Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 10 mei 2023 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstand van betrokkene over de periode van 20 oktober 2021 tot en met 4 januari 2022 en een terugvordering van de kosten van bijstand over die periode. Betrokkene heeft niet gemeld dat hij in zijn woning een hennepkwekerij heeft geëxploiteerd. De rechtbank oordeelde dat het college het recht op bijstand schattenderwijs had moeten vaststellen, maar het college was het daar niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld. De Raad voor de Rechtspraak geeft het college gelijk en oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het recht op bijstand schattenderwijs kon worden vastgesteld. De Raad stelt vast dat er onvoldoende concrete gegevens zijn over de duur en omvang van de werkzaamheden die betrokkene in de hennepkwekerij heeft verricht. Het ontbreken van een administratie en andere verifieerbare gegevens maakt het onmogelijk om een reële schatting te maken van het recht op bijstand. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van betrokkene tegen het besluit van het college ongegrond, waardoor de intrekking en terugvordering van de bijstand in stand blijven.