ECLI:NL:CRVB:2024:1672
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand op basis van extreem laag waterverbruik en niet weerleggen van woonadres
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand van appellante, die sinds 7 maart 2016 bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet (PW). Het college van burgemeester en wethouders van Hengelo heeft de bijstand ingetrokken op basis van het argument dat appellante haar hoofdverblijf niet had op het opgegeven uitkeringsadres, wat werd onderbouwd door extreem laag waterverbruik. Appellante heeft dit standpunt betwist en stelde dat het college geen recht had om onderzoek te doen naar de rechtmatigheid van haar bijstand. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het college wel degelijk bevoegd was om onderzoek te doen. De Raad oordeelde dat appellante de vooronderstelling dat zij niet op het uitkeringsadres woont niet heeft weerlegd, ondanks haar tegenstrijdige verklaringen over haar waterverbruik. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Overijssel, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard. De intrekking en terugvordering van de bijstand blijven daarmee in stand. De uitspraak werd gedaan op 30 juli 2024.