Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Het Uwv heeft deze aanvraag opgevat als een verzoek om terug te komen van het besluit van 14 januari 2014. Na onderzoek door een verzekeringsarts heeft het Uwv dit verzoek bij besluit van 10 maart 2020 afgewezen, omdat in de aanvraag van appellant geen nieuwe informatie staat.
Het oordeel van de Raad
Wajong-uitkering vóór 18 december 2020 ingediend. Voor de vraag of appellant jonggehandicapte is en in aanmerking komt voor een Wajong-uitkering, moet daarom worden gekeken of appellant op zijn zeventiende en achttiende jaar voldeed aan de criteria uit de artikelen 5 en 6 van de toenmalige Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW). [1]
artikel 4:6, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat de bestuursrechter aan de hand van de aangevoerde beroepsgronden toetst of het bestuursorgaan zich terecht, zorgvuldig voorbereid en deugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn. Als het bestreden besluit die toets doorstaat, kan de bestuursrechter niettemin aan de hand van de beroepsgronden tot het oordeel komen dat het bestreden besluit evident onredelijk is. [2]
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
W.R. van der Velde als leden, in tegenwoordigheid van S.C. Scholten als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 25 april 2024.