ECLI:NL:CRVB:2024:745
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking van de behandelend rechter in een herzieningszaak
In deze zaak heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen de behandelend rechter, C.F.E. van Olden-Smit, naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep over zijn verzoek tot herziening. Het onderzoek ter zitting vond plaats op 7 september 2023, waar verzoeker zijn wrakingsverzoek toelichtte. De behandelend rechter heeft aangegeven niet in de wraking te berusten. De wrakingskamer, bestaande uit B.J. van de Griend, L.M. Tobé en K.M.P. Jacobs, heeft het verzoek om wraking behandeld op 6 oktober 2023. Verzoeker heeft ook de eerste wrakingskamer gewraakt, wat door een tweede wrakingskamer op 31 oktober 2023 is afgewezen. De samenstelling van de eerste wrakingskamer is gewijzigd, waarbij B.J. van de Griend werd vervangen door E.J.M. Heijs. De behandeling van het wrakingsverzoek vond uiteindelijk plaats op 11 april 2024, waarbij verzoeker aanwezig was, maar de behandelend rechter niet. De Centrale Raad van Beroep heeft in haar overwegingen uiteengezet dat een rechter geacht wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die vooringenomenheid aantonen. De vrees voor vooringenomenheid moet objectief gerechtvaardigd zijn. De Raad concludeert dat de behandelend rechter verzoeker voldoende gelegenheid heeft gegeven om zijn standpunt toe te lichten en dat de kritische vragen van de rechter geen blijk van vooringenomenheid zijn. Het verzoek om wraking is dan ook afgewezen, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in proceskosten.