wat aanleiding gaf tot het toekennen van een schadevergoeding van € 2.500,-. De Raad heeft daarbij de omstandigheden van het geval in acht genomen, waaronder de ingewikkeldheid van de zaak en het procesverloop. De Raad heeft vastgesteld dat de behandeling van het bezwaar, beroep en hoger beroep in totaal meer dan acht jaar heeft geduurd, wat in strijd is met de redelijke termijn. De staatssecretaris en de Staat der Nederlanden zijn ieder veroordeeld tot betaling van € 1.250,- aan het college, alsmede tot vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.