Uitspraak
22.1653 NOW
OVERWEGINGEN
€ 15.025,- waarvan een bedrag van € 12.020,- (80%) als voorschot wordt uitbetaald. Tegen dit besluit zijn geen rechtsmiddelen aangewend.
€ 12.567,-. De minister heeft vastgesteld dat appellante nog een bedrag van € 547,- tegoed heeft. Bij beslissing op bezwaar van 22 april 2021 heeft de minister het bezwaar van appellante tegen het besluit van 6 april 2021 ongegrond verklaard. De minister heeft daaraan ten grondslag gelegd dat de loonsom in maart, april en mei 2020 in vergelijking met viermaal de loonsom in maart 2020 lager is uitgevallen en dat dit gevolgen heeft voor de definitieve tegemoetkoming. Het maakt daarbij niet uit wat de reden is van de lagere loonsom.
Volgens het Uwv is de definitieve tegemoetkoming op de juiste wijze vastgesteld.
BESLISSING
Artikel 8, tweede lid, van de NOW-2