ECLI:NL:CRVB:2023:2465
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Beslissing op verzoek om wraking in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoeker op 2 oktober 2023 een verzoek om wraking ingediend tegen de behandelend rechter, C.F.E. van Olden-Smit, na de zitting van 7 september 2023 waarin zijn verzoek om herziening van een eerdere uitspraak werd behandeld. De wrakingskamer in de eerste samenstelling, bestaande uit B.J. van de Griend, L.M. Tobé en K.M.P. Jacobs, heeft het verzoek om wraking op 6 oktober 2023 behandeld. Verzoeker heeft vervolgens op 2 oktober 2023 een verzoek om wraking ingediend tegen deze wrakingskamer. Dit verzoek is op 24 oktober 2023 behandeld door een tweede wrakingskamer, bestaande uit T. Dompeling, E.C.E. Marechal en J.J. Janssen. De beslissing op het verzoek om wraking is op 31 oktober 2023 openbaar gemaakt en op 15 november 2023 aan verzoeker verzonden. Verzoeker heeft op 18 november 2023 gereageerd op deze beslissing, wat door de Raad werd opgevat als een nieuw verzoek om wraking van de wrakingskamer in de tweede samenstelling. De Raad heeft geoordeeld dat dit verzoek niet in behandeling kan worden genomen, omdat het is ingediend nadat de beslissing op het eerdere wrakingsverzoek openbaar was gemaakt. Bovendien werd vastgesteld dat er sprake was van misbruik van het wrakingsmiddel, wat leidde tot de beslissing dat toekomstige wrakingsverzoeken in deze zaak niet in behandeling zullen worden genomen. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de beslissing van 31 oktober 2023 te vervallen en heeft ook geen proceskosten toegewezen.